M & G H3 Voeding

Mens en gezondheid
H3 Voeding

Doelen: 
  • je weet wat goede voeding is
  • je kent de schijf van vijf
  • weet je waarom voeding zo belangrijk is


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mens en gezondheid
H3 Voeding

Doelen: 
  • je weet wat goede voeding is
  • je kent de schijf van vijf
  • weet je waarom voeding zo belangrijk is


Slide 1 - Tekstslide

Gezonde voeding
  • Eet gevarieerd.
  • Eet zo min mogelijk bewerkte producten
  • Eet niet te vet.
  • Eet niet te veel en beweeg.
  • Eet veel groente, fruit en brood.
  • Eet veilig; let goed op bij het koken, wassen, scheiden, koelen en verhitten van voedsel.
  • Eet niet te veel zout.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond leeft
C
Het helpt je om gezond en gevarieerd te eten
D
Het maakt menu's om gezond te eten

Slide 5 - Quizvraag

In elk vak van de schijf van vijf staan voedingsmiddelen die op elkaar lijken in samenstelling. Geef aan in welk vak van de schijf van vijf de voedingsmiddelen horen. 
Water
Haring
Volkorenbrood
Olijfolie
Kiwi

Slide 6 - Sleepvraag

Wat hoort waar in de Schijf van Vijf?

Slide 7 - Sleepvraag

Schijf van Vijf
Niet in de Schijf van Vijf

Slide 8 - Sleepvraag

In de schijf van vijf
Niet in de schijf van vijf

Slide 9 - Sleepvraag

Wie maakt de Schijf van Vijf?
A
De gezondheidsraad
B
Het Voedingscentrum
C
Consultatiebureau
D
De diëtiste

Slide 10 - Quizvraag

Veilig eten
Adviezen van het voorlichtingsbureau van voeding:
  • Kopen; Let op de houdbaarheid
  • Wassen; Was je handen vaak én goed met zeep.
  • Scheiden; Zorg dat rauw vlees en bereid vlees niet met elkaar in contact komen.
  • Verhitten; Verhit warm eten goed, vooral vlees, kip, vis, schaal- en schelpdieren.
  • Koelen; Bewaar producten die snel kunnen bederven in de koelkast.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoe is voedselbederf te zien?
A
Als eten van kleur, smaak en geur verandert.
B
Houdbaarheidsdatum verteld wanneer voedsel bedorven is.
C
Voedselbederf zie je niet
D
Alleen als de geur een beetje anders is.

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
Bewaren op de juiste manier

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 16 - Quizvraag

De kans op voedselbederf is in de zomer groter dan in de winter. Dat komt door:
A
Micro-organismen groeien in de zomer sneller dan in de winter
B
Micro-organismen groeien in de winter sneller dan in de zomer

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

kruisbesmetting is
A
dat de bacteriën de vorm hebben van een kruis
B
het besmetten van snijplanken
C
het besmetten van bereide producten met bacteriën van rauwe producten
D
voedselbederf

Slide 19 - Quizvraag

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Door te zorgen dat bacteriën moeilijker delen
B
Door te zorgen dat er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Door te zorgen dat schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Etiketten, wat moet er op staan?
  • Naam product
  • Inhoud ( lijst met ingrediënten, ook additieven )
  • Allergenen (dik gedrukt op het etiket)
  • Voedingswaarde (voedingstoffen per 100 ml of 100 gr)
  • Netto hoeveelheid (e= nettogewicht)
  • Houdbaarheid
  • THT (ten minste houdbaar tot)/ UVD (uiterste verkoop datum)
  • Bewaarvoorschrift/gebruiksaanwijzing
  • Naam en adres fabrikant/producent
  • productcode ( bardcode/ traceercode, wat je scant)

Slide 21 - Tekstslide

Geef 5 voorbeelden van additieven (in voeding)

Slide 22 - Open vraag

Veel additieven
Weinig additieven
Light producten
Onbewerkte producten
Kant en klare producten

Slide 23 - Sleepvraag

E-nummers

Slide 24 - Tekstslide

Waarom zitten er E-nummers in voeding?

Slide 25 - Open vraag

additieven
Geleermiddelen
Antioxidanten
Emulgatoren
Stabilisatoren
Verpakkingsgassen
Conserveermiddelen
tegen verkleuren en smaakverandering door het inwerken van zuurstof
voor het mengen van stoffen ( olie en water)
zorgen ervoor dat de eigenschappen van een product niet verloren gaan
zorgen ervoor dat het steviger wordt, in de vorm van een gel
langer houdbaar maken

Slide 26 - Sleepvraag

 In voedsel worden verschillende additieven gebruikt. Sleep ze  naar de juiste omschrijving!

Deze additieven worden uit planten en dieren gehaald.
Deze stoffen zorgen voor een aantrekkelijke kleur van het product.
Deze additieven worden in de fabriek gemaakt.
Deze stoffen zorgen ervoor dat een product naar suiker smaakt, maar geen calorieën bevat.
Kleurstoffen
Zoetstoffen
Natuurlijke stoffen
Synthetische stoffen

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Video

TGT of THT
A
TGT
B
THT

Slide 29 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 30 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 31 - Quizvraag

TGT
THT

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is een keurmerk?
A
Het logo op je kleren
B
Een logo waarmee een bepaald kwaliteit wordt beloofd
C
Een merk van een goed product
D
Een merk

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een keurmerk?
A
Een bewijs dat een product goedgekeurd is en de vereiste kwaliteit heeft
B
Een bewijs dat een product heel lekker is.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is GEEN keurmerk?
A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag

Etiketten
Andere onderdelen die op het etiket voor kunnen komen:
  • E-nummers
  • Biologisch
  • Voedingsclaims
  • Gezondheidsclaims
  • Keurmerk

Slide 36 - Tekstslide

Keurmerk

Slide 37 - Tekstslide