Duurzame groene stad drama

Duurzame, groene stad Rotterdam
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Duurzame, groene stad Rotterdam

Slide 1 - Tekstslide

De voetafdruktest

Slide 2 - Tekstslide

Wonen
1. Uit hoeveel mensen bestaat je huishouden, jezelf inbegrepen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 3 - Quizvraag

Wonen

2. Je woont in?
A
Een appartement/flat
B
Een rijtjeshuis
C
Een twee-onder-een-kap woning
D
Een vrijstaande woning

Slide 4 - Quizvraag

Wonen

3. Hoe spring je om met elektriciteit?
A
Ik let goed op mijn elekriciteitsgebruik, bv. door apparaten niet op stand-by te laten staan
B
Meestal let ik wel op mijn elektriciteitsgebruik, bv. door de lichten en apparaten uit te doen in kamers waar niemand aanwezig is
C
Ik let eigenlijk niet op mijn elektriciteitsgebruik

Slide 5 - Quizvraag

Voeding

4. Thuis eet je?
A
Voornamelijk vers fruit en groente uit Nederland en de rest van Europa
B
Voornamelijk verse producten, diepgevroren groenten en groenten uit blik of glas
C
Voornamelijk diepgevroren groenten, groenten uit blik of glas of afkomstig uit verre landen
D
Voornamelijk kant en klare maaltijden of afhaalmaaltijden

Slide 6 - Quizvraag

Voeding

5. Hoe vaak eet je vlees of vis?
A
Nooit
B
Soms (drie keer per week of minder)
C
Vier tot vijf keer per week
D
Elke dag

Slide 7 - Quizvraag

Lifestyle

6. Wat doe je met gebruikte spullen?

A
Ja, ik breng zoveel mogelijk gebruikte spullen naar de kringloopwinkel
B
Soms breng ik gebruikte spullen naar de kringloopwinkel
C
Ik gooi alles weg

Slide 8 - Quizvraag

Lifestyle

7. Doe je aan afvalscheiding?
A
Ja, papier, plastic, glas en groen afval
B
Ja, maar alleen papier en glas
C
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Vervoer
8. Hoeveel keer per week word je met de auto naar school gebracht?

A
Nooit
B
Maximaal een keer per week
C
Maximaal drie keer per week
D
Elke dag

Slide 10 - Quizvraag

Vervoer
9. Hoe vaak maak je gebruik van het openbaar vervoer?
A
Nooit
B
Soms
C
Meerdere keren per week
D
Elke dag

Slide 11 - Quizvraag

Vakantie

Hoe ga jij meestal op vakantie?
A
Ik ga nooit op vakantie
B
Met de auto binnen Nederland
C
Met de auto binnen Europa
D
Met het vliegtuig

Slide 12 - Quizvraag