GPL 1e periode BOL

Betekenis druppelinfectie:
A
infectie via de lucht
B
infectie via een infuus
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Betekenis druppelinfectie:
A
infectie via de lucht
B
infectie via een infuus

Slide 1 - Quizvraag

Besmettingsbronnen zijn?
A
mens of dier
B
drager zijn van ziekteverwekkende micro-organismen of een virus
C
straatvuil, zoals modder of stof
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

De manieren waarop micro-organismen binnendringen noemen we de besmettingswegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De meest gevreesde resistente bacterie in een instelling is de .......
A
ARS
B
MRSA
C
NMM
D
RSAM

Slide 4 - Quizvraag


Inwendige bloeding waarbij het bloed tussen de omliggende weefsels terechtkomt noemen we?
A
blauwe plek
B
hematoom
C
bloeduitstorting
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Ophoping van vocht in een bepaald lichaamsdeel noemen we?
A
vochtophoping
B
glanshuid
C
oedeem
D
gebruik van steunkousen

Slide 6 - Quizvraag

Betekenis van Preputium=
A
infectie
B
voorhuid
C
geslachtsdeel vrouw
D
geslachtsdeel man

Slide 7 - Quizvraag

Aankleden van een zorgvragen met een halfzijdige verlamming begin je aan de gezonde kant
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Huidturgor is een teken van uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Cyanose treed op door....
A
rode plekken door wrijving
B
blauwe plekken door het stoten ergens tegen aan
C
rood gelaat door koorts
D
blauw zien door te weinig zuurstof in het bloed

Slide 10 - Quizvraag


Klein, vrij zacht en gemakkelijk te schikken kussentje noemen we ?
A
Gertje
B
Jantje
C
Pietertje
D
Keesje

Slide 11 - Quizvraag

De afstand tussen de spijlen van het ledikantje moet tussen de 4,5 en 6,5 centimeter zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Een hoog-laagbed wordt ook wel ziekenhuisbed genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een cirkelbed is bedoeld voor zorgvragers die zelf .....
A
uit bed kunnen komen
B
niet uit bed kunnen komen
C
kunnen draaien in bed
D
niet kunnen draaien in bed

Slide 14 - Quizvraag

Het low-air-loss-bed is geschikt voor zorgvragers .....
A
longpatiënten
B
decubitus
C
bepaalde houding liggen of zitten
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

De functie van de voetensteun is het voorkomen ....
A
van spitsvoeten
B
het onderuit zakken in bed
C
minder schuifkracht
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Dakpansgewijs schikken van kussens pas je toe bij een zorgvrager?
A
die op z'n linkerzij ligt
B
die op z'n rechterzij ligt
C
die op de rug ligt
D
die op de buik ligt

Slide 17 - Quizvraag

Mictie betekend?
A
Urineren
B
Blaasontsteking
C
Niet kunnen plassen
D
blaasspoelen

Slide 18 - Quizvraag

Vochtbalans betekend?

A
Noteren wat de zorgvrager zelf opdrinkt
B
Noteren wat je de zorgvrager aanbied
C
Noteren hoeveel iemand urineert in de 24 uur
D
Noteren wat de verhouding tussen de vochtinname en de vochtuitscheiding

Slide 19 - Quizvraag

Een vochtverlies van ongeveer 20% is dodelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Het lichaam van een volwassene bestaat voor ongeveer ...... vocht.
A
40%
B
50%
C
60%
D
70%

Slide 21 - Quizvraag

Veel problemen met eten en drinken hebben onderliggende oorzaken.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Als iemand evenwichtig eet en drinkt, neemt hij ongeveer ......liter vocht per dag.
A
1
B
1.5
C
2
D
2.5

Slide 23 - Quizvraag

het woord dehydratie betekend?
A
moeilijk slikken
B
vocht tekort
C
niet kunnen urineren
D
slechte opname van eten/drinken

Slide 24 - Quizvraag

Te veel vocht vast houden noemen we vochtretentie.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

betekenis Insomnia
A
teveel en te diep slapen
B
moeite om in slaap te vallen en/of om door te slapen
C
slaapmedicatie toedienen
D
onrustig en ondiep slapen

Slide 26 - Quizvraag

betekenis contractuur
A
verkeerde houding
B
drukplekken
C
dwangstand van een gewricht
D
buikligging

Slide 27 - Quizvraag

Fissuur betekend
scheurtje in de huid.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

In de ........ is vastgelegd in welke mate werkgevers hun werknemers bescherming moeten bieden.
A
CAO
B
Wet vd Zorgverlening
C
Arbowet
D
AOW

Slide 29 - Quizvraag

micro-organisme is een?
A
bacterie
B
virus
C
parasiet
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 30 - Quizvraag

Resistent betekend dat je
ongevoelig bent voor antibiotica.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Als je persoonlijke zorg verleent, heb je een professionele relatie met de zorgvrager. Die relatie heet een zorgrelatie
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Visie betekent letterlijk: hoe of wat je ziet
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Wat je als zorgverlener mag en moet doen, legt de organisatie vast in.......
A
regels
B
voorschriften
C
protocollen
D
allen antwoorden zijn juist

Slide 34 - Quizvraag


A

Slide 35 - Quizvraag