Kapitel 4 auf die Plätze fertig, los!

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Kapitel 4

Feierst du mit?

 

Pak je boek voor je

Was machen wir heute?

1. Grammatik (nieuw onderdeel)

2. Herhaling Grammatik

3. Plauderecke

4. Stripverhaal

Lernziel: je kan onderwerpen over sport begrijpen. 

Prüfungen

Formatieve toets (week 24) --> 3 weken

Leestoets (week 25) --> 4 weken

RTTI toets  (week 27) --> 6 weken

Wörterliste A: S. 150

Boek doornemen

Zinnen in de klas

1. Darf ich einen Kugelschreiber leihen?

2. Darf ich eine Süßigkeit haben?

3. Darf ich mein Chromebook aufladen?

4. Darf ich auf die Toilette gehen?

5. Ich habe mein Buch vergessen.

6. Ich habe mein Chromebook vergessen!

Wörter

Sport treiben = aan sport doen

immer = altijd

versuchen = proberen

der Fernseher = de tv

Wörter

aan sport doen

 altijd

 proberen

 de tv

Wörter

die Mannschaft = het elftal

der Profi = de professional

das Kleid = de jurk

der März = de maart 

Grammatik S.134

Stap 1: persoonlijk vnw omcirkelen

Stap 2: stam - en 

Wanneer de stam eindigt op d of t dan krijgt de stam een e er bij.

Grammatik S.135

Mannelijk en onzijdig = geen e

vrouwelijk en meervoud = wel e

Urlaub (m)

Fußball (m)

Gitarre (v)

Hobbys (mv)

Skateboard (o)

Pferd (m)

Spieler (m)

Sport (m)

Klavier (o) Ball (o)

Lesen, Aufgabe 22

1. Hoe laat zijn de trainingstijden?

2. Wanneer kan je trainen?
3. Waar vindt de training plaats?

4. Wat moet je doen als je nog niet zeker weet of Badminton iets voor je is?

Plauderecke S.152, 

sch uitspraak

st = scht 

sp = schp

Stripverhaal S. 152

S.124  Lesen

Aufgabe 4

1. Wanneer is Quintin met skateboarden begonnen?

2. Welke uitrusting heb je nodig bij het skateboarden?

3. Hoeveel soorten boards zijn er?

4. Noem 2 hobby's van Quintin.

5. Wat is een Kickflip?

6. Wat is typisch voor skateboards?

Fertig? Aufgabe 5 machen

Plauderecke S.152

Was machen wir heute?

1. Grammatik

2. Je kunt vragen stellen over het onderwerp sport.'

3. Je kunt een korte tekst over hobby’s lezen en begrijpen.

4. Je kunt een korte tekst over hobby’s lezen en begrijpen.

Hausaufgaben 

Leerlingen die het PO niet hebben ingeleverd. 

HW inleveren via classroom 

S. 122 Lied

Aufgabe 1

Zet de woorden op de juiste plek.

Zusammen: 

Aufgabe 1B 

Aufgabe 2 

Aufgabe 3 

S.124  Lesen

Aufgabe 4

S.124  Lesen

Aufgabe 4

1. frieren
2. die Tränen
3. die Zeit
4. der Regen

1. frieren
2. die Tränen
3. die Zeit
4. der Regen

1. frieren
2. die Tränen
3. die Zeit
4. der Regen

S.117  Hören

Aufgabe 3

Paul und Benny spielen Fußball in der Jugendmannschaft vom FC Leipzig. 

 Notiere, welche Marke du hörst. Gesucht werden fünf Markenbegriffe für diese Artikel:

S.117  Wörter

Aufgabe 4

Welches Wort passt in den Satz? 

PO

Je leert meer over de 2 Duitse broers Jacob en Wilhelm Grimm. 

In deze PO:

- ga je meer ontdekken over deze twee broers

- bekijk je op You tube twee minder bekende sprookjes die de gebroeders Grimm geschreven hebben.

- en maak je daar enkele opdrachten bij.

PO

Week 26 opdrachten inleveren. 

Deze PO maak je individueel en zelfstandig. Er wordt dus geen lestijd aan besteed.

Je levert de PO uiterlijk in week 23 in Classroom in. Maak eerst een kopie van dit bestand en vul dan de antwoorden in.

Im Station sind mehr als 20.000.....

1. Freunde
2. Zuschauer

Wir feiern schon den ganzen Tag. Wir haben die WM....

1. gewonnen
2. verloren

PO kwartet

Je gaat met z'n 2en een kwartetspel maken.

- Essen

 - Schulfächer

- Familie 

- Berufe

- Tiere

 - Sänger

- Sport

- Städte in Deutschland

- Kleidung

 - Fußballvereine in Deutschland

Was sollst du machen? 

● 1) Zoek bij elk woord een plaatje.

● 3) Maak 40 kaartjes

● 4) Schrijf op elk kaartje bovenaan de categorie en onderaan de 4 woorden die bij de categorie horen. Onderstreep op elk kaartje 1 woord en plak het plaatje dat bij dat woord hoort op het kaartje. 

Prüfungen

1. Luistertoets (week 3)

2. Leestoets (week 4)

3. PO (week 9)

4. Proefwerk Kapitel 2 und 3

Darf ich auf die Toilette gehen?

Lesedossier 

 Enquête beantwoorden

Deze les moet af: 

Text 4, 5 en 6 afmaken

Rangtelwoorden

Am 5. August treffen wir uns

getallen 1 t/m 19 = getal + te (zwei wordt zweite)

getallen vanaf 20 = getal + ste (zwanzig wordt zwanzigste)

Uitzonderingen zijn: 

eins - erste, drei - dritte, sieben - siebte, acht - achte 

achtste

1. acht
2. achtte
3. achte

vierde

1. vierste
2. vierte
3. viertte

24ste

1. vierundzwanzigte
2. vierundzwanzigste

drei

1. dreitte
2. dreite
3. dritte

Das ist lecker!

Hausaufgaben

S. 116 und S. 117 

Aufgabe 1, 2, 3 und 4