les 27 inclusie en diversiteit

Inclusie en diversiteit
sociaal-maatschappelijke dimensie
les 27
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inclusie en diversiteit
sociaal-maatschappelijke dimensie
les 27

Slide 1 - Tekstslide

kenmerken en eigenschappen

Slide 2 - Tekstslide

Jouw persoonlijkheid
Jouw persoonlijkheid bestaat uit kenmerken en eigenschappen die:
  1. voor een deel zijn aangeboren;
  2. voor een deel zijn ontstaan door opvoeding;
  3. voor een deel zijn ontstaan door wat je hebt meegemaakt;
  4. voor een deel te veranderen of te beïnvloeden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Jouw persoonlijkheid
Voor een deel zijn aangeboren:
  • kleur ogen
  • haarkleur
  • reflexen

Slide 4 - Tekstslide

Jouw persoonlijkheid
Voor een deel zijn ontstaan door opvoeding = aangeleerd:
  • je moedertaal
  • tafelmanieren
  • levensovertuiging

Slide 5 - Tekstslide

Jouw persoonlijkheid
Voor een deel zijn ontstaan door wat je hebt meegemaakt:
  • gezondheid
  • omstandigheden
  • ervaringen

Slide 6 - Tekstslide

Jouw persoonlijkheid
Voor een deel te veranderen of te beïnvloeden zijn:
  • plaats
  • tijd

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1: kenmerken en eigenschappen

Slide 8 - Tekstslide

Ook aangeleerd:
  1.  Een waarde is iets wat een persoon of groep belangrijk vindt in het leven.
  2.  Een norm is een leef- of gedragsregel, zodat je de waarde beschermt en naleeft.



Slide 9 - Tekstslide

Een waarde
  • vrijheid
  • gelijkheid
  • broederschap 

Slide 10 - Tekstslide

Een norm
  1. klassenregels
  2. huisregels van de NS: de Nederlandse Spoorwegen 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
Luister en schrijf zoveel mogelijk op

Slide 12 - Tekstslide

Feiten en vooroordelen
  • Feit = te controleren, is waar.
  • Vooroordeel = een oordeel voordat je hebt gecontroleerd of het waar is. 

Slide 13 - Tekstslide

Feiten en vooroordelen
  1. Vooroordeel = makkelijk, je schat iemand snel in
  2. Vooroordeel = gevaarlijk, gaat vaak over hele groepen mensen.
  3. Vooroordeel leidt vaak tot negatief gedrag.

Slide 14 - Tekstslide

Discriminatie
Discriminatie = het anders behandelen van mensen op basis van dingen die er niet toe doen
  • negatief

uitzondering: positieve discriminatie = voorkeur voor bepaalde groep om achterstand te verminderen

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3
individueel maken en opzoeken

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Om succesvol te worden en prettig met elkaar om te gaan, moet je weten:
- Wat zijn jouw waarden en normen?
- Waar geloof jij in?
- Wie zijn jouw vrienden?
- Hoe ga je om met fatsoensnormen?
- Hoe ga je om met problemen?
- Hoe maak je de juiste keuzes in jouw contact met anderen en andersdenkenden? Hoe zorg jij ervoor dat je niemand buitensluit?

Slide 18 - Tekstslide