informatieve en instructieve teksten

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de bedoeling van een informatieve tekst?
A
de lezer overtuigen
B
de lezer instructie geven
C
de lezer informeren over een onderwerp
D
de lezer laten weten wat de schrijver ergens van vindt

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welk signaalwoord vind je meestal niet in een instructieve tekst?
A
daarna
B
vervolgens
C
ten eerste
D
hoewel

Slide 13 - Quizvraag

Een recept is een instructieve tekst?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een instructieve tekst?
A
een stripverhaal
B
een advertentie
C
een handleiding
D
een brochure

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een infographic?
  • Een infographic is een informatieve illustratie
  • Combinatie van tekst en beeld
  • Tekst is even belangrijk als tekeningen en foto’s;
  • Doel: op een overzichtelijke manier ingewikkelde informatie presenteren.

Voordelen:
  • Je hoeft minder te lezen, want het vervangt langere tekst. 
  • De combinatie van tekst en beeld is voor de hersenen snel te begrijpen.
  • 90% van de informatie die we verwerken in onze hersenen is visueel. 
  • Makkelijk te delen op social media.

Slide 18 - Tekstslide

infographic

combinatie van beeld en tekst

- diagrammen

- tabellen

- kolommen

- teksten

- opsommingen

- afbeeldingen

- tekeningen




-tekeningen

-tabellen

Slide 19 - Tekstslide

Opmaak
Wil je het begrijpen?  Let dan op: 
- (tussen)koppen

- pijlen (geven volgorde aan: hoe moet je de infographic lezen?)- cijfers
- hoofdletters / dikgedrukte woorden 
- kleurgebruik 
- cijfers


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waar vind je meestal de antwoorden op vragen over de hele tekst?
A
In de conclusie
B
In het slot
C
In de inleiding
D
In het middenstuk

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Wat is het tekstdoel van vorig filmpje
A
paniek zaaien
B
informeren over de stand van zaken
C
instructie geven over hoe te handelen
D
overtuigen van de ernst van de situatie

Slide 27 - Quizvraag

Lees onderstaand tekstje. In de tekst wordt een tegenstelling genoemd. Aan welk signaalwoord herken je dat?

Nagels zijn te vergelijken met haren. Het stuk nagel dat uit je vinger steekt, heeft geen bloedvaten of zenuwen, maar bestaat uit dode cellen.
Nagels groeien uit je lijf, maar als je ze afknipt voel je geen pijn.
Het stuk nagel dat je niet ziet, heeft wel bloedvaten en zenuwen. Die bloedvaten zorgen voor de voedingsstoffen die een nagel nodig heeft om te groeien.
Soms zie je een witte halve cirkel onder de nagel doorschemeren.
A
wel
B
maar
C
soms

Slide 28 - Quizvraag

Wat heb ik geleerd?

Slide 29 - Woordweb