Thema 5: Criminaliteit Oefenvragen

Thema 5 Criminaliteit (5.4 t/m 5.6)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Criminaliteit (5.4 t/m 5.6)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WB blz 143
Samenvattingen 5.4 t/m 5.6 moeten zijn gemaakt. Belangrijk bij het leren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een strafbaar feit?
A
Wanneer je geen rekening met anderen houdt
B
Een overtreding van de wet

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Misdrijf of overtreding?
Fiets stelen
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Misdrijf of overtreding?
Door rood rijden
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is erger een misdrijf of een overtreding?
A
misdrijf
B
overtreding

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding
Misdrijf
Je neemt een zak snoep mee bij de kruidvat zonder te betalen
Je rijdt 60 op een weg waar 50 toegestaan is
Je bent betrokken bij een overval op een snackbar 
Je gooit je afval naast de prullenbak
Je probeert in te breken in een huis maar het mislukt. De politie ziet je.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een overtreding krijg je een strafblad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bestuurt de scooter, terwijl je vriend een winkel berooft.
A
Je pleegt een misdrijf
B
Niks aan de hand dat mag gewoon
C
je bent alleen in overtreding
D
je pleegt zelf geen misdrijf je vriend wel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschilt de criminaliteit per tijdperk of hangt het af van de plek?
tijdgebonden criminaliteit 
plaatsgebonden criminaliteit
Te klein geboren kinderen weggooien
eenvoudig vuurwapens in de supermarkt kunnen kopen
internet
fraude
Mensenoffers brengen aan de Goden
Een relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke vraag hoeft GEEN ja gezegd te worden om iemand schuldig te 'bevinden'?
A
Heeft de verdachte een belangrijke baan?
B
Gaat het om een strafbaar feit?
C
Is de verdachte strafbaar?
D
Heeft de verdachte het gedaan?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Risico Factoren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico Factoren
Alcohol / Drugs
Biolo-gische factoren
Slechte opvoeding
Groeps-druk
Spijbelen / School-uitval
Thuis wordt veel geweld gebruikt.
Hij kan zijn verslaving niet meer betalen.
Geen behaalde diploma's.
Iemand lijdt aan schizo-frenie.
Haar beste vrienden nemen wapens mee het OV in.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat schrijft de politie na (en tijdens) hun onderzoek?
A
Proces-verbaal
B
Strafbeschikking
C
Vonnis

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de uitleg: Je moet mee naar het politiebureau voor verhoor.
A
Schikken
B
Arresteren
C
Seponeren
D
Strafbeschikking

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkomst is het beste voor een verdachte?
A
Seponeren
B
Schikking
C
Geldboete
D
Vervolgen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de brief die je thuis krijgt als je voor de rechter moet verschijnen?
A
Proces-verbaal
B
OM-afdoening
C
Justitiële oproep
D
Dagvaarding

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Advocaat
Rechter
OvJ
Verdachte
Getuige

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de uitspraak van de rechter?
A
de uitslag
B
de taakstraf
C
de regeling
D
het vonnis

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN doel van het straffen van criminelen?
A
Eigenrichting voorkomen
B
Het maakt de samenleving veiliger
C
Vermaak voor het volk
D
Afschrikking

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt er NIET over het Jeugdrecht?
A
Voor zware misdrijven kun je naar bureau Halt gestuurd worden.
B
Jeugdrecht is voor jongeren tussen 12 en 18.
C
Voor jongeren zijn er aparte gevangenissen: jeugddetentie.
D
Als je meewerkt met Bureau Halt dan krijg je geen strafblad.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bijkomende straf
speciale maatregel
hoofdstraf
celstraf
taakstraf
inleveren rijbenwijs
geldboete
TBS
schade-vergoeding

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Preventie of repressie?
Ilse moet een bonnetje halen bij de conciërge
omdat ze te laat in de les was.
Preventie of repressie? 
Ilse moet een briefje halen bij de conciërge en zich eerder melden, omdat ze te laat in de les was.
A
Preventie
B
Repressie

Slide 27 - Quizvraag

Uit het boek: pagina 166


Preventie of repressie?
Langs sommige wegen hangen snelheidsmeters
waarop je je eigen snelheid kan zien in
een rode of groene kleur.
Preventie of repressie? 
Langs sommige wegen hangen snelheidsmeters waarop je je eigen snelheid kan zien in een rode of groene kleur.
A
Preventie
B
Repressie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste volgorde Rechtzaak:
1
2
3
4
5
6
7
Verdachte krijgt het laatste woord
Rechter geeft het vonnis
getuigen worden gehoord
Rechter controleert persoons-gegevens
OvJ noemt de strafeis
OvJ leest de aanklacht voor en ondervraagt de verdachte
Het pleidooi van de advocaat om de verdachte te verdedigen

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies