klassikaal 'herkennen' compositievormen .1

Bij IEDERE vraag: welke compositievorm herken je of is er sprake van dynamiek of statisch, symmetrie of asymmetrie?

Bij IEDERE vraag: er is 1 goed antwoord.

A
xx
B
xx
C
xx
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Ontwerp&VormgevingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Bij IEDERE vraag: welke compositievorm herken je of is er sprake van dynamiek of statisch, symmetrie of asymmetrie?

Bij IEDERE vraag: er is 1 goed antwoord.

A
xx
B
xx
C
xx

Slide 1 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
statisch
B
horizontaal
C
centraal

Slide 2 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
verticaal
B
centraal
C
symmetrisch

Slide 3 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
symmetrie
B
driehoek
C
over all

Slide 4 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
statisch
B
symmetrie
C
verticaal

Slide 5 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
verticaal
B
dynamisch
C
driehoek

Slide 6 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
over all
B
driehoek
C
symmetrie

Slide 7 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
diagonaal
B
statisch
C
horizontaal

Slide 8 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
diagonaal
B
over all
C
statisch

Slide 9 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
over all
B
symmetrie
C
driehoek

Slide 10 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
symmetrie
B
horizontaal
C
dynamisch

Slide 11 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
over all
B
verticaal
C
dynamisch

Slide 12 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
symmetrie
B
diagonaal
C
horizontaal

Slide 13 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
verticaal
B
asymmetrie
C
driehoek

Slide 14 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
horizontaal
B
dynamisch
C
symmetrisch

Slide 15 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
symmetrisch
B
dynamisch
C
horizontaal

Slide 16 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
verticaal
B
symmetrisch
C
dynamisch

Slide 17 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
asymmetrisch
B
horizontaal
C
centraal

Slide 18 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
over all
B
symmetrisch
C
centraal

Slide 19 - Quizvraag

welk onderdeel herken je?
A
dynamisch
B
driehoek
C
centraal

Slide 20 - Quizvraag