Verkeer

Een voorrangsbord is...
A
binnenkant rood met een witte rand
B
buitenkant rood met een witte binnenkant
C
binnenkant oranje/geel met een witte rand
D
binnenkant blauw met een witte rand
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een voorrangsbord is...
A
binnenkant rood met een witte rand
B
buitenkant rood met een witte binnenkant
C
binnenkant oranje/geel met een witte rand
D
binnenkant blauw met een witte rand

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Dit bord betekent...
A
u rijdt op een autoweg
B
u rijdt op een autosnelweg
C
u mag hier niet parkeren
D
u rijdt een bebouwde kom in

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Dit bord betekent...
A
als er ander verkeer aankomt moet je stoppen
B
je mag langzaam doorrijden maar moet wel voorrang verlenen
C
je moet stoppen
D
de andere weggebruiker moet voor jou stoppen

Slide 5 - Quizvraag

Een verkeersbord dat rond is met een rode rand zegt altijd...
A
je mag hier niet...
B
je moet hier...
C
je mag hier...
D
je moet hier niet...

Slide 6 - Quizvraag

Een rond bord met een blauwe achtergrond zegt altijd...
A
je mag hier niet...
B
je moet hier...
C
je mag hier...
D
je moet hier niet....

Slide 7 - Quizvraag

Een driekantig bord met de punt naar boven en een rode rand zegt altijd....
A
kijk hier is....
B
je mag hier niet...
C
je moet hier...
D
pas op...

Slide 8 - Quizvraag

Een vierkant of rechthoekig bord met een blauwe achterkant zegt altijd...
A
Kijk, hier is...
B
Pas op....
C
Je moet hier....
D
Je mag hier niet...

Slide 9 - Quizvraag

Als je links af wilt slaan dan kijk je eerst om, steek je hand uit en je maakt een grote bocht
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welk antwoord is niet goed...
Als je met een groep fietst:
A
fiets je niet te dicht naast elkaar
B
wissel je soms van plek met iemand anders
C
fiets je nooit met losse handen
D
let je altijd zelf op het verkeer

Slide 11 - Quizvraag

Het is belangrijk dat een verkeersbord overzichtelijk is. Wat hoort daarbij?
A
de vorm
B
de kleur
C
korte tekst
D
niet teveel borden bij elkaar

Slide 12 - Quizvraag

Een onderbord...
A
is een bord dat alleen ergens kan staan
B
hangt soms onder een verkeersbord
C
hangt altijd onder een verkeersbord
D
bestaat uit veel tekst

Slide 13 - Quizvraag

Als je uit een auto stapt moet je eerst kijken of er verkeer aankomt
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Ik weet hoe ik moet fietsen in het verkeer!
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag