25ème cours 10 décembre

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kun je de werkwoorden 'venir', 'devenir' en 'revenir' toepassen
Planning:
1. Uitleg werkwoord venir, devenir en revenir (20 minuten)
2. Opdracht 26c, 26d (20 minuten) Klaar? Leren voor het SO of iets doen voor een ander vak (GEEN telefoon)
3. Zinnen maken met de werkwoorden 'venir', 'devenir' , 'revenir' (10 minuten)
3. Kahoot (20 minuten)









Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Devenir
Présent
Passé composé
Imparfait
Futur s.
Je
deviens
suis devenu(e)
devenais
deviendrai
Tu
deviens
es devenu(e)
devenais
deviendras
Il /Elle /On
devient
est devenu(e)
devenait
deviendra
Nous
devenons
sommes devenu(e)s
devenions
deviendrons
Vous
devenez
êtes devenu(e)(s)
deveniez
deviendrez
Ils/Elles
deviennent
sont devenu(e)s
devenaient
deviendront

Slide 5 - Tekstslide

Revenir
Présent
Passé composé
Imparfait
Futur s.
Je
reviens
suis revenu(e)
revenais
reviendrai
Tu
reviens
es revenu(e)
revenais
reviendras
Il /Elle /On
revient
est revenu(e)
revenait
reviendra
Nous
revenons
sommes revenu(e)s
revenions
reviendrons
Vous
revenez
êtes revenu(e)(s)
reveniez
reviendrez
Ils/Elles
reviennent
sont revenu(e)s
revenaient
reviendront

Slide 6 - Tekstslide

ils ......... (devenir, passé composé) =
A
ils devenaient
B
ils sont devenus
C
ils ont devenu
D
ils ont devenus

Slide 7 - Quizvraag

Imparfait
Elles (revenir) de vacances à l'annonce du confinement.
A
Reviennent
B
Revenaient
C
Sont revenues
D
Revennez

Slide 8 - Quizvraag

Hier, elle............... de Paris. (p.c.-revenir)
A
est revenu
B
revenue
C
est revenue
D
sont revenues

Slide 9 - Quizvraag

Je ................. très riche. (imparfait-devenir)
A
devenaient
B
devenais
C
deviens
D
devenait

Slide 10 - Quizvraag

je........(venir)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venez

Slide 11 - Quizvraag

zij is gekomen (venir)
A
elle est venue
B
elle venait
C
elle est venu
D
elle a venu

Slide 12 - Quizvraag

Venir

wij zijn gekomen
A
nous avons venu
B
nous sommes venus
C
nous sommes venu

Slide 13 - Quizvraag

venir (imparfait)

Je ...
A
venait
B
venais
C
venaise
D
venaite

Slide 14 - Quizvraag

je ......... (revenir, présent) =
A
je viens
B
je reviens
C
je revient
D
je revenir

Slide 15 - Quizvraag

venir

Ik ben gekomen
A
je suis venue
B
je suis venu
C
j'ai venu
D
je viens

Slide 16 - Quizvraag

Passé Composé:
Il (devenir) entrepreneur d'accessoires pour smartphone.
A
A devenu
B
Est devenu
C
Ont devenu
D
Ont devenu

Slide 17 - Quizvraag

nous.....(venir)
A
vient
B
venez
C
venons
D
viennent

Slide 18 - Quizvraag

Passé composé:
Vous ( revenir) tard de l'école.
A
revenez
B
reveniez
C
reviendrez
D
êtes revenus

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de présent
Nous (venir)
A
voulons
B
venons
C
viennent
D
viens

Slide 20 - Quizvraag

tu.....(venir)
A
vient
B
viens
C
viennent
D
venons

Slide 21 - Quizvraag

présent venir
Tu
A
vient
B
venons
C
viens
D
venez

Slide 22 - Quizvraag

Madame, vous ......... prof de français?(devenir, passé composé) =
A
vous deveniez
B
vous êtes devenue
C
vous êtes devenu
D
vous devenues

Slide 23 - Quizvraag

ils ......... (devenir, passé composé) =
A
ils devenaient
B
ils sont devenus
C
ils ont devenu
D
ils ont devenus

Slide 24 - Quizvraag

Opdrachten maken:
1. Opdracht 26c, 26d (Bladzijde 67 WB en bladzijde 27 TB)

2. Maak de opdracht via Google Classroom 

Slide 25 - Tekstslide

Devoirs
Leer Vocabulaire A,B en E(p.82-83 WB), Grammaire C (p.24 TB) en Phrases clés D(p.25 TB)

Slide 26 - Tekstslide