Week 36

Week 36
Lezen: Zakelijke teksten
2BK1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 36
Lezen: Zakelijke teksten
2BK1

Slide 1 - Tekstslide

Stil lezen
Eerste tien minuten van de les.

(Hierbij heb je geen iPad of mobiel nodig, dus die blijft in je tas)

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
- Lesdoelen 
- Theorie: Tekstverbanden/signaalwoorden
- Aan de slag met opdrachten
- Lesdoelen check

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
- Aan het einde van deze les herken ik tekstwoorden en de signaalwoorden die het tekstverband aangeven.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie Tekstverbanden en signaalwoorden

-----------------------------------------------------------------
Basis kijkt mee op bladzijde 14
Kader kijkt mee op bladzijde 11


Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
-----------------------------------------------------------------------

-Ik ga iedere dag op de fiets naar school.
-Vandaag ga ik met de trein naar school.
-Het regent. 

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
-----------------------------------------------------------------------

Ik ga iedere dag op de fiets naar school, maar vandaag ga ik met de trein naar school, omdat het regent.

Slide 7 - Tekstslide

Opsomming 
''Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport. Ook kan je het lekker buiten doen. Daarnaast kan je je eigen planning maken en je kan het elke dag doen.''

Slide 8 - Tekstslide

Opsomming 
Het na elkaar opnoemen van een aantal punten of onderdelen, van hetzelfde thema.
Ten eerste, ten tweede, vervolgens, ook, bovendien, ten slotte, tot slot. 

Slide 9 - Tekstslide

Tegenstelling
´´Deze telefoon heeft een groot scherm, maar de kleuren zijn minder helder.´´

Slide 10 - Tekstslide

Tegenstelling
- Twee dingen opnoemen die tegenover elkaar staan, die verschillend zijn.

- Maar, echter, daar staat tegenover, enerzijds, anderzijds, toch. 

Slide 11 - Tekstslide

Conclusie
''Ik vind het een slechte sportschool, dus ik zou er niet sporten!''

Slide 12 - Tekstslide

Conclusie
Waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt.

- Dus, omdat, kortom, concluderend

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
''In schoolkantines wordt meer gezond eten verkocht, bijvoorbeeld broodjes gezond en vers fruit.''

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
- Een uitspraak wordt gevolgd door een of meer voorbeelden.
- Bijvoorbeeld, als, zo, voorbeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Kort samengevat
Opsomming: Na elkaar opnoemen van een aantal punten of onderdelen.
Tegenstelling: Twee dingen noemen die tegenover elkaar staan.
Conlcusie: Waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt.
Voorbeeld: Een uitspraak wordt gevolgd door voorbeelden.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Basis: 15, 16, 17 & 18 --- Kader: 12, 13, 14 & 15
Hoe? Zonder muziek, volume laag.
Hulp? Gele tekst in je boek + docent.
Tijd? +- 15 minuten
Uitkomst? Donderdag kijken we na.
Klaar? Lees verder in je boek.

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen check!
Pak je mobiel/iPad erbij!

Slide 18 - Tekstslide

Ten eerste heeft Jan zijn huiswerk gemaakt. Ook heeft hij zijn kamer opgeruimd.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 19 - Quizvraag

Ik vind skateboarden erg leuk, maar ik kan het nog niet zo goed.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 20 - Quizvraag

Ik ben vandaag binnen gebleven, want het regende erg hard.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 21 - Quizvraag

Op het strand kan je veel dingen doen, bijvoorbeeld een zandkasteel bouwen.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 22 - Quizvraag

Tekstsoorten
Basis: Bladzijde 10 
Kader: Bladzijde 13

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag
- Stil lezen
- Lesdoelen
- Mededelingen
- Aftekenen huiswerk
- Theorie: Het nieuwsbericht
- Aan de slag
- Lesdoelen

Slide 24 - Tekstslide

Mededelingen
- Vorige week 
- Van mij

Slide 25 - Tekstslide

Aftekenen huiswerk
Leg je werkboeken open op tafel.

Slide 26 - Tekstslide

Theorie Het nieuwsbericht
Je herkent een nieuwsbericht aan de volgende kenmerken:
- Een dikgedrukte, opvallende kop (titel)
- Een opvallende inleiding (andere kleur, dikgedrukt of ander lettertype)
- De tekst is verdeeld in kolommen
- Bovenaan het nieuwsbericht staat vaak de naam van de schrijver (verslaggever)

Slide 27 - Tekstslide

Theorie Het nieuwsbericht
- Bij foto's staan de namen van de fotograven
- De tekst begint vaak met een plaatsnaam

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Basis: 11, 12 & 13 --- Kader: Lezen teksdoelen blz. 10 en maken 14, 15, 16, 17
Hoe? Muziek mag, overleggen op fluistertoon
Hulp? De gele stukjes tekst in je boek & de docent
Tijd? +- 15 minuten
Uitkomst?  Donderdag kijken we na
Klaar? Pak je leesboek erbij

Slide 30 - Tekstslide

Een nieuwsbericht begint vaak met een plaatsnaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is verdeeld in kolommen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

De inleiding van een nieuwsbericht ziet er hetzelfde uit als de rest van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Een titel is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Vandaag
- Stil lezen
- Aftekenen + nakijken huiswerk
- Black story
- Nieuwsquiz

Slide 35 - Tekstslide

Stil lezen
Hierbij heb je je iPad niet nodig, deze blijft in je tas. 

Slide 36 - Tekstslide

Aftekenen week 36
- Leg je werkboek op tafel

Slide 37 - Tekstslide

Nakijken 
Basis: 14, 16, 17
Kader: 13, 16, 17

Als je niet nakijkt, pak je je leesboek en lees je verder.

Slide 38 - Tekstslide

Black story

Slide 39 - Tekstslide

Nieuwsquizzzzzzzz

Slide 40 - Tekstslide