5.3 deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 5.3 Het ontstaan van de Arabische wereld
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Open je boek op bladzijde 60.

2. Terugblik

Wie kan mij nog eens vertellen wat je hebt geleerd bij paragraaf 5.1 en 5.2?

Wie is de hoogste bestuurder van een staat?

1. Staatshoofd
2. Burgemeester
3. Parlement
4. Regering

Hoe heet de groep van 150 volksvertegenwoordiger

1. Overheid
2. Tweede kamer
3. Regering
4. Ministerie

Hoe noem je een afspraak over wat wel en niet mag?

1. Bestuur
2. Wet
3. Regel
4. Preek

Wie is de leider van de regering?

1. Minister-President
2. Staatshoofd
3. Bestuurder
4. Parlement

Hoe heet een gebied met vaste grenzen onder 1 regering?

1. Overheid
2. Democratie
3. Staat
4. Gemeente

Hoe heette de edelman, die de baas was over een gebied?

1. Adel
2. Horige
3. Heer
4. Ridder

Hoe noem je een mannelijke geestelijke die in een klooster leeft?

1. Heer
2. Monnik
3. Priester
4. Non

Hoe noem je een Godsdienstige leider in een kerk?

1. Monnik
2. Ridder
3. Heer
4. Priester

Hoe heet het gebouw waar monniken en nonnen leven?

1. Staat
2. Kerk
3. Klooster
4. Moskee

Wat is een preek?

1. Godsdienstige uitleg
2. Bijbel
3. Symbool in kerk
4. Boodschap van God

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les weet je:

- Wat het geloof van de Islam inhoudt

- Welke gebieden werden veroverd door het Arabisch volk.

- Welke geloofsregels gelden in de Islamitische landen. 

Het verhaal van Mohammed

- Leefde van 570 tot 632

- Hij was handelaar in Mekka.

- Hij kreeg een droom waarin Allah (Arabische naam voor God) tot hem sprak.

- Mohammed werd boodschapper (profeet) van Allah

- Volgens Mohammed was er maar één god: Allah. Zo ontstond een nieuwe godsdienst: Islam (onderwerping aan de wil van Allah)

- Boodschappen die Mohammed kreeg werden later opgeschreven in de Koran (hierin staat onder andere hoe Moslims moeten leven)

Arabische veroveringen

- Met een leger werden veel gebieden veroverd om mensen te bekeren tot de Islam.

- Na de dood van Mohammed gingen zijn opvolgers (kaliefen), door met veroveren.

- Arabisch rijk was van Spanje tot India. Europa hebben ze nooit kunnen veroveren. Ze werden verslagen door het leger van Karel Martel (grootvader Karel de Grote)

Islamitsische geloofsregels

1. Geloven dat Allah de enige god is

2. Elke dag bidden

3. Geld geven aan armen

4. Één keer per jaar vasten tijdens de ramadan

5. Één keer in je leven naar Mekka

Wie is Mohammed

1. jongen
2. meisje
3. Allah
4. profeet

Aanhangers van de Islam worden ..... genoemd

1. Mohammed
2. Koran
3. Moslims
4. Christen

Opvolgers van Mohammed heten

1. Kaliefen
2. Poitiers

Hoe heten de regels van de islam?

1. Koran
2. zuilen
3. ramadan

6. Zelfstandig werken

Je maakt straks zelfstandig paragraaf 5.3 opdracht 1 t/m 7.

Ben je klaar?

Dan stuur je mij een foto van je gemaakte opdrachten.

TJ opdr 4-6 (blz 78) nog van: DJ, Ryan en Haidara

Toets 5.1 en 5.2 nog van: Lynn, Haidara, Joey, DJ, Ryan, Fransje, Jada