Samira 08/06

• ANT2+
• Basisschool
• Groep 3

Herhaling

Woorden met c als k/s

Citroen: ik zeg [s], ik schrijf ‘c’

Carnaval: ik zeg [k], ik schrijf ‘c’

Let op: circus

      [s] [k]

Lees de wisselrijen

cij – fer

ci – troen

cir – kel

car – na – val

cac – tus

ca – na – da

club

tractor

circus

Woorden met c als k/s

Citroen: ik zeg [s], ik schrijf ‘c’ 

Carnaval: ik zeg [k], ik schrijf ‘c’

Let op: circus

      [s]             [k]

Lezen maar...

duif ei

touw ij

school ui

ijs ooi – aai – oei

circus sch

haai z

pauw f

carnaval cirkel

Au met a – u

Ou met o – u

Denk aan het verhaal van ‘Laura’

Verkleinwoorden en woorden met [ch]

Verkleinwoorden

Voeg 'je' toe.

Woorden met ch

Ik schrijf ‘ch’, ik zeg [g]

Woorden met cht, eeuw en ieuw

Cht

ik zeg [gt], ik schrijf 'cht' na een korte klank, bv. lucht

Eeuw/ieuw

Ik hoor [eew], ik schrijf eeuw

Ik hoor [iew,] ik schrijf ieuw

Ch(t), eeuw, ieuw

Cht

Ik hoor een korte klank, gt= ik shrijf cht

Eeuw/ieuw

Ik hoor [eew], ik schrijf eeuw

Ik hoor [iew], ik schrijf ieuw

Maandag 08/06

Dinsdag 09/06

Woensdag 10/06

Staartje van twee

Kleef de letters aan elkaar, bv.

st - ie- r= stier

Verkleinwoord + je

bv. huis + je= huisje

Donderdag 11/06

Staartje van twee

Kleef de letters aan elkaar, bv.

st - ie- r= stier

Verkleinwoord + je

bv. huis + je= huisje

Vrijdag 12/06