Vooroordelen: wie ben ik?
Wat? Je gaat 10 vragen over de docent beantwoorden.
Hoe? Op papier, in een Word-bestandje.
Hulp? Vraag de docent (handje opsteken in Teams)
Tijd? 5 tot 10 minuten
Uitkomst? De docent vraagt verschillende leerlingen om hun antwoord. Zijn jullie antwoorden (vooroordelen) waar? Daarna stelt de docent zich voor.
Klaar? Bedenk je eigen antwoorden op de vragen.