H2 par. 2.3 Burgers aan de macht

Memo havo 2
H2. De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 2.3 Burgers aan de macht
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo havo 2
H2. De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 2.3 Burgers aan de macht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe andere Europese landen in de zeventiende eeuw bestuurd werden.
  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek bestuurd werd.
  • Je kunt uitleggen dat het bestuur in de Republiek bijzonder was voor die tijd. 
  • Je kunt uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van het Rampjaar.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Absolutisme
In de 17e eeuw waren meeste landen in Europa een monarchie.

  • Staat die door een koning bestuurd wordt.
  • Koningschap is erfelijk.
Karel X (Zweden)

Slide 3 - Tekstslide

Absolutisme
In de 17e eeuw weten Lodewijk XIV en andere koningen de macht van de adel te verkleinen en zelf steeds meer macht in handen te krijgen.

Absolutisme 
Vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft.
Lodewijk XIV (Frankrijk)

Slide 4 - Tekstslide

Absolutisme
Volgens het absolutisme is de macht van de koning door God gegeven.

Goddelijk recht maakte de koning onaantastbaar.
Karel I (Engeland)

Slide 5 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek
In de Republiek regeerden geen koningen of vorsten.

Kleine groep rijke burgers had het voor het zeggen in de stadsbesturen en Gewestelijke Staten: regenten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek
Gewesten beslisten zoveel mogelijk zelf. Hadden hun eigen wetten.

Staten-Generaal
  • Alleen buitenlandse politiek, verdediging van het land en bestuur van de kolonies en generaliteitslanden.
  • Elk gewest had één stem, maar in de praktijk was Holland het machtigst (rijkste gewest, betaalde het meest aan leger en vloot).

Slide 9 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek
Belangrijkste bestuurders
  • Stadhouder ('Hollandse tak')
Hoogste legeraanvoerder en benoemde in een aantal steden leden van het stadsbestuur
  • Raadpensionaris van Holland
Hoogste ambtenaar van Holland, adviseerde Staten-Generaal over de buitenlandse politiek van de Republiek en onderhield contacten met andere landen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Regenten en stadhouder
Tijdens de Opstand hadden stadhouders, zoals Maurits en Frederik Hendrik, veel aanzien en macht.

In 1648 kwam er vrede met Spanje. Veel regenten wilden vrede, omdat oorlog duur en slecht voor de handel was. Daarbij wilden ze de macht van de stadhouder beperken.

In 1650 werd het leger door de regenten verkleind. 

Slide 12 - Tekstslide

Regenten en stadhouder
Stadhouder Willem II had door willen vechten en er ontstond ruzie toen de regenten het leger verkleinden.  

Toen Willem II in 1650 plotseling stierf werd er door de regenten geen nieuwe stadhouder benoemd (Eerste Stadhouderloze Tijdperk).


Slide 13 - Tekstslide

Het Rampjaar

In het Rampjaar 1672 wordt de Republiek tegelijkertijd aangevallen door Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen.


Slide 14 - Tekstslide

Het Rampjaar
Oorzaken:
  • Engeland wilde de winstgevende handel van de Republiek overnemen; 
  • Frankrijk wilde zijn grondgebied uitbreiden tot de Rijn;
  • Beide landen wilden ook de macht van de Republiek breken.
Verloop:
  • Op zee won admiraal Michiel de Ruyter van de Engelsen;
  • Op het land bezetten Frankrijk en Duitse bondgenoten groot deel van de Republiek. Opmars stopte pas bij de Waterlinie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het Rampjaar
Gevolgen: 
  • Willem III werd stadhouder;
  • Johan de Witt nam ontslag als raadpensionaris (en werd vermoord);
  • Betekende het einde van de Gouden Eeuw voor de Republiek doordat Frankrijk en Engeland oorlogen bleven voeren. Ging ten koste van de handel. Ook waren er hogere belastingen nodig om het leger van te betalen.

Slide 17 - Tekstslide

De lijken van de gebroeders de Witt
Bloeiperiode van de Republiek tussen 1588-1672.

Holland (Amsterdam) werd centrum wereldhandel.
  • economische bloei
  • culturele bloei (kunst en wetenschap)

Slide 18 - Tekstslide

Wat hoort bij de Republiek?
A
centraal bestuur
B
bestuur door burgers
C
bestuur in handen van een keizer
D
bestuur in handen van een koning

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we de rijke mannen die in de Republiek het dagelijks bestuur van de gewesten en steden vormden?
A
regenten
B
stadhouders

Slide 20 - Quizvraag

De naam van het dagelijks bestuur van een gewest in de Republiek.
A
Gewestelijke Staten
B
vertegenwoordigers
C
stadhouders
D
Staten-Generaal

Slide 21 - Quizvraag

Welk antwoord hoort er niet bij?
Elk gewest had ...
A
een dagelijks bestuur
B
eigen munten, wetten en belastingen
C
een Gewestelijke Staten
D
Staten-Generaal

Slide 22 - Quizvraag

Het dagelijks bestuur van het gewest Zeeland was in handen van de ....
A
Gewestelijke Staten
B
Staten-Generaal

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we de bijeenkomst waar gewesten samenwerkten aan grotere politieke kwesties, zoals buitenlandse politiek, oorlogen en de verdediging van het land?
A
Gewestelijke Staten
B
Staten-Generaal

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noemen we de regenten die door de Gewestelijke Staten naar de Staten-Generaal werden gestuurd?
A
stadhouders
B
vertegenwoordigers

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 26 - Tekstslide