Opdracht 1 | Atlasvaardigheden 1.2 Atlasgebruik

M&M M1
Vaardigheden - Opdracht 1 | Atlasvaardigheden
1.2 Atlasgebruik

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M&M M1
Vaardigheden - Opdracht 1 | Atlasvaardigheden
1.2 Atlasgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Het leerdoel van deze les is:

1. landen, plaatsten, rivieren etc. opzoeken met behulp van het register en coördinaten.


Slide 2 - Tekstslide

Achter in de atlas begint het registergedeelte. Dit is een opzoeksysteem. Je kan achterin de atlas snel kaarten vinden van landen, plaatsen en nog meer. Het register begint met het landenregister, hierin kan je de kaarten van alle landen ter wereld vinden.

Vervolgens staat daarna het topografisch namenregister. Dat is een lijst met alle aardrijkskundige namen. Achter iedere naam staat een pagina nummer en een letter met een getal. Die letter en dat getal zijn coördinaten. Ze verwijzen naar een vak op de kaartje waar je die plaats vindt.

In de kaft van de atlas vind je altijd de bladwijzers. Op deze manier kan je snel een overzichtskaart vinden.

Als laatste heb je ook nog een trefwoordenregister. Hierin vind je alle thematische kaarten.

In de registers staan achter de aardrijkskundige namen een paginanummer en een letter met een getal. Die letter en dat getal zijn de coördinaten. Ze verwijzen naar een vak op de kaart waar je die plaats vindt.

Slide 3 - Tekstslide

1. Beantwoord de volgende zinnen, welk register hoort op de stippenlijntjes?

1. Als de naam van een land weet, maar je weet niet precies waar het land ligt, gebruik je het ………….
 2. De …….. vind je aan de binnenzijde van de achterkant van de atlas. Deze gebruik je als je ongeveer weet waar een land of stad ligt. Je ziet een kader om de landen waar een nummer bij staat. Het nummer is het nummer van de kaart.
3. In het ………… staan alle namen van dorpen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak.
4. Moet je een kaart hebben die gaat over een bepaald thema of onderwerp dan kun je het best kijken in het …………………..


Landenregister
Topografische namenregister
Bladwijzers
Trefwoordenregister

Slide 4 - Sleepvraag

2. Ga naar de bladwijzer.

Welke kaarten zijn samen een overzichtskaart van Zuid-Nederland?

Op welke kaart vind je het land Marokko?

Slide 5 - Open vraag

3. Ga naar het landenregister.

Op welke kaart vind je het land Chili?

Op welke kaarten vind je het land Zweden?

Slide 6 - Open vraag

4. Ga naar het register van topografische namen. Noteer het kaartvak erachter.

Op welke kaart vind je de stad Alberta?

En op welke kaart de stad Renaix?

Slide 7 - Open vraag

5. Ga naar het trefwoordenregister.

Op welke kaarten vind je informatie over het Boeddhisme?

En op welke kaarten vind je informatie over Ontdekkingsreizen?

Slide 8 - Open vraag

6. Gebruik kaart 40-41 en geef aan op welke coördinaten de volgende steden liggen.
Hoorn, Steenwijk
Scheveningen, Nijmegen
Almere, Enschede

Slide 9 - Open vraag

Leerdoelen check
Leerdoel 1: Waar vind je de registers in een atlas?

Slide 10 - Open vraag

Leerdoelen check
Leerdoel 1: Waar vind je de bladwijzer?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen check
Leerdoel 1: Wat staat er in het landenregister?

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen check
Leerdoel 1: Wat staat er in een topografisch namenregister?

Slide 13 - Open vraag

Leerdoelen check
Leerdoel 1: Wat staat er in het trefwoordenregister?

Slide 14 - Open vraag

Leerdoelen check ingevuld?
Ga samen met je talking partner elkaars antwoorden controleren en verbeter elkaar.

Slide 15 - Tekstslide