Grammatica Les 3

Grammatica Les 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Zie voor uitgebreidere uitleg werkvorm doen/zijn:

http://grammaticadidactiek.ruhosting.nl/docs/Activerende%20didactiek%20grammatica.pdf
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  1.  Het verschil tussen Doen- en Zijn- zinnen.
  2. Wat de kern van een zin is.
  3.  Wat een gezegde is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Herhaling vorige les 10 minuten
- Persoonsvorm
- Doen- en Zijnzinnen

Oefenen Doen- en Zijnzinnen

Gezegde

HW: Aantekeningen inleveren + over twee weken verhaal. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm vinden:


Harry en Ron heffen hun toverstaf.
Hermelien zit in de bibliotheek.
Dumbledore vraagt Hagrid om hulp.
Harry woont in de bezemkast bij zijn oom en tante.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Wemel bakt een taart
A
Mevrouw Wemel
B
een
C
taart
D
bakt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lily kijkt naar James Potter
A
Lily
B
naar
C
kijkt
D
James Potter

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sybilla Zwamdrift krijgt een visioen over Harry
A
een visioen
B
krijgt
C
Sybilla Zwamdrift
D
over Harry

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Harry vliegt op zijn bezemsteel.
A
vliegt
B
Harry
C
op zijn
D
bezemsteel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lisa pakt zingend haar blauwe rugzak. Ze stopt er nog snel haar teddybeer in. Dan moet ze vlug instappen, want papa start de motor. Vrolijk zwaait ze haar beste vriend Jimmy uit.
Ze rijden de straat uit.
Lisa zit al een tijdje in de auto. Maar dat vindt ze niet erg, want mama heeft lekkere snoepjes meegenomen. Ze heeft ook een cd met kinderliedjes aangezet. Lisa en haar broer
zingen de liedjes hard mee. Papa laat een diepe zucht horen. ‘Deze liedjes hebben we nu al drie keer gehoord.
Vinden jullie het goed als ik de muziek uitzet?’ Lisa geeft geen antwoord, maar denkt: wat een zeurpietje is papa.
Lisa doet pakken . Lisa doet zingen . Rugzak is blauw,
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lisa pakt zingend haar blauwe rugzak. Ze stopt er nog snel haar teddybeer in. Dan moet ze vlug instappen, want papa start de motor. Vrolijk zwaait ze haar beste vriend Jimmy uit.
Ze rijden de straat uit.
Lisa zit al een tijdje in de auto. Maar dat vindt ze niet erg, want mama heeft lekkere snoepjes meegenomen. Ze heeft ook een cd met kinderliedjes aangezet. Lisa en haar broer
zingen de liedjes hard mee. Papa laat een diepe zucht horen. ‘Deze liedjes hebben we nu al drie keer gehoord.
Vinden jullie het goed als ik de muziek uitzet?’ Lisa geeft geen antwoord, maar denkt: wat een zeurpietje is papa.
Lisa doet pakken Lisa doet zingen rugzak is blauw
ze doet (in)stoppen (in)stoppen is snel ze doet instappen
instappen is vlug papa doet starten ze is vrolijk
ze doet uitzwaaien ze doen rijden Lisa doet zitten
(zitten is in auto) ze doet (erg) vinden mama doet meenemen
snoepjes zijn lekker ze doet aanzetten (cd is met kinderliedjes)
Lisa en broer doen meezingen zingen is hard papa doet zuchten zuchten is diep we doen horen jullie doen (goed) vinden ik doe uitzetten Lisa doet (antwoord) geven Lisa doet denken papa is zeurpietje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht 3 maart: 
Maak van onderstaande tekst een goed lopend verhaal. De volgorde blijft hetzelfde!!! Probeer je tekst levendig te maken door het toevoegen van verbindingswoorden als toen,
dus, want, maar, of woordjes als opeens, nog, al, en door het toevoegen van hulpwoorden als willen, kunnen, hebben. 

Kim en Tom zijn vrolijk. Kim en Tom doen wandelen. Wandelen is in bos
bos is donker. Tom doet horen. Geritsel is vreemd. Kim doet schrikken. Kim doet zien. beertje doet bibberen. beertje doet zitten
zitten is achter boom. boom is dik. Tom doet zeggen. beertje is verdwaald. moeder doet zoeken. honing is wild. zoeken is in boom. boom is hoog. beertje doet spelen. beertje doet weglopen. Kim doet zeggen. wij doen terugbrengen. zij doen horen
gebrom is gevaarlijk. moeder is van beertje. beertje doet dribbelen. dribbelen is naar moeder. Kim en Tom doen zuchten
zuchten is opgelucht. Kim en Tom doen zeggen. wij doen beleven. avontuur is spannend

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernwoord Zijn of Doen


Een oranje bloem is een soort van..... bloem
Zitten op een stoel is een soort van......zitten

Slide 12 - Tekstslide

Je broodje smeren is een soort van … smeren
Een dikke boom is een soort van … boom
Mooie liedjes zingen is een soort van … zingen
Heel erg vervelend is een soort van … vervelend
Wachten op de bus is een soort van … wachten
In de tuin is een soort van … in (lastig, even aandacht aan besteden)
Geweldig moe van het feest is een soort van … moe
Iemand feliciteren met zijn verjaardag is een soort van … feliciteren
Kern van een zin
1. Harry vliegt op zijn bezem.
2. Harry is een tovenaar.
3. Lily speelt met Severus in de speeltuin.
4. Lily is de moeder van Harry. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Onderstreep met rood: het kernwoord van de zinnen met een doen-kern.
 Onderstreep met blauw: het kernwoord van de zinnen met een zijn-kern.
 Onderstreep met potlood: alle andere werkwoorden en bijbehorende woordjes
zoals "te" of "aan het".
Geef bij de volgende zinnen aan wat het gezegde is!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harry is aan het vliegen op zijn bezemsteel
A
Harry
B
is
C
is aan het vliegen
D
op zijn bezemsteel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mervrouw Wemel is een taart aan het bakken
A
Mevrouw Wemel
B
is
C
een taart
D
is aan het bakken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten is heel aardig
A
De nieuwe leraar
B
Verweer tegen de Zwarte Kunsten
C
is
D
is heel aardig

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het verschil tussen doen-zinnen en zijn-zinnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een gezegde vinden in een zin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Grammatica

  1. Verder oefenen met persoonsvorm en gezegde (naamwoordelijk en werkwoordelijk).
  2. Zinsdelen.
  3. Huiswerk aantekeningen inleveren
  4. Schrijfopdracht 3 maart.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies