Bezittelijke voornaamwoorden

 Bezittelijk voornaamwoord
...het geeft een bezit aan!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Bezittelijk voornaamwoord
...het geeft een bezit aan!

Slide 1 - Tekstslide

de bezittelijke vnw zijn:

ein (een), kein (geen), mein (mijn) ,dein (jouw), sein (zijn),

unser (onze), euer (jullie), ihr (hun), Ihr (uw)


bij vrouwelijke en woorden in het meervoud komt er een -e achter: meine Katze, deine Eltern.


Slide 2 - Tekstslide

Hoe herken ik nou het geslacht van een woord? 
blz 51 -52 in je boek!

Slide 3 - Tekstslide

Stap 3 : 

Slide 4 - Tekstslide

Mein of meine Schwester?
A
mein
B
meine

Slide 5 - Quizvraag

mein of meine Bruder
A
mein
B
meine

Slide 6 - Quizvraag

Kommen ......(jullie) Eltern auch?
A
euer
B
euere

Slide 7 - Quizvraag

Wo arbeitet ..... (jullie) Opa?
A
euer
B
euere

Slide 8 - Quizvraag

Ist .... (jouw) Eis auch nicht lecker?
A
dein
B
deine

Slide 9 - Quizvraag

Das ist ..... (mijn) Mutter
A
mein
B
meine

Slide 10 - Quizvraag

.....(haar) Bruder wohnt in Berlin.
A
ihr
B
ihre

Slide 11 - Quizvraag

Wo ist ....(jouw) Vater?
A
dein
B
deine

Slide 12 - Quizvraag

....(zijn) Schule liegt in Den Helder .
A
seine
B
sein

Slide 13 - Quizvraag