HAVO les 8 - ECO - H7 - Maandag 25 november 2019

Welkom 3Hf
Maandag 25 november 2019
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3Hf
Maandag 25 november 2019

Slide 1 - Tekstslide

DE MARKT






Hoofdstuk 7.1 en 7.2

Slide 2 - Tekstslide

De inkomensvraaglijn


Verband tussen de vraag naar een product/dienst en het besteedbaar inkomen. 


Slide 3 - Tekstslide

Prijsvraaglijn
Verband tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid.

Qv = -ap + X 
Door eerst voor Qv en daarna voor p 0 in te vullen kun je de prijsvraaglijn trekken.

X = de maximale hoeveelheid bij een prijs van 0 
a = de hellingscoefficient, oftewel het effect dat de prijs heeft op de afname/toename van de hoeveelheid. 

Slide 4 - Tekstslide

Consumentensurplus 
Verschil tussen de prijs die consumenten bereid zijn te betalen en de werkelijke marktprijs 

Als de prijs daalt, kun je meer kopen, neemt de welvaart toe. Toename van welvaart meet je dus met het consumentensurplus. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 4 
A. De vraaghoeveelheid bij een bepaalde prijs is op zaterdag hoger omdat die dag de meeste topartiesten komen, dus er is meer vraag naar die kaartjes. 
B. € 80  (is de vraag 60.000)
C. Bij een prijs van €50 op zondag is de vraag 55.000 kaartjes, er zijn er 60.000 beschikbaar, dus 5000 over.  Van de 15.000 mensen die op zaterdag geen kaartje hebben kunnen krijgen zullen er 10.000 op zondag ook geen kaartje krijgen. 
D.  zaterdag :  60.000 x 50 = 3.000.000 
      zondag : 55.000 x 50 = 2.750.000 
     zondag: 5.000 x 50 x 0.8 = 200.000
                      totaal opbrengst = 5.950.000
      

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5:

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1
De vraag: 
- Weten hoe de vraag naar producten zich ontwikkelt en waarvan dit afhankelijk is(besteedbaar inkomen)
- Het verband tussen vraag en prijs kennen
- Weten wat consumentensurplus is en hoe je dit berekent. 

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 2
Het aanbod 

Slide 10 - Tekstslide

Prijsaanbodlijn
Verband tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid 

Qa= ap - X

Qa = aanbodhoeveelheid
a = hellingscoefficent, dus hoeveel invloed heeft de prijs op het aanbod
X = maximale hoeveelheid die aangeboden kan worden

Slide 11 - Tekstslide

Producentensurplus
Is het verschil tussen de feitelijke marktprijs en de minimalemprijs die producten willen ontvangen om de extra kosten te dekken. 

Slide 12 - Tekstslide

Maken opdracht 8

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 3
Concrete markt: zichtbare markt (bijv. winkel of via internet)
Abstracte markt: geheel van vraag naar en het aanbod van een goed of dienst

Volledige mededinging: volkomen vrije markt met veel concurrentie

Slide 14 - Tekstslide

Volledige mededinging: volkomen vrije markt met veel concurrentie
1. Veel concurrentie
2. Volkomen markt 
3. Vrije markt 

Zoja, dan de grootst mogelijke welvaart!

Slide 15 - Tekstslide

Vraag en aanbod in evenwicht
Maken opdracht 11, 13, 15

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide