6.2 Belastingen en de auto

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Behandelen paragraaf 2 (15 min)
  • zelfstandig werken (30 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

§2 Belastingen en de auto
Pak voor je 
boek 
iPad
stop weg in je tas
telefoon

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding rechtsboven.

De belastingen die zichtbaar zijn in de afbeeldingen, noemen we:
A
directe belastingen
B
indirecte belastingen

Slide 4 - Quizvraag

Inkomsten en loonbelasting is een voorbeeld van...
A
Accijns
B
BTW
C
Directe belastingen
D
Indirecte belastingen

Slide 5 - Quizvraag

Is de stelling juist of onjuist?
Directe belastingen worden ook wel ‘kostprijsverhogende’ belastingen genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 7 - Quizvraag

Accijns

Slide 8 - Woordweb

Accijns
Maakt producten duurder, zodat het minder gebruikt word

Voorbeelden:
Tabak, Alcohol, Benzine en Diesel

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen §2
- Ik kan de kilometerprijs van een auto berekenen
- Ik kan uitleggen uit welke kosten de kilometerprijs bestaat 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De hoogte van de motorrijtuigenbelasting hangt af van...
Het gewicht van de auto
Hoe zwaarder de auto hoe meer je betaald
De brandstof van de auto
Benzine(goedkoopst  LPG  Diesel (duurst)
Want een dieselrijder rijdt mee km’ers
De provincie waar de eigenaar woont
Een inwoner van Amsterdam betaald meer dan een inwoner van Hoogezand

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vaste kosten auto (ook als je niet rijdt, heb je deze kosten)
  • de waardevermindering van het voertuig
  • de verzekeringskosten
  • de motorijtuigenbelasting (houderschapsbelasting)

De brandstofkosten zijn de variabele kosten. Wanneer de auto stilstaat heb je deze kosten niet!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een auto rijdt per jaar 13.000 km. De brandstof kost 1,66 per liter. Op 1 liter brandstof kan je 14 km rijden
Hoe hoog zijn de totale brandstofkosten?
Eerst uitrekenen hoeveel liter brandstof je nodig hebt
13.000 / 14 = 928,57 liter heb je nodig
928,57 (aantal liters)  x € 1,66 (brandstofprijs) = € 1.541,43
Wat is de kilometerprijs van deze auto?
€ 1.541,43 (Totale brandstofkosten) / 13000 km (totaal aantal km) = € 0,12 

Slide 18 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 6 paragraaf 2

  • Lees de theorie op bladzijde 46 en 47
  • Maak de opdrachten 1 t/m 12

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide