V3 - betoog les 2

V3 - betoog
Vorige keer:
- standpunt kiezen
- drie argumenten bedenken

Vandaag:
Wat maakt een betoog goed?
Succescriteria opstellen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

V3 - betoog
Vorige keer:
- standpunt kiezen
- drie argumenten bedenken

Vandaag:
Wat maakt een betoog goed?
Succescriteria opstellen.

Slide 1 - Tekstslide

Succescriteria betoog
Werk in twee- of drietallen (of alleen als je dat graag wil)
- Je krijgt drie betogen. Lees ze door.
- Arceer in elke alinea van de kern het argument.
- Let verder ook op de volgende onderdelen (zie volgende dia).

Slide 2 - Tekstslide

Succescriteria betoog
Begin met het arceren van de argumenten die in de kern staan. 
Stel succescriteria op over de volgende onderdelen:
- Opbouw inleiding
- Indeling kernalinea (waar staat het argument? wat staat er verder in de alinea?)
- Opbouw kern
- Opbouw slot
- Welke signaalwoorden worden er gebruikt?

Slide 3 - Tekstslide

Succescriteria inleiding

- Aandacht trekken (appetizer)!
- Anekdote, actualiteit, gebeurtenis om in te leiden
- Relevantie aantonen
- Standpunt noemen
- Eén of twee alinea's
Succescriteria slot

- Herhalen argumenten (kort!)
- Herhalen standpunt
- Uitsmijter!

Slide 4 - Tekstslide

Indeling kern
- Alinea met argument 1
- Alinea met argument 2
- Alinea met tegenargument en weerlegging (mag ook op een andere plek)
- Alinea met argument 3


Slide 5 - Tekstslide

Alinea met argument

Argument
Toelichting
Voorbeeld
--> AUB!

Onderzoeken & percentages!
DE DIENSTPLICHT MOET IN NEDERLAND 
HERINGEVOERD WORDEN

Slide 6 - Tekstslide

Alinea met argument
 Een voorbeeld kan een persoonlijke anekdote zijn, maar het kan ook een feit, statistiek of voorbeeld uit de actualiteit zijn. 

- Hierbij is het van belang dat je voorbeelden kiest die passen bij de lezers van je betoog! - 

Slide 7 - Tekstslide

Een voorbeeld van 'AUB'

Slide 8 - Tekstslide

Alinea met tegenargument
"Een tegenargument dat we niet kunnen negeren is..."

--> Leg uit waarom dit argument niet klopt. Dit kan je doen met een nieuw argument of door een voorbeeld, feit of
statistiek te noemen die aantoont waarom het argument niet klopt.

Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden in een betoog
Standpunt aankondigen: Ik vind... Ik ben van mening... 
Argumenten opsommen: Om te beginnen, ook, daarnaast, bovendien, verder, tot slot, ten slotte, Er is nog een derde reden...
Onderbouwen argumenten: omdat, want, namelijk...
Tegenargumenten aangeven met een structurerende zin: Tegenstanders voeren twee bezwaren aan..., Sommige mensen vinden dat... Een tegenargument dat we niet kunnen negeren is...
Weerleggen tegenargumenten: toch, maar, echter, daar staat tegenover, 
Herhalen argumenten en slot (concluderen): daarom, kortom, dus, al met al...

Slide 10 - Tekstslide

Herhalen argumenten
Indeling betoog in het kort

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Werk verder aan de voorbereiding van je betoog:
- Standpunt zoeken
- Drie argumenten bij je argumenten bedenken
- Werk je argument alvast verder uit (AUB!)
- Bedenk een tegenargument en een weerlegging

Zet dit in een schema en bewaar je bronnen als je die gebruikt!

Slide 12 - Tekstslide