2023 Her Middeleeuwen H4H5

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- Herhaling H4 en H5
- Afsluiting
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- Herhaling H4 en H5
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Kun jij deze tijdvakken op de juiste volgorde zetten?

Slide 2 - Sleepvraag

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling
Begrippen
Jaartallen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen:

In grote lijnen het verloop van de Middeleeuwen uitleggen


Slide 4 - Tekstslide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 5 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 10 - Tekstslide

DOMEIN
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de "Middeleeuwen?"
A
Eeuwen die in het "midden" liggen
B
De eeuwen tussen de Griekse en Romeinse oudheid
C
De eeuwen die starten na de Renaissance
D
Eeuwen die tussen twee bloeiperiodes liggen

Slide 12 - Quizvraag

Welke kenmerken passen het beste bij de middeleeuwen?
A
Grote steden en langeafstandshandel
B
Weinig steden, nauwelijks handel
C
Romanisering
D
Landbouwsamenleving

Slide 13 - Quizvraag

Hiernaast zie je een domein. Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
de burgemeester

Slide 14 - Quizvraag

In welke twee periodes verdelen we de Middeleeuwen?

Slide 15 - Open vraag

Wat herken je? Is dit Vroege of Late Middeleeuwen?

Slide 16 - Open vraag

Welke drie standen zijn er in de Middeleeuwen?

Slide 17 - Open vraag

Welk begrip hoort erbij? Deze kun je allemaal in je boek vinden.


  • Een boer die geheel of gedeeltelijk afhankelijk was van een heer en die niet ergens anders mag wonen.
  • Het in leen geven van gebieden in ruil voor hulp.
  • Paus, bisschoppen en priesters.
  • Staat aan het hoofd van een klooster.
  • Een organisatie van mensen die hetzelfde beroep uitoefenen.
  • Waarin er een systeem is van leerling, gezel en meester.
  • Het gekochte recht om bijvoorbeeld een muur te bouwen.
  • Een verbond van kooplieden in verschillende Europese steden.
  • Een gevoel van saamhorigheid van mensen die samen een staat vormen.

Slide 18 - Tekstslide

Welke kenmerken van een Middeleeuwse stad herken je hier? 

Slide 19 - Tekstslide

➤ Wie zegt wat? Plaats de nummers van de uitspraken bij de juiste persoon. Let op: sommige uitspraken passen bij beide personen. Dan schrijf je het nummer twee keer op.
Ik wil God eren.
Ik wil laten zien hoe rijk onze stad is.
Ik wil laten zien hoe goed onze gildemeesters zijn.
Ik wil mijn zonden afkopen.

Slide 20 - Sleepvraag


➤Ambacht of geen ambacht?

Handelaar
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 21 - Quizvraag


➤Ambacht of geen ambacht?

Boer
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 22 - Quizvraag


➤Ambacht of geen ambacht?

Schoenmaker
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 23 - Quizvraag


➤Ambacht of geen ambacht?

Meubelmaker
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 24 - Quizvraag


Deze zin gaat over de late Middeleeuwen. 
➤Is deze zin goed of fout? 

Er is veel handel.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag


➤Welke bevolkingsgroep vond je in de middeleeuwen alleen in de steden?

A
De boeren
B
De burgerij
C
De adel
D
De geestelijken

Slide 26 - Quizvraag


➤De meeste mensen in de middeleeuwen waren analfabeet (ze konden niet lezen en schrijven)

A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag


➤Wat is een gilde?

A
Een ambacht waarbij je opkomt voor iemands belang
B
Een munt in de middeleeuwen
C
Een gebouw waar een ambacht werd uitgeoefend
D
Een groep van mensen met het zelfde ambacht die voor elkaars belangen opkwamen

Slide 28 - Quizvraag


➤Waarom konden aan het eind van de middeleeuwen steeds meer mensen overstappen van het beroep boer op het platteland naar een ander beroep in de stad?
A
Er hoefde niet zo veel te worden geoogst, omdat het aantal mensen afnam.
B
Er kwamen nieuwe uitvindingen in de landbouw.
C
Er kwamen steeds meer huizen in de stad.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 29 - Quizvraag


➤Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag


➤Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag


Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

➤Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 32 - Quizvraag


➤Waarom woonden mensen in de Tijd van steden en staten zo graag in een stad? Kies het juiste antwoord.
A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.

Slide 33 - Quizvraag


Gebruik de bron
De afbeelding is een tekening van een middeleeuwse stad. De tekenaar kan dingen verzonnen hebben om zijn tekening leuker of aantrekkelijker te maken. Niet alles wat je ziet, hoeft echt te kloppen.
Hieronder staan vijf dingen beschreven die je op de tekening kunt zien. Geef steeds aan of die dingen kloppen, of dat het voorbeelden zijn van de fantasie van de tekenaar.

➤Er lopen varkens door de stad. Was dat normaal in middeleeuwse steden? 
Gebruik de bron 

A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag


Gebruik de bron
De afbeelding is een tekening van een middeleeuwse stad. De tekenaar kan dingen verzonnen hebben om zijn tekening leuker of aantrekkelijker te maken. Niet alles wat je ziet, hoeft echt te kloppen.
Hieronder staan vijf dingen beschreven die je op de tekening kunt zien. Geef steeds aan of die dingen kloppen, of dat het voorbeelden zijn van de fantasie van de tekenaar.

➤Mensen gooien poep en plas op straat. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
Gebruik de bron 

A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag


Gebruik de bron
De afbeelding is een tekening van een middeleeuwse stad. De tekenaar kan dingen verzonnen hebben om zijn tekening leuker of aantrekkelijker te maken. Niet alles wat je ziet, hoeft echt te kloppen.
Hieronder staan vijf dingen beschreven die je op de tekening kunt zien. Geef steeds aan of die dingen kloppen, of dat het voorbeelden zijn van de fantasie van de tekenaar.

➤De kerk is het hoogste gebouw van de stad. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
Gebruik de bron 

A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quizvraag

Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote? 
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel

Slide 37 - Sleepvraag

Zelfstandig werken optie 1: ik vind sommige onderdelen van de  toetsstof  nog lastig.

Wat? Maken opdrachten 4.6 (Oefenen bronnen)
Tekstboek pagina: 46 t/m 48
Opdracht: 1 t/m 10
Hoe? In stilte!
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Toetsstof doornemen
Zelfstandig werken optie 2: ik ben klaar voor wat moeilijkere opdrachten.

Wat? Maken opdrachten 5.7  (Moord op een graaf)
Tekstboek pagina:  94 t/m 97
Opdracht:  1 t/m 12
Hoe? In stilte!
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Toetsstof doornemen

Slide 38 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen:

In grote lijnen het verloop van de Middeleeuwen uitleggen


Slide 39 - Tekstslide