Maandag 20/05 2H3

Le cours de français du 20 mai
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Le cours de français du 20 mai

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui
- Je me présente !
- Qu'est-ce qu'on va faire ?
- Les matériaux pour le français
- Je révise: faire les exercices 1 et 2
- Petite explication de la grammaire
- Je révise: faire les exercices 1, 2 et 3
- Terminer

Slide 2 - Tekstslide

Je me présente !
1. Klassenlijst: est-ce que tout le monde est présent ? 

2. Plattegrond

3. Qui est-ce que je suis ? 

Slide 3 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire ?
We behandelen een aantal belangrijke dingen die je in jaar 3 nodig zult hebben: 
- een aantal woordenlijsten;
- grammatica: het aanwijzend voornaamwoord, de passé composé
en het bijvoeglijk naamwoord;
- een klein aantal zinnen;
- lees- en luistervaardigheid.

Waarschijnlijk doen we een klein SO'tje in juni over een aantal van deze onderdelen

In de toetsweek einde dit schooljaar wordt leesvaardigheid getoetst. 

Slide 4 - Tekstslide

Les matériaux
- Je révise
- Vocabulaire chapitre 6
- Grammaire (verschillende onderdelen)

Later: de rest van chapitre 6

Voor volgende week doe je deze stencils in een snelhechter! 
Ik heb geen idee hoe ver jullie zijn met Frans, maar we zien wel hoe het gaat!

Slide 5 - Tekstslide

Je révise
Oorspronkelijk is dit een herhaalhoofdstuk uit jaar 2 van allerlei onderdelen. We gaan hiervan een aantal opdrachtjes over vocabulaire en grammaire maken. 

Aujourd'hui: faire les exercices 1, 2 et 3
Per opdracht komt een korte uitleg. 

Slide 6 - Tekstslide

Au travail !
Faites les exercices 1 et 2 tout seul.

Chuchottez !

Je mag een woordenboek gebruiken. 


Levez la main si vous voulez poser une question, je marcherai dans la salle. 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

La grammaire
Le présent is de tegenwoordige tijd
Exemple: ik loop = je marche

Le passé composé is een vorm van de verleden tijd
Exemple: ik heb gelopen = j'ai marché 

Gebruik hiervoor je grammaire stencils (pag. 142 t/m 149)
Bij het maken van de opdrachten wil ik eerst bekijken wat jullie zelf kunnen.

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Ik = je
Jij = tu
Hij = il
Zij = elle
Men = on
Wij = nous
Jullie/ u = vous
Zij = ils/ elles

Slide 9 - Tekstslide

Au travail !
Faites les exercices 1, 2 et 3 tout seul (opdracht 3F hoeft niet!). 

Chuchottez !


Voor opdracht 3 gebruik je de grammaire stencils! (pages 142 t/m 149). Je mag ook op je telefoon één van mijn uitlegvideo's bekijken: https://youtu.be/8qWTra2Tamg  (of zoek op youtube: UITLEG - présent & passé composé vanaf 3:37 minuten)

Levez la main si vous voulez poser une question, je marcherai dans la salle. 


Slide 10 - Tekstslide

Terminer 
Qu'est-ce qu'on a appris aujourd'hui ?

Les devoirs
Faire: les exercices 1, 2 et 3
Apprendre: la liste de vocabulaire A

Het is niet erg als opdracht 3 niet helemaal lukt!

Slide 11 - Tekstslide