bedreigde diersoorten

bedreigde diersoorten
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bedreigde diersoorten

Slide 1 - Tekstslide

Maak de vragen bij opdracht 1
Gebruik hiervoor de tekst die in je mapje zit. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Maak de invuloefening bij opdracht 2. Gebruik hiervoor de tekst Tijd voor Actie 

Slide 4 - Tekstslide

Maak de  vragen op de volgende slides. Kleur het juiste antwoord op je opdrachtenblad rood.  

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn 5 hoofdsoorten van de mensenapen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Mensenapen komen over de hele wereld voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In 2017 is er een tweede soort orang-oetan ontdekt op Sumatra.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Orang-oetans zijn de grootste mensenapen die er zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Orang-oetans blijven meestal in de bomen, gorilla's op de grond
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Gorilla's blijven meestal in de bomen, orang-oetans op de grond
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wellicht nog interessante informatie over apen is hier te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Berggorilla's zijn nog zeldzamer dan de reuzenpanda's.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De grootste bedreiging voor zowel de gorilla als de orang-oetan is dat de mens het bos wegkapt.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Gelukkig dat er niet op gorilla's wordt gejaagd voor "bushmeat".
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Stropers vangen baby-aapjes om te verkopen voor veel geld.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Vaak worden de moeder-apen dan eerst dood geschoten.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Het belangrijkste om de gorilla's en orang-oetans te helpen is om de stropers te vangen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Het belangrijkste om de gorilla's en orang-oetans te helpen is om ervoor te zorgen dat "hun" bos blijft bestaan en zelfs groter wordt.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Om een veilig bos voor de gorilla's te krijgen is lastig, omdat in veel Afrikaanse landen waar gorilla's leven, oorlog heerst.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Veel bos in Indonesië wordt gekapt voor de aanleg van plantages met sojapalmen voor de sojaolie
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Veel bos in Indonesië wordt gekapt voor de aanleg van plantages met suikerpalmen voor de fabricage van suiker.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Het Wereld Natuur Fonds traint parkwachters die ingezet worden in de beschermde natuurgebieden.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Orang-oetans leven meestal in een groep en gorilla's liever alleen.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Gorilla's leven meestal in een groep en orang-oetans liever alleen.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

In het Indonesisch betekent orang-oetan: bosmens
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

De spanwijdte van zijn armen is bij de orang-oetan wel 3 meter.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Orang-oetans kunnen wel 90 kilo wegen, maar ze kunnen zichzelf aan één vinger optrekken als het moet.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Gorilla's en orang-oetans maken 's avonds allebei een "slaapnest" in de bomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Volwassen orang-oetansmannetjes die de baas zijn over een stuk bos krijgen aan de zijkant van hun kop stevige wangflappen.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Kijk welke zin er ontstaat als je alle rode gekleurde letters achter elkaar neerzet. Vul dit antwoord hier in.

Slide 33 - Open vraag

En welke zin krijg je als je alle zwarte letters achter elkaar zet? Vul je antwoord hieronder in.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Link

Slide 36 - Video

Maak de vragen bij opdracht 4. 
In je informatiemapje zit ook nog een artikel over neushoorns.

Slide 37 - Tekstslide

Kijk goed naar de plaatjes van de verschillende olifanten en schrijf de verschillen op die je ziet. Ga nog niet verder met de opdracht. Eerst komt er nog informatie en een filmpje. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Video

Maak de vragen  bij opdracht 5 verder af.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Link

Bij opdracht 6 zie je een invuloefening. Onderaan staan bij elk nummer 4 mogelijkheden. Elke keer is er maar 1 antwoord goed. Vul het juiste antwoord in zodat het verhaal weer klopt. 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Voor opdracht 7 kun je op de volgende slide een link aanklikken en veel informatie vinden over de zeeschildpad. Deze informatie zie ook uitgeprint in je informatiemapje. Je kunt de plaatjes ook heel goed gebruiken voor je informatieposter. 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

Slide 48 - Video

Maak opdracht 7

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Link

Maak opdracht 8 in je werkboekje.

Slide 52 - Tekstslide

Voor de laatste opdracht vind je de nodige bladen weer in in je informatieboekje. Maak nu opdracht 9.

Slide 53 - Tekstslide

Vul het antwoord hieronder in.
Onder de pijl bij opdracht 9 lees je:.......

Slide 54 - Open vraag