Commercieel 1A H5

Hoofdstuk 5 Commercieel 1A
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommercieelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Commercieel 1A

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg H5.1 en H5.2
Werken aan de opdrachten van H5.1 en H5.2
Boek 2020: Blz 140
Boek 2021: Blz 154

Slide 2 - Tekstslide

Run shopping
- Routine aankopen:
 Je dagelijkse boodschappen:




Fun Shopping
- Winkelen voor plezier:
Veelal secundair

Slide 3 - Tekstslide

Low-involvementproducten
Weinig moeite
Weinig service
Je dagelijkse boodschappen

high-involvementproducten
Veel moeite
Veel Service
Vaak duurder


Slide 4 - Tekstslide

Het kopen van een broodje in de kantine hoort bij:
A
low-involvementproducten
B
high-involvementproducten

Slide 5 - Quizvraag

Manieren waarop men koopt
- Convenience goods 
- Preference goods
- Shopping goods
- Speciality goods

Slide 6 - Tekstslide

Convenience goods
Men koop er veel van
Prijs relatief laag
De klant wil weinig tijd besteden 
Stapel goods: 
- Kopen van producten zonder nadenken. Basisartikelen
Impuls goods:
- Kopen per toeval. Je hebt vooraf GEEN plan het te kopen. 
Emergency goods:
- Je hebt het NU nodig door een voorval.


Slide 7 - Tekstslide

Preference Goods
Het kopen van een merk/soort van jouw voorkeur:
Bijvoorbeeld: tandpasta van Elmex 

Slide 8 - Tekstslide

Shopping Goods
Je wilt op pad gaan om iets te kopen.
Producten zijn wat duurder maar nodig
Vergelijken van producten
Bijvoorbeeld:
Kopen van kleding 

Slide 9 - Tekstslide

Specialty Goods
Je weet wat je wilt kopen, prijs maakt niks uit
Product/dienst heeft unieke eigenschappen
Je bent bereid te reizen

Bijvoorbeeld: 
(Mijn) kaartje voor Ajax - Besiktas 

Slide 10 - Tekstslide

Op de kermis zie jij mensen Churros eten, jij hebt daar nu ook zin in en gaat Churros kopen. Om wat voor aankoop gaat het?
A
Stapel goods
B
Impuls goods
C
Preference goods
D
Shopping goods

Slide 11 - Quizvraag

Voor nu
Beginnen aan de opdrachten van H5
Opdracht 2 tot en met 8 voor boek 2021
Opdracht 1 tot en met 11 voor boek 2020

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg H5.3 en H5.4
Werken aan de opdrachten van H5.3 en 5.4
(Afmaken opdrachten H5.1 en H5.2)
Bespreken opdrachten H5
Boek 2020: Blz 146
Boek  2021: Blz 163

Slide 13 - Tekstslide

Fases in koopgedrag
1. Communicatiegedrag:
- Zoekt informatie, vergelijkt producten
2. Aankoopgedrag:
- Feitelijke aankoop van het product, gedrag bij aankoop
- Hoe vaak de aankoop
3. Gebruikersgedrag:
- Hoe gebruikt men het product? Zuinig of minder zuinig
4. Afdankgedrag:
- Stoppen met gebruik product (versleten of past niet meer bij levensstijl)

Slide 14 - Tekstslide

Welk gedrag hoort bij onderstaande zin?

''Veel mensen zijn zuinig op hun spullen, vooral voor nieuwe producten. ''
A
Communicatiegedrag
B
Aankoopgedrag
C
Gebruikersgedrag
D
Afdankgedrag

Slide 15 - Quizvraag

Koopsituaties
Drie soorten koopsituaties:
1. UPO (Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag)
2. BPO (Beperkt probleemoplossend koopgedrag)
3. RAG (Routinematig aankoopgedrag)

Slide 16 - Tekstslide

UPO
Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag:
- De (potentiële) klant heeft nog niet eerder een product gekocht.
- Er zitten veel risico's aan de aanschaf
- De klant weet niet waarop hij zijn keuze
wilt baseren en zoekt veel informatie. 


Slide 17 - Tekstslide

BPO
Beperkt probleemoplossend koopgedrag:
- De klant weet al iets wat hij wilt kopen, heeft bijvoorbeeld ervaring met productgroep.
- Het weet waar het op moet letten, maar kent het merk (nog) niet. 
- De koper gebruikt de informatie die hij al had en neemt daarmee een beslissing.

Slide 18 - Tekstslide

RAG
Routinematig aankoopgedrag:
- De klant heeft geen nieuwe informatie nodig.
- Voorkeur voor een merk en blijft daaraan trouw.
- De klant ervaart weinig risico.
- De klant vindt het niet nodig om naar alternatieven te kijken.


Slide 19 - Tekstslide

''Een klant koopt al jaren schoenen van Nike, het ziet nu mooie schoenen van Adidas. Hij weet de prijs niet en zoekt het op''
Van welke koopsituatie is hier sprake?
A
UPO (Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag)
B
BPO (Beperkt probleemoplossend koopgedrag)
C
RAG (routinematig aankoopgedrag)

Slide 20 - Quizvraag

Factoren die koopgedrag beïnvloeden
-Culturele factoren (Normen en waarden, bijvoorbeeld duurzaam) 
- Economische factoren (inkomen)
- Persoonlijke factoren (levensfase, gezinssamenstelling)
- Psychologische factoren (Waarom maakt iemand 'die keuze')
- Technologische factoren
(het kopen van een nieuwe IPhone)
- Sociale factoren (Dezelfde omgangsnormen zoeken elkaar op)

Slide 21 - Tekstslide

Voor nu
(Af)Maken: Opdrachten H5
Klaar? Lever het in via Teams.
Werk verder aan een ander vak. 

Boek 2020: Opdracht 1 tot en met 19
Boek 2021: Opdracht 2 tot en met 14

Slide 22 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg H5.5
Werken aan de opdrachten van H5.5
(Afmaken H5.1 t/m H5.4)

Boek 2020 Blz 152
Boek 2021 Blz 171

Slide 23 - Tekstslide

Verandering in retail
- Door opkomst internet
- Afstand en openingstijden worden minder
belangrijk voor de klant.
- Kopen bij de webshop van de fabrikant of merk
- Deze vorm van concurrentie noem je
Kanaalconflict


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Omnichannel
De oplossing voor het kanaalconflict.
De klant staan centraal
Actieve benadering naar klanten!
De klant bedienen via meerdere kanalen.
Een online bestelling:
- laten bezorgen
- passen, bekijken en afhalen in de winkel


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Customer journey
De customer journey wordt dynamischer door omnichannel
Customer journey = Weg die de klant aflegt vanaf het denken aan de aankoop tot het afscheid nemen van het product.
Belangrijk: een positieve winkelervaring:
- korte wachtrij kassa
- Makkelijke service
- Met alle zintuigen de winkelervaring beleven



Slide 28 - Tekstslide

Technologie
Makkelijker klanten 'in de gaten te houden'
- Klantenkaarten
- wifi en bluetooth tracking
- QR-codes
Voordeel klant? Bijvoorbeeld:
ontvangen aanbieding op het mobieltje
bij langskomen winkel. 

Slide 29 - Tekstslide

Cocreatie
Consumenten/klanten krijgen de kans mee te werken aan een nieuw product. 
Bijvoorbeeld:
 Lay's chips met'Maak de smaak battle'

Belangrijk: voortdurend contact tussen de klant, producten en ontwerper

Slide 30 - Tekstslide

Gepersonaliseerd aanbod
Klanten willen het gevoel krijgen dat ze welkom zijn
Behoefte aan gastvrijheid
Producten aangeboden krijgen die voldoen aan hun wensen

Vooral belangrijk bij webwinkels!
Geneigd snel weg te klikken als de wensen niet aangeboden worden.

Slide 31 - Tekstslide

Hoe noem je de concurrentie die ontstaat als klanten rechtstreeks bij de fabrikanten of groothandel kopen?
A
Omnichannel
B
Customer Journey
C
Kanaalconflict
D
Cocreatie

Slide 32 - Quizvraag

Voor nu
Afmaken opdrachten H5
Boek 2020: Opdracht 1 t/m opdracht 25
Boek 2021:  Opdracht 2 t/m  opdracht 19

Klaar? Inleveren via Teams
Werken aan ander vak

Slide 33 - Tekstslide