K/GT Les 5.5 T5 BS5 De weg die impulsen afleggen

Thema 5. Regeling
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5. Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Planning les 5.
  • Uitleg over de weg die impulsen afleggen
  • Uitleg over hormonen
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 5. 
De weg die impulsen afleggen

Slide 3 - Tekstslide

  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven

Lesdoel:

Slide 4 - Tekstslide

1
2
3
Bewuste reactie

Slide 5 - Tekstslide

1
2
3
Reflex

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Basisstof 6. 
Het hormoonstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen

Slide 13 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 14 - Tekstslide

Hormonen die je moet kennen:
1  Hormoon  van de hypofyse
3 Schildklierhormoon
5 Adrenaline
6 Insuline en Glucagon
7 Vrouwelijke geslachtshormonen
8 Mannelijke geslachtshormonen

Slide 15 - Tekstslide

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 16 - Tekstslide

Het principe van de werking van hormonen :
Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werken hormonen?
  • Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen
  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 18 - Tekstslide

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 19 - Tekstslide

De schildklier
Onder invloed van de hypofyse --> Schildklierhormoon

Slide 20 - Tekstslide

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 21 - Tekstslide

Hypofyse
Eierstok
Bijnier
Teelbal
Schildklier
Eilandjes van Langerhans 

Slide 22 - Sleepvraag

Hypofyse
Hormoon
Hormoon
Bloed

Slide 23 - Sleepvraag

Hormoon 1 uit de hypofyse regelt dat kliercellen in de borst melk produceren.
Welke letter geeft een deel aan waarvan de werking wordt geregeld door hormoon 1?
A
T
B
U
C
V
D
W

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen hormoonklier?
A
Teelbal
B
Hypofyse
C
Nier
D
Alvleesklier

Slide 25 - Quizvraag

Hebben de hormonen uit de hypofyse invloed op meerdere hormoonklieren? (BS7)
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 27 - Quizvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 28 - Quizvraag

Waarom werkt een hormoon alleen op één orgaan terwijl het overal in het bloed is?
A
Alleen bepaalde organen zijn gevoelig voor het hormoon.
B
Omdat hormonen meestal niet ver van de hormoonklier werken.
C
Omdat hormonen niet bij alle organen kunnen komen.

Slide 29 - Quizvraag


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 30 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 31 - Quizvraag


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 32 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 33 - Quizvraag

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 34 - Quizvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 niet waar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 35 - Quizvraag

Wat moet je doen?

  • Lezen basisstof 6 en 7. Het hormoonstelsel
  • Maken opdracht: 39 t/m 43+ 46 t/m 50

Slide 36 - Tekstslide