BS5: Onderzoek naar evolutie

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen BS4
  1. Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.
Best aangepaste organismen meest succesvol in het
doorgeven van hun genen aan de volgende generatie
(natuurlijke selectie)
1

Slide 2 - Tekstslide

H4: 
evolutie
BS 5: 
Onderzoek naar evolutie

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap.
  2. Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
  3. Je kunt een stamboom en een cladogram aflezen en construeren. 

Slide 4 - Tekstslide

Anatomie en verwantschap

De bouw en functie van een organisme, en delen er van worden de Anatomie genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

Homologie en analogie
Analogie

- Dezelfde functie
- Andere evolutionaire oorsprong
homologie

- Andere functie
- Dezelfde evolutionaire     oorsprong

Slide 6 - Tekstslide

Rudimentaire organen
Organen die hun functie verloren zijn

Verdwijnen in de loop van de evolutie

Slide 7 - Tekstslide

Cladistiek
  • Cladistiek = methode om organismen in te delen in groepen genaamd clades

  • Clade(s) (klados = tak) = een gedeelde voorouder en alle evolutionaire nakomelingen

  • Cladogram = een schematische weergave van verwantschap tussen soorten (evolutionaire stamboom)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Matrix met eigenschappen
Cladogram
Cladogram maken

Slide 10 - Tekstslide

Biochemie en verwantschap
Door te kijken naar de overeenkomsten in biochemie bij organismen (bijv. het voorkomen van Hemoglobine of RNA) kan de verwantschap bepaald worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Evolutionaire genetica
Men streeft naar clades waarbij alle nakomelingen van een gemeenschappelijke voorouder zijn opgenomen.
Clades waarbij dit het geval is noem je: monofyletisch

Sommige clades zijn polyfyletisch
Dit is een clade waarin organismen zijn opgenomen waarin niet de gemeenschappelijke voorouder is opgenomen

Clades waarvan de gemeenschappelijke ouder en een deel van alle nakomelingen maar niet allen zijn opgenomen, noemt men parafyletisch

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag

VWO: 59 t/m 70
Havo: 

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap.
  2. Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
  3. Je kunt een stamboom en een cladogram aflezen en construeren. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide