Klas 1 - zww en hww

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

10 min. 
lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG
  • Leeskringen
  • Boek uitzoeken
  • Zelfstandige en hulpwerkwoorden (blz. 214)

Slide 3 - Tekstslide

Leeskringen
1G.
A. Jasper Pepijn Julian
B. Raymon David Tim
C. Renske Lisanne Asel Babette
D. Yfke Britt Femke Karlijn
E. Kick Ruben Toon Sander
F. Mart Wybe Lucien Max
G. Jasmijn Charlotte Lieke
H. Jan Daniël Jesse Skye

Slide 4 - Tekstslide

Leeskringen
1E.
A. Maurice Thomas C. Teun Nick
B. Hugo Hidde W. Finn Hidde N.
C. Mats Thijn Hidde H. Daan
D. Kaj Sven Thomas K. Ties
E. Milian Tim Jesper Luka
F. Annemiek Merel Lola Anne-Jet Noor
G. Annalynn Floor Susan Nina

Slide 5 - Tekstslide

Leeskringen
1C.
A. Amjad Liam Tiemen Max
B. Sara Sanne Sahnah Rosaline
C. Esmee Suze Noor
D. Zoë Indra Mirthe Evie
E. Liene Joy Farah Myrthe
F. Bram Casper Ingmar
G. Teun Ben Simon Xander

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandige en hulpwerkwoorden (blz. 214)
Schrijf de werkwoorden uit de volgende zin op:

Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht. 



Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandige en hulpwerkwoorden (blz. 214)

Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht
                                                 hulpww                                                   zelfstandigww                     


Slide 8 - Tekstslide

Een zelfstandig werkwoord:
- zegt wat iets of iemand doet of overkomt 
- heeft een duidelijke betekenis 


Vanavond eten we pizza met zalm 
Vanavond hebben we pizza met zalm gegeten 



Slide 9 - Tekstslide

Een hulpwerkwoord:
- komt voor als er meerdere werkwoorden in een zin staan 
- is dan vaak de persoonsvorm
- plus alle overige werkwoorden 


Vanavond hebben we pizza moeten eten 

Slide 10 - Tekstslide

Maak de zin zo kort mogelijk, zodat er maar één werkwoord in de zin overblijft:
 

3 Je moet altijd in jezelf blijven geloven.
(2) Je moet altijd geloven in jezelf.
(1) Je gelooft altijd in jezelf. 


Het zelfstandig werkwoord blijft over

Slide 11 - Tekstslide

Maak de zin zo kort dat er maar één werkwoord in de zin overblijft:
 

De piramide kan heel hoog worden gebouwd 



Welk werkwoord blijft over?

Slide 12 - Tekstslide

Doe het nu zelf!
 
Met de zinnen van opdracht 1 (blz. 214)



timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Maken opdracht 2 en 3
 
Daarna: nakijken

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met daarin: 
- een bijvoeglijk naamwoord
- een zelfstandig werkwoord
- een hulpwerkwoord 

Slide 15 - Tekstslide