regeling algemeen

H4 Waarnemen en Reageren
  • PTA 2.2 Kyra, Greta, Hemma, Esmey
  • PTA 3.1    H4 en 5.1 en 5.2
  • PTA 3.2  determineren waterdiertjes + waterkwaliteit
  • START MET EEN Filmpje
  • QUIZ VRAGEN

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H4 Waarnemen en Reageren
  • PTA 2.2 Kyra, Greta, Hemma, Esmey
  • PTA 3.1    H4 en 5.1 en 5.2
  • PTA 3.2  determineren waterdiertjes + waterkwaliteit
  • START MET EEN Filmpje
  • QUIZ VRAGEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 3 - Quizvraag

5. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hersenen en ruggenmerg vormen samen het...
A
zenuwen
B
zenuwstelsel
C
centrale zenuwstelsel
D
hypofyse

Slide 5 - Quizvraag

Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Het ruggenmerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Voortplantingsstelsel

Slide 9 - Quizvraag

De biceps hoort bij het
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 10 - Quizvraag

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 11 - Quizvraag

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af

Slide 13 - Quizvraag

3. Al je zintuigen samen vormen het...
A
zenuwstelsel
B
zintuigenstelsel
C
hersenstelsel
D
zintuigkanaal

Slide 14 - Quizvraag

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 15 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de eilandjes van langerhans?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 16 - Quizvraag

De hypofyse maakt stimulerende hormonen en het groeihormoon
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

26. De eilandjes van Langerhans maken de hormonen insuline en glucagon
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken regelen
D
Zaadcellen en eicellen

Slide 19 - Quizvraag

Enkele hormoonklieren bij mensen zijn: eierstokken, schildklier en teelballen.
Welk of welke van deze klieren worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse?
A
Eierstok
B
Schildklier
C
Teelballen
D
Allemaal

Slide 20 - Quizvraag

7. De hersenen bestaan uit...
A
de hersenstam en de hersenzenuwen
B
de hersenstam en de zintuigen
C
de hersenstam, de grote en de kleine hersenen
D
grote en kleine hersenen en de zintuigen

Slide 21 - Quizvraag

Het verdoven van de hersenen hoort bij:
A
Dronken zijn
B
Aangeschoten voelen
C
Alcohol vergiftiging

Slide 22 - Quizvraag

Op welke plek zitten geen schakelcellen?
A
In de hersenen
B
In het ruggenmerg
C
In de spieren
D
In de hersenstam

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel?
A
Een prikkel waar een zintuigcel het meest gevoelig voor is.
B
Een prikkel die het snelst reageert op een impuls
C
Licht prikkel die ook als geluid kan worden waargenomen
D
Een prikkel die niet verwerkt kan worden door de hersenen.

Slide 24 - Quizvraag

Welk hormoon wordt bij diabetes onvoldoende geproduceerd?
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

huiswerk
maken § 4.5
basis: blz 37, 38, 39
kader: werkboek B blz 33 en 34

Slide 28 - Tekstslide