Basisstof 3.6 Onderzoek

Basisstof 3.6 Onderzoek doen
Hoe werkt onderzoek doen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3.6 Onderzoek doen
Hoe werkt onderzoek doen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Uitleg
Opdracht maken
Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Doel
de leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden de stappen van het onderzoek beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Wat weet je nog van de vorige les. 

Slide 4 - Tekstslide

Bacteriën bestaan uit.....................
A
een cel
B
een schimmel
C
alleen een celwand
D
bedorven eten

Slide 5 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
door verder te lopen
B
door andere te vernietigen
C
door zich te delen
D
door op een plek te blijven

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een taak van bacteriën ?
A
Dode resten van dieren opruimen.
B
soorten
C
laagje huis vernieuwen
D
bescherming

Slide 7 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van ziekte die bacteriën kunnen veroorzaken:
A
schaafwond
B
oorontsteking
C
openbotbreuk
D
kneuzing

Slide 8 - Quizvraag

 1 Wat is een onderzoeksvraag?
Dan bedoelen we eigenlijk: wat ga je onderzoeken/
voorbeeld:
je hebt een zakje met zaadjes. het valt op dat je de zaadjes in het zakje niet gaan kiemen. 
Je stelt een vraag:
Hoe komt het dat de zaadjes in een zakje niet kiemen?

Slide 9 - Tekstslide

2 Hypothese
Hypothese betekent: je gaat beschrijven wat denkt dat er gaat gebeuren.
Hierbij schrijf je op wat je denkt. Je denk bijvoorbeeld dat ze zaadjes lucht nodig hebben om te kunnen kiemen. Je gaat een volgende hypothese bedenken; de zaadjes in het zakje kiemen niet, omdat ze geen lucht krijgen.  

Slide 10 - Tekstslide

3 Werkplan
Dat is een plan uitwerken: wat heb je nodig en wat ga je doen.
om te onderzoeken of de zaadjes niet kiemen omdat ze geen lucht krijgen, je kunt in een zakje gaatjes prikken en een zakje zonder gaatjes en dan kijk je na een paar dagen wat er is  gebeurd.  je gaat de twee zakjes vergelijken. 

Slide 11 - Tekstslide

Opschrijven in het werkplan
je kan het als volgt opschrijven
Benodigdheden:
twee gelijke zakjes met het zelfde zaad erin. 
een speld. 
Ik neem twee zakjes met het zelfde zaad. in een zakje prik ik gaatjes met een speld, dan kan er lucht bij. In het ander zakje prik ik geen gaatjes. een paar dagen laten kijk je naar beide zakjes en kijk wat het verschil is. dat verschil schrijf je op in een tabel.

Slide 12 - Tekstslide

4 De uitvoering:
Uitvoering is: wat moet ik doen?
Je verzamelt de benodigdheden en voert gegevens uit van het werkplan

Slide 13 - Tekstslide

5 De resultaten 
een resultaat is: waarnemen wat van wat je hebt waargenomen. je bekijkt de resultaten die je tijdens de uitvoering hebt genoteerd. je maakt een tabel

Slide 14 - Tekstslide

6 De conclusie
Aan de hand van je resultaten van je onderzoek kan je een conclusie. 
Een voorbeeld:
Dat zaadjes in een zakje niet kiemen, omdat de zaadjes dan geen lucht krijgen.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Blz. 167 t/m 171
opdracht 1 maken. 
Prakticum slaan we over. 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Les afsluiten 
Doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 17 - Tekstslide