Grammar quiz unit 1

Good morning
Monday the 21st of September
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good morning
Monday the 21st of September

Slide 1 - Tekstslide

In today's class:
-Grammar quiz unit 1
-Extra grammar practice

Slide 2 - Tekstslide

Je gebruikt de present perfect bij acties die:
A
in het verleden begonnen en nog steeds bezig zijn
B
gebeurd zijn maar het is verder niet belangrijk wanneer
C
in het verleden gebeurd zijn, waarvan je nu het resultaat ziet
D
die nét of nog niet gebeurd zijn

Slide 3 - Quizvraag

Which sentence is in the present perfect?
A
He's written a book
B
He wrote a book
C
He's writing a book
D
He has wrote a book

Slide 4 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden voor de present perfect!

Slide 5 - Open vraag

Welke van deze woorden is GEEN signaalwoord voor de past simple
A
yesterday
B
last year
C
yet
D
when I was young

Slide 6 - Quizvraag

What's the difference between the present perfect and the past simple?

Slide 7 - Open vraag

Choose the sentence with the correct tense!
A
Did you finish your homework already?
B
Have you finished your homework already?
C
Did you finished your homework already?
D
Have you finish your homework already?

Slide 8 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct tense!
A
I've read when the phone rang
B
I read when the phone was ringing
C
I was reading when the phone rings
D
I was reading when the phone rang

Slide 9 - Quizvraag

When should you use the past continuous?

A
als je wil zeggen dat iets in het heden (nu) bezig is
B
als je wil zeggen dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was
C
Als je wil zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig is
D
Bij feiten en gewoontes

Slide 10 - Quizvraag

Make a sentence with the past continuous AND the past simple

Slide 11 - Open vraag

Make a sentence with used to:
I / play / games / every day

Slide 12 - Open vraag

Make a sentence with used to:
He / not / smoke

Slide 13 - Open vraag

Choose the correct article: (a/an/the/x)
I usually skip _____ breakfast
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct article: (a/an/the/x)
Tom plays _____ guitar
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct article: (a/an/the/x)
My dad is _____ accountant
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 16 - Quizvraag

What was the most difficult of unit 1?

Slide 17 - Open vraag

Questions about the grammar?

Slide 18 - Open vraag

Practice
Go to New Interface online
Go to one of the lessons 
Look for the ***practise more*** grammar exercises
You have to pick 4 exercises

Slide 19 - Tekstslide