Herhaling 2.5 en andere paragrafen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Bespreken huiswerk

Wat is het probleem?
Wie zijn er bij betrokken?
Wat vinden de betrokkenen?
Wat is jouw mening over de bio-industrie?

Vragen:

Wat is het verschil tussen de bio-industrie en de biologische veehouderij?

Wat is het verschil tussen intensieve landbouw en biologische landbouw?

Wat betekent kapitaal en kennisintensief?

Is het aanschaffen van machines kapitaal, kennis of arbeidsintensief?

Volgende week maandag: TOETS!

Paragraaf 1 t/m 5

1. Amsterdam, de opbouw van een stad

Kennen:
Kenmerken van een binnenstad
Kenmerken oude woonwijken
Wat staat er in de Woningwet van 1902
Wat werd er gedaan aan de woningnood in 1950
Hoe kan grondgebruik worden toegepast?

2. Verschillen tussen woonwijken

Wat kenmerkt: laagbouwwoningen, hoogbouw.
Wat is: woningdichtheid, niet westerse allochtonen.

Wat betekent het begrip: Leefbaarheid
Door welke ontwikkelingen wordt een wijk leefbaar.

3. De vernieuwing in het Overtoomse Veld

Wat is stadsvernieuwing?

Op welke manieren kun je stadsvernieuwing toepassen?
- Sloop- en nieuwbouw
- Renovatie
- Veiligheid

4. Leefbaar platteland

Begrippen:
Adressendichtheid
Specialisatie
Mechanisatie
Intensivering

5. Bio- industrie, voor of tegen

Wat is bio-industrie?
Wie zijn er voor en tegen?
Wat zijn de argumenten van beide groepen?

Intensieve veehouderij/landbouw tegenover biologische veehouderij/landbouw.

Nog vragen over de paragrafen?

1. Amsterdam, de opbouw van een stad
2. Verschillen tussen woonwijken
3. De vernieuwing in het Overtoomse Veld.
4. Leefbaar platteland
5. Bio-industrie, voor of tegen?

Lees de basisboeknummers en haal de belangrijkste begrippen eruit.

B157, B151, B155, B156, B132, B145, B11, B133
Maak dus van elk basisboeknummer bij het hoofdstuk een korte samenvatting.

Klaar? Ga verder met samenvatten: paragrafen 1 t/m 5