HNE Duits M2 K8 Aussehen les 1 m2b

Donnerstag 16. Mai 2024
Woche 20 / Frühling



Planung
23-5 - SO Wörter Wohnen
30-5 - kein Unterricht
6-6 - SO Wörter Aussehen
13-6 - kein Unterricht
20-6 - letzte Unterrichtstunde

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Donnerstag 16. Mai 2024
Woche 20 / Frühling



Planung
23-5 - SO Wörter Wohnen
30-5 - kein Unterricht
6-6 - SO Wörter Aussehen
13-6 - kein Unterricht
20-6 - letzte Unterrichtstunde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Was machen wir heute
Aussehen (K7)
- Klamotten
- Farben
- Modalverben
- Aufgabe Aussehen

Slide 3 - Tekstslide

 Kleidungstücke + Farben + Modalverben
     
Aan het einde van de les kun je:
- een aantal kledingstukken in het Duits benoemen;
- kun je een aantal kleuren in het Duits benoemen;
- weet je wat de modale werkwoorden in het Duits zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Zuerst: Buch, S. 68, Übung 1

Slide 5 - Tekstslide

Was fehlt? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide.

Slide 6 - Tekstslide

Wat mist er op de vorig slide (zonder lidwoord - meervoud).

Slide 7 - Open vraag

 Lektion 2  Kleidungstücke
     
s.o.
Kleidung kaufen
Was fehlt (wat mist)? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat mist er op de vorige slide?
(zonder lidwoord en enkelvoud)

Slide 9 - Open vraag

Was siehst du hier?

Slide 10 - Tekstslide

Wat zag je op de vorige slide (in Duits) (zonder lidwoord in enkelvoud)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
das
der
das
die
die
Mütze
Stiefel
Brille
Kleid
T-Shirt

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
die
der
die
die
die
Socken
Jeans
Ohrringe
Kette
Pullover

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
die
der
der
der
die
Ring
Rock
Jacke
Schuh
Hose

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Link

Jetzt die Farben!

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 18 - Sleepvraag

rot
blau
grün
gelb
rosa / pink
orange
violett
braun
schwarz
weiß
grau

hell = licht
dunkel = donker

Slide 19 - Tekstslide

de bruine jas
de rok
het groene overhemd
de trui
De blouse
de rode jurk
de gele broek
die braune Jacke
die gelbe Hose
der Rock
das grüne Hemd
der Pullover
das rote Kleid
die Bluse

Slide 20 - Sleepvraag

Steh auf....
...wenn du
eine blaue Jeans trägst.

Slide 21 - Tekstslide

Steh auf....
...wenn du
weiße Schuhe trägst.

Slide 22 - Tekstslide

Steh auf....
...wenn du
ein schwarzes T-Shirt trägst.

Slide 23 - Tekstslide

Wer weiß was Modalverben sind?

Slide 24 - Tekstslide

Modalverben
werkwoorden die een modaliteit / een manier / een wijze aangeven, zoals 
zoals: noodzakelijkheid (moeten), waarschijnlijkheid (zullen), mogelijkheid (kunnen), wenselijkheid (willen).
Ze staan (bijna) nooit alleen, er is altijd nog heel werkwoord bij. 

Slide 25 - Tekstslide

Modalverben
dürfen - mogen (toestemming van iemand)
können - kunnen
wollen - willen
mögen - leuk vinden 
müssen - moeten ( het is noodzakeiljk)
sollen - moeten (het moet van iemand)

Slide 26 - Tekstslide

Modalverben
dürfen > ich darf schwimmen (ik mag zwemmen)
können > ich kann schwimmen
wollen > ich will schwimmen
mögen > ich mag schwimmen (ik vind zwemmen leuk)
müssen > ich muss schwimmen (anders verdrink ik...)
sollen > ich soll schwimmen (ook al wil ik het niet)
Ich möchte = ik zou graag willen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Welche Modalverben werden in diesem Fragment benutzt (gebruikt) ?
A
können, wollen, mögen
B
wollen, dürfen, können
C
können, mögen, wollen, dürfen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Welche Modalverben werden in diesem Song benutzt ?
A
können und mögen
B
möchten und dürfen
C
wollen und müssen
D
müssen und mögen

Slide 31 - Quizvraag

Und jetzt seid ihr!

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal in het Duits:
Ik hou van gele rokken.
timer
0:20
A
Ich möchte gelbe Röcke
B
Ich darf gelbe Röcke
C
Ich möge gelbe Röcke.
D
Ich mag gelbe Röcke.

Slide 33 - Quizvraag

Vertaal in het Duits
Ik mag naar de bioscoop.
timer
0:20
A
Ich mag ins Kino gehen.
B
Ich darf ins Kino gehen.
C
Ich möchte ins Kino gehen.
D
Ich will ins Kino gehen.

Slide 34 - Quizvraag

Vertaal in het Duits:
Ik houd van friet.
timer
0:20
A
Ich mag Pommes
B
Ich darf Pommes
C
Ich will Pommes
D
Ich kann Pommes

Slide 35 - Quizvraag

Schrijf nu zelf op wat je aan hebt (bijvoorbeeld: eine blaue Hose)
Heute (vandaag) trage ich ...

Slide 36 - Open vraag

Nenne alle Wörter auf, die du jetzt gelernt hast!

Slide 37 - Woordweb

Nächste Woche
SO Wörter Wohnen - lijst hangt in magister => voor een bonus
én die les nieuwe opdracht voor PO

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide