Taal: spreekwoorden en uitdrukkingen




Winterweer in Nederland:
 'Ik bevries gewoon'

Welkom!

Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • je interviewverslag
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les




Winterweer in Nederland:
 'Ik bevries gewoon'

Welkom!

Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • je interviewverslag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Je leert over:
  • letterlijk en figuurlijk taalgebruik 
  • spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoorden?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
  • Letterlijk taalgebruik - je zegt precies wat je bedoelt
  • Figuurlijk taalgebruik - je zegt iets anders dan je eigenlijk bedoelt; een beeld maakt de betekenis duidelijk
  • Spreekwoord - onveranderlijke zin in de tegenwoordige tijd met een figuurlijke betekenis
  • Uitdrukking - vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoorden
De appel valt niet ver van de boom
= een kind lijkt op zijn vader/moeder en neemt zijn/haar gewoonten over.
Een goed begin is het halve werk
= met een goede start leg je de basis voor een goed resultaat.
Waar rook is, is vuur
= in ieder gerucht schuilt een kern van waarheid.

Slide 7 - Tekstslide

https://www.vertaalbureau-perfect.nl/nederlands-vertaalbureau/50-typische-nederlandse-spreekwoorden
Uitdrukkingen
  • Nu komt de aap uit de mouw
  • Appeltje-eitje
  • Boontje komt om zijn loontje
  • Joost mag het weten
  • Kat in 't bakkie
  • Driemaal is scheepsrecht
  • Iets in je schild voeren

Slide 8 - Tekstslide

https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen
Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 t/m 5 op p. 92-93. (Taal § 2: spreekwoorden en uitdrukkingen)
Hoe? Antwoorden schrijf je in je schrift, bij de laatste opdracht mag je samenwerken. Zachtjes overleggen mag dus. 
Hulp? BBB
Tijd? 30 minuten.
Uitkomst? Haal bij mij een nakijkformulier op, je kijkt zelfstandig na.
Klaar? Alles nagekeken? Haal een poster en ontdek alle spreekwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Je kent/ weet nu:
  • het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn. 

Welke spreekwoorden heb je vandaag geleerd?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies een spreekwoord en beeld het uit!
Je mag in duo's werken. 
1. Je kiest een spreekwoord. 
2. Je maakt bij het spreekwoord een foto/tekening.
3. Je geeft de betekenis van het spreekwoord.
4. Je maakt een goede zin waarin je het spreekwoord gebruikt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal: spreekwoorden en uitdrukkingen'

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies