les 5

Les 5 Seks enzo
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Seks enzo

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
7 Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
8 Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.
9 Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Orgasme
De eikel en de clitoris zijn gevoelig voor prikkels. Als dit gestimuleerd wordt kan je een orgasme krijgen. Dit noemen we ook wel klaarkomen.

Mannelijk orgasme: zaadlozing
Vrouwelijk orgasme: spieren rond de vagina spannen zich aan.

Een orgasme geeft een lekker gevoel.

Slide 4 - Tekstslide

Orgasme
Je kunt ook zelf zorgen voor een orgasme we noemen dit masturberen of zelfbevrediging

Een jongen kan een orgasme krijgen door met de hand de huid om de penis op en neer te bewegen. Dit wordt ‘aftrekken’ genoemd.

Een meisje kan over de clitoris wrijven, eventueel met de vingers in de vagina. Dit heet ‘vingeren’. 

Veel jongens en meisjes vrijen met zichzelf, maar het is ook niet raar als je er geen zin in hebt.

Slide 5 - Tekstslide

Seksualiteit
Geslachtsgemeenschap en zelfbevrediging horen bij seksualiteit. 

Onder seksualiteit vallen alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding.

Seksualiteit kan verschillende functies hebben voor mensen: lustbeleving, intimiteit en voortplanting.

Slide 6 - Tekstslide

Lust
Seksualiteit kan mensen veel plezier geven. Seksueel opgewonden raken is een prettig gevoel. Dat noem je lustbeleving

Mensen kunnen door allerlei prikkels seksueel opgewonden raken, bijvoorbeeld door aanraken, strelen, zoenen of vrijen. 

Ook door alleen maar te kijken naar iemand die je aantrekkelijk vindt, kan seksuele opwinding ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

Intimiteit
Seksualiteit kan een rol spelen bij intimiteit of het onderhouden van een liefdesrelatie met iemand. 
Als je op deze manier van iemand houdt, wil je dat regelmatig laten blijken aan die persoon, bijvoorbeeld door te strelen of te knuffelen.

Als je van iemand houdt, wil je misschien ook met deze persoon vrijen of geslachtsgemeenschap hebben. Dat kan een gevoel van verbondenheid geven.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voortplanting
Als een zaadcel van de man een eicel van de vrouw bevrucht, kan de vrouw zwanger worden. Seksualiteit speelt zo een rol bij de voortplanting.
 
Om zwangerschap te voorkomen kan je voorbehoedsmiddelen gebruiken. zoals een condoom of de pil.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Seksuele oriëntatie
De seksuele oriëntatie of seksuele voorkeur zegt iets over op wie je verliefd wordt.

Heteroseksueel: valt op het andere geslacht
Homoseksueel: valt op hetzelfde geslacht
Biseksueel: valt op beide geslachten
Panseksueel: valt op het persoon ongeacht geslacht. 
Aseksueel: voelen zich niet seksueel aangetrokken tot iemand of geslacht (verschillende vormen)

Slide 12 - Tekstslide

LHBTI

L = LESBISCH
H = HOMOSEKSUEEL
B = BISEKSUEEL
T = TRANSGENDER
I = INTERSEKSE

Slide 13 - Tekstslide

Als iemand zich ongemakkelijk voelt met het eigen geslacht, noem je dat genderdysforie.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag! Thema 4.4
Wat?  Lezen va blz. 34. Maken: 1 t/m 10
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? De volgende les bespreken we per beurt de vragen.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.3.
               



timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide