3.1 De atmosfeer: omhulsel van gas

3.1 De atmsofeer: een omhulsel van gas

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.1 De atmsofeer: een omhulsel van gas

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3.1 De atmosfeer, 
een omhulsel van gas

Slide 3 - Tekstslide

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
het zwaartekrachtsveld
B
de atmosfeer
C
het heelal
D
de troposfeer

Slide 4 - Quizvraag

Weer is ...
A
Tijdelijk en plaatselijk
B
over langere tijd en over een groter gebied

Slide 5 - Quizvraag

Het weer
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht

Slide 6 - Quizvraag

Welke twee variabelen geven het klimaat weer


Welke twee variabelen geven het klimaat weer?


A
Breedteligging en neerslag
B
Temperatuur en neerslag
C
Temperatuur en vegetatie
D
Het weer en hoogteligging

Slide 7 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt?
A
Het weer en het klimaat zijn hetzelfde
B
Het weer is de gemiddelde toestand van het klimaat over een lange periode voor een groot gebied
C
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode voor een groot gebied

Slide 8 - Quizvraag

Wat is klimaat?
A
Het weer
B
Het gemiddelde weer in 30 jaar
C
Het weer in de hele wereld

Slide 9 - Quizvraag

Het klimaat in Spanje is anders dan het klimaat in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Atmosfeer = relatief dun laagje om onze aarde heen



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Gat in de Ozonlaag

In de stratosfeer zit een grote hoeveelheid Ozongas.

Dat ozongas zorgt voor filtering van UVstraling
-> wordt aangetast door drijfgassen

Slide 15 - Tekstslide

Stralingsbalans
p. 82
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 16 - Tekstslide

Stralingsbalans
47% bereikt aardoppervlak

omgezet in warmte

en weer uitgestraald 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

20 % zonne-energie wordt weerkaatst door de wolken

Slide 19 - Tekstslide

Stralingsbalans
De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo
3) verschil land/zee

Slide 20 - Tekstslide

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 21 - Tekstslide

2) Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.


Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

3) Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk lezen par 3.1 maken 1 t/m 5

Slide 25 - Tekstslide

SE antwoorden 
C. Wanneer er meer IJskappen smelten blijft er steeds minder wit oppervlak over op aarde. Dit zorgt ervoor dat de onderliggende donkere oppervlakken meer warmte vasthouden waardoor de temperatuur nog meer stijgt. 
D. Een vulkaanuitbarsting zorgt voor veel AS in de atmosfeer. Dit reflecteert zonlicht dus op korte termijn wordt het even kouder. 
Lange termijn = Meer Co2 in de atmosfeer dus meer broeikas G. 

Slide 26 - Tekstslide

SE antwoorden 
A. Wanneer er meer broeikasgassen in de atmosfeer terecht komen kan er minder warmte door de atmosfeer heen en zal de temperatuur toenemen op aarde. 

B. Het albedo effect is de terug kaatsende werking van witte oppervlakken. Bijvoorbeeld sneeuw en ijs. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoel
  • Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
  • Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
  • Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?

Slide 30 - Tekstslide

Stralingsbalans
47%  van zonne-energie bereikt het aardoppervlak

  • Wordt omgezet in warmte
  • Wordt uitgestraald als langgolvige stralen
  • Een deel van de warmte verlaat de atmosfeer, een deel wordt weer teruggekaatst. Uiteindelijk verlaat alle warmte de atmosfeer. 
  • De broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte de atmosfeer met vertraging verlaat door de warmte vast te houden. 

Slide 31 - Tekstslide

Variaties
1. Breedteligging
(hoe hoger de breedte, hoe minder energie)
2. Albedo 
(hoe meer weerkaatsing, hoe minder opwarming)
3. Gesteldheid oppervlak
(variaties bij land groter dan bij water)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Stralingsbalans
De balans tussen inkomende en uitgaande straling

  • Zonnestralen bereiken de atmosfeer
- daar worden ze deels teruggekaatst, deel geabsorbeerd

  • Zonnestralen bereiken het aardoppervlak
- daar worden ze deels teruggekaatst, deels geabsorbeerd

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Opdrachten
Hoofdstuk 3
§ 1
Opdr. 1, 4, 5, 6

Slide 36 - Tekstslide

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 37 - Tekstslide

SE vraag 
A. Leg uit hoe de toevoeging van broeikasgassen de temperatuur op aarde kan verhogen. 
B. Wat is het albedo effect?
C. Leg uit hoe het smelten van de IJskappen een versterkend effect heeft op de klimaatverandering. 
D. Leg uit welke gevolgen een vulkaanuitbarsting heeft op het klimaat systeem. Is dit op lange of korte termijn? 

Slide 38 - Tekstslide

True or false: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
true
B
false

Slide 39 - Quizvraag

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 
Laptops dicht.
 Stuk uitleg, maak aantekeningen!

Slide 40 - Tekstslide

Programma
Deel 1
  • Recap 2.2 / 2.3 
  • Nabespreking HW 

Deel 2
  • Start 3.1 De atmosfeer 
Laptop en telefoons weg tijdens de uitleg

Slide 41 - Tekstslide

Albedo
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 43 - Quizvraag

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd (§3.2)

Slide 44 - Tekstslide