Recht - Eisen van een overeenkomst

Recht
Eisen aan een overeenkomst
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recht
Eisen aan een overeenkomst

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de periode
  • Week 6:
    > les 1: de Overeenkomst
    > les 2: Eisen aan een overeenkomst
    > les 3: Koopovereenkomst
  • Week 7: 
    > les 1: Consumentenkoop
    > les 2: Bijzondere overeenkomsten
    > les 3: Algemene voorwaarden
  • Week 8: Herhaling
  • Week 9: Toets

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken
Opdracht 1 t/m 3 van 4.1

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
  • Een afspraak tussen partijen over wat ze met elkaar of voor elkaar zullen doen.
  • Verbintenis:
    >  rechtsbetrekking tussen partijen waarbij voor de één een recht ontstaat en voor de ander een plicht
  • Authentieke akte:
    > door notaris opgesteld en ondertekend. 
    > Onderhandse akte: niet opgesteld door notaris

Slide 4 - Tekstslide

Hoe komt een overeenkomst tot stand?
  • Verbintenis
  • Rechten en plichten die personen uit vrije wil op zich nemen
  • Stel dat jij iets koopt, dan is de ondernemer verplicht om een goed/dienst te leveren en heeft hij recht op betaling
  • Debiteur/crediteur

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende overeenkomsten
  • Eenzijdige overeenkomst > 1 partij moet iets doen
  • Wederkerige overeenkomst > beide partijen moeten iets doen
  • Vormvrije overeenkomst > niet aangegeven door de wet wat je moet doen
  • Formele overeenkomst > wet geeft precies aan wat je moet doen
  • Benoemde overeenkomst > dwingend recht; wat/hoe staat in de wet. 
  • Onbenoemde overeenkomst > aanvullend recht
  • Om niet > als 1 partij geen voordeel heeft van overeenkomst
  • Onder bezwarende titel > Als beide partijen baat hebben. (koopovereenkomst)

Slide 6 - Tekstslide

Aanbod
  • Een aanbod kan niet voor altijd gelden. Daarom zijn er verschillende afspraken over de termijn van een aanbod
  • Mondeling aanbod
  • > Vervalt als er niet direct op wordt gereageerd (bedenktijd)
  • Schriftelijk aanbod
  • > geldt een redelijke termijn. Aanbod kan worden herroepen of worden ingetrokken. "Onherroepelijk aanbod"
  • Vrijblijvend aanbod
  • > Zelfs na acceptatie nog te herroepen. "Zolang de voorraad strekt"

Slide 7 - Tekstslide

Vergissing in het aanbod
  • Bij een grote vergissing (waar van te voren al duidelijk is dat er een fout is gemaakt) zal de klant de TV niet mee kunnen krijgen. 
  • Bij kleine vergissingen (van een paar euro) kan de klant het verschil vaak niet weten. De klant zou het dan wel mee kunnen krijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de eisen aan een overeenkomst?
  • Beide partijen moeten handelingsbekwaam zijn
  • Wat is handelingsbekwaam
  • > Als je voldoende de gevolgen kan begrijpen van jouw daden
    > Als je zelf in staat bent een overeenkomst af te sluiten
    > Als je 18 jaar of ouder bent
    > Je een overeenkomst kunt afsluiten die niet teruggedraaid kan worden

Slide 9 - Tekstslide

Handelingsonbekwaam & curatele
  • Wanneer ben je handelingsonbekwaam?
  • > Als je minderjarig bent
    > Als je onvoldoende zicht hebt op wat wel of niet van belang is
    > Je mag alleen een overeenkomst sluiten met toestemming van ouder/voogd 
  • Wanneer sta je onder curatele?
  • > Als je niet langer jouw eigen financiële zaken kunt regelen
      > Als je zelf geen beslissingen kan nemen over verpleging of medische zaken

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer is een overeenkomst geldig?
  • Geldig wanneer de overeenkomst wettelijk is toegestaan
  • Beide partijen komen iets overeen wat niet verboden is
  • Niet in strijd met goede zeden of openbare orde
  • Wilsovereenstemming
  • Handelingsbekwaam/handelingsbevoegd
  • Als de overeenkomst duidelijk is; rechten en plichten moeten duidelijk zijn 

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer is een overeenkomst ongeldig?
  • Als er sprake is van wilsgebreken (bedrog, dwaling, bedreiging)
  • Als ten minste één partij handelingsonbekwaam is
  • Als de overeenkomst in strijd met de wet is, in strijd met goede zeden of in strijd met openbare orde
  • Als de overeenkomst niet duidelijk is
  • Als tenminste één partij handelingsonbevoegd is

Slide 12 - Tekstslide

Wanprestatie en tekortkoming in de nakoming
  • Als de verbintenis niet opeisbaar is
  • Als de prestatie uitblijft of ondeugdelijk is
  • Als er sprake is van een wanprestatie (verwijtbare tekortkoming)
  • Als er sprake is van overmacht (niet verwijtbare tekortkoming) 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Mogelijkheden bij niet nakoming
  • Naar de rechter stappen. Deze kan de andere partij in gebreke stellen.
  • Wat kan de rechter eisen? 
    > De verplichting moet worden nagekomen
    > Schadevergoeding moet worden betaald
    > Overeenkomst wordt ontbonden 
  • Een incassobureau inschakelen
  • Naar de geschillencommissie. Kan alleen als verkopende partij hierbij is aangesloten. Geeft een bindend advies

Slide 15 - Tekstslide

Mogelijkheden ontbinding

Slide 16 - Tekstslide