Overleven in Europa - Vrijhandel en schaalvergroting

Filosofie WTO
Internationale handel is de beste en snelste manier om de wereld welvarender te maken

Vrijhandel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Filosofie WTO
Internationale handel is de beste en snelste manier om de wereld welvarender te maken

Vrijhandel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

4 basisregels
1. handelsvoorwaarden gelden voor alle landen
2. geen onderscheid tussen buitenlandse of ‘eigen’ producten
3. vaste tarieven
4. geen uitvoersubsidies of dumping

Slide 3 - Tekstslide

GLB - Fort Europa
 1. boeren beschermd werden
2. productie- en inkomenssubsidies
3. hoge invoertarieven voor niet-Europese landbouwproducten
4. uitvoersubsidies Europese landbouwproducten  dumping

Slide 4 - Tekstslide

90 procent is nu 'eerlijk'

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Sleep de componenten naar het vakje; "meer vrijhandel" of "minder vrijhandel"
Meer vrijhandel
Minder vrijhandel
Exportsubsidie
Protectie
WTO
Liberalisering
Handelsblok
Vrijhandelszones

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Schaalvergroting
  • Mechanisatie
  • Specialisatie
  • Innovatie 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Quizvragen

Slide 11 - Tekstslide

Welke letters passen bij het Middellandse zeeklimaat?
A
Cw
B
Cf
C
Cs
D
Cm

Slide 12 - Quizvraag

Lucht stroomt altijd van:
A
hoog naar laag
B
hogedruk naar lagedruk
C
laag naar hoog
D
lagedruk naar hogedruk

Slide 13 - Quizvraag

Welke omschrijving klopt NIET met de wet van Buys Ballot?
A
Wind waait van hoge naar lagedrukgebieden
B
De wind heeft een afwijking door de draaiing van de aarde
C
De wind heeft op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
D
Op het noordelijk halfrond waait de wind met de klok mee rond een hogedrukgebied

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is de zomer droog in het MZ-gebied?
A
Azoren-hoog is naar het zuiden geschoven
B
Omdat er een grote neerslagvariabiliteit is.
C
het Azoren-hoog ligt boven het MZ-gebied
D
Omdat er een grote neerslagintensiteit is.

Slide 15 - Quizvraag

De middellandse zee staat in verbinding met
A
de stille oceaan en de rode zee
B
de Atlantische oceaan, de rode zee en de zwarte zee
C
de zwarte zee, de golf van Mexico en de Atlantische oceaan
D
de zwarte zee, de rode zee en de Arabische zee

Slide 16 - Quizvraag

De akkerbouw in het Middellandse zee bestaat uit
A
het verbouwen van mais
B
het verbouwen van aardappels
C
dry farming , boom- en struikcultuur en irrigatielandbouw

Slide 17 - Quizvraag

In het middellands zeegebied is er
A
sprake van een complexe platentektoniek met vooral convergente en transforme breuken
B
sprake van overwegend divergentie
C
sprake van vooral divergentie en transforme breuken

Slide 18 - Quizvraag

Het water van de Middellandse zee is
A
kouder en zouter dan dat van de Atlantische oceaan
B
warmer en zouter dan dat van de Atlantische oceaan
C
kouder en minder zout dan dat van de Atlantische oceaan

Slide 19 - Quizvraag

In de Middellandse zee vindt je vooral
A
schildvulkanen
B
spleetvulkanen
C
stratovulkanen

Slide 20 - Quizvraag

Kleinschalige landbouw in het Middellandse Zeegebied vindt van oudsher plaats in de ... plaats.
A
Kust- en riviervlakten
B
Heuvels
C
Bergachtige gebieden

Slide 21 - Quizvraag

Voor welke vorm van landdegradatie is het Middellandse Zeegebied kwetsbaar?
A
Versnelde bodemerosie
B
Verzilting
C
Verwoestijning
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quizvraag

Bodemerosie:

welk van de volgende antwoorden is geen oorzaak van bodemerosie?
A
Overbegrazing
B
Lange periode van droogte
C
Ontbossing
D
Regenbui

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN maatregel om bodemerosie tegen te gaan?
A
Terrassen aanleggen
B
Akkers niet meer braak laten liggen
C
Het planten van bomen
D
Het omploegen van akkers

Slide 24 - Quizvraag

Wat is bodemerosie?
A
het verdwijnen van de bodem
B
het verdelen van de bovenste laag van de bodem
C
het verdwijnen van de onderste laag van de bodem
D
het verdwijnen van de bovenste laag van de bodem

Slide 25 - Quizvraag

Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de herfst een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen

Slide 26 - Quizvraag

Platentektoniek past binnen de...
A
fysische dimensie
B
culturele dimensie
C
politieke dimensie
D
economische dimensie

Slide 27 - Quizvraag

Het opbreken van Pangea zorgde voor enorm veel vulkanen (door snelle platentektoniek). Hoe beïnvloedde dit het klimaat op lange termijn?
A
Het werd warmer
B
Het werd kouder
C
Het had geen effect

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 29 - Quizvraag

Welk klimaat is er in Antalya (zuiden)?
A
Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 30 - Quizvraag

Bekijk eerst het plaatje. Welke zinnen zijn juist?
1. De aardbeving besloeg een gebied van meer dan 200 kilometer van west naar oost.
2. De aardbeving ontstond doordat Abruzzo op Umbria botste.
3. De aardbeving ontstond door de golfbewegingen van de Adriatische Zee en de Middellandse Zee.
4. Het epicentrum van de aardbeving lag in Norcia.
5. Amatrice ondervond meer gevolgen van de aardbeving dan Rome.

A
4 en 5
B
1, 2 en 5
C
2, 3 en 4
D
1 en 5

Slide 31 - Quizvraag

Bekijk de bron. Zolang de Afrikaanse plaat botst met de Egeïsche plaat zal de Middellandse zee uiteindelijk verdwijnen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Waar in het Middellandse Zeegebied is de kans op aardbevingen het grootst?
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 33 - Quizvraag

Wat is naast het Middellandse Zeeklimaat de belangrijkste factor die van het Middellandse Zeegebied een eenheid maakt?
A
Mediterrane landbouw
B
Irrigatielandbouw
C
Mediterrane vegetatie
D
Neerslagintensiteit

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent 'vrijhandel'?
A
Handel waarbij productie in handen is van particuliere ondernemers
B
Handel wordt bepaald door vraag en aanbod
C
Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zoveel mogelijk worden weggenomen
D
De wijze waarop een land bestuurd wordt

Slide 35 - Quizvraag

Vrijhandel kent ook nadelen. Wat is een nadeel van vrijhandel?
A
protectionisme
B
exportgerichte industrialisatie
C
vrijemarkteconomie
D
global shift

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van vrijhandel voor Nederland?
A
Lekker goedkoop kleding kopen
B
Je bent niet meer afhankelijk van anderen
C
Je bent specialist in bepaalde producten
D
Alle drie zijn juist

Slide 37 - Quizvraag

'Een Nederlandse boer kan vergeleken met 1950, veel meer stukken grond bewerken'

Welk begrip hoort bij dit stukje tekst?
A
Seizoensarbeid
B
Biodiversiteit
C
Schaalvergroting
D
Mechanisatie

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een gevolg van schaalvergroting?
A
Landbouw wordt kapitaalintensief
B
Boerenbedrijven worden kleiner in oppervlakte
C
Landbouw wordt kennisintensief
D
Afname biodiversiteit

Slide 39 - Quizvraag

Op deze foto zie je een woestijn met een stuk akkerland. Welke landbouwtechniek wordt hier toegepast
A
schaalvergroting
B
intensivering
C
beregening
D
irrigatie

Slide 40 - Quizvraag

uit welke twee pijlers bestaat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU?
A
landbouwsteun inkomenssteun
B
inkomenssteun productiesubsidies
C
landbouwsteun plattelandsontwikkeling

Slide 41 - Quizvraag