Geluksdriehoek

1 / 38
volgende
Slide 1: Video
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat betekent volgens jou gelukkig zijn?

Slide 2 - Open vraag

Wat maakt jou gelukkig?

Slide 3 - Open vraag

Gedachte experiment

Slide 4 - Open vraag

Wat kunnen we wel doen met gedachten?


•Gedachten leren toelaten, samen met emoties
• Leren luisteren naar alle gedachten 
• Op zoek gaan naar manieren om tot rust te komen
• Letten op een rustgevende ademhaling
• Creatief met je gedachten omgaan en er zo een andere houding tegenover aannemen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Wat vond je van deze oefeningen? Hoe voel je je hiermee?

Slide 8 - Open vraag

Perfect gelukkig zijn, is dat wel haalbaar?
A
Zeker!
B
Neen, perfect geluk is een utopie.

Slide 9 - Quizvraag

Hebben we ons geluk zelf in handen?
A
Yes, ons geluk kunnen we volledig zelf bepalen?
B
Neen, we hebben weinig tot geen invloed op ons geluksgevoel.
C
Deels, we kunnen er zelf actief aan werken, maar ook andere dingen beïnvloeden hoe we ons voelen.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Je goed omring voelen
verwijst naar het gevoel dat je warme en vertrouwelijke relaties hebt met de mensen om je heen. Je voelt je oprecht betrokken bij die mensen. Je weet dat je op hen kan rekenen wanneer nodig en dat jij hen ook steunt als zij jou nodig hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Je goed voelen
gaat over je ‘emotioneel’ goed in je vel voelen.  
1. positieve gevoelens ervaren: plezier beleven, interesse hebben in het leven, energie hebben om dingen aan te pakken. 2. ruimer gevoel van levenstevredenheid: je ervaart innerlijke rust, je hebt het gevoel dat je wensen en behoeften grotendeels vervuld worden. Ook minder positieve gevoelens hebben een plek in deze bouwblok: ze kunnen én mogen er zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Jezelf kunnen zijn
jezelf aanvaarden en een positieve houding aannemen tegenover jezelf − ook in relaties met anderen. Je kent jezelf. Vanuit die aanvaarding kan je gemakkelijker een richting kiezen in het leven. Je kunt min of meer je eigen weg volgen, zonder dat je je laat leiden door sociale druk. Je hebt controle over je gedachten en gedrag. Dat laat je toe om open te staan voor nieuwe ervaringen.

Slide 15 - Tekstslide

Oranje bol: perfect geluk bestaat niet

Die bol kan je uit balans brengen. Dat is niet erg: je moet en kan je niet altijd gelukkig voelen. Soms is de bol groter, soms is hij heel klein. Weet dat de bol er is en stoor je er niet aan. Er is altijd wel iets dat je uit balans brengt. En dat is oké.

Slide 16 - Tekstslide

De oranje bol onderaan brengt de driehoek uit balans. Waarvoor staat deze oranje bol?
A
Je moet en kan je niet altijd gelukkig voelen en dat is oké
B
Wanneer je ongelukkig bent, is dat altijd de schuld van iets buitenaf
C
Om perfect gelukkig te zijn, moet je eerst veel nare dingen meemaken
D
Sommige mensen zullen nooit gelukkig zijn, die horen hier thuis

Slide 17 - Quizvraag

Wat ik belangrijk vind in het leven behoort tot
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
de oranje bol

Slide 18 - Quizvraag

Bij wie vind ik steun hoort bij
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 19 - Quizvraag

Waar ben je dankbaar voor hoort bij
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
de oranje bol

Slide 20 - Quizvraag

Ben je soms niet te streng voor jezelf hoort bij
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
de oranje bol

Slide 21 - Quizvraag

Waar ik energie van krijg hoort bij
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omring zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
de gele bol

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze afbeelding
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke dimensie hoort deze quote
A
goed omringd zijn
B
je goed voelen
C
jezelf kunnen zijn
D
oranje bol

Slide 30 - Quizvraag

De wondervraag

Slide 31 - Tekstslide

Aan welke dingen merk je eerst dat er een wonder heeft plaatsgevonden?

Slide 32 - Open vraag

Hoe zou het leven er dan uitzien?

Slide 33 - Open vraag

Wat zou je dan doen?

Slide 34 - Open vraag

Welke kleine stapjes kan je zelf zetten om te komen tot een leven zonder problemen?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Wat vind jij een plezierige activiteit?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Video