Gezonde Leefstijl Trainen & Vragenuur

Herhaling conditie & krachttraining
(Vragenuur beweegplan)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
KD Gezonde LeefstijlMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling conditie & krachttraining
(Vragenuur beweegplan)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag
- Rusthartslag: tijdens ontspannen toestand


- Trainingshartslag: tijdens fysieke inspanning


- Maximale hartslag: op het punt van maximale uitputting


- Herstelhartslag: na fysieke inspanning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen van hartslag voor conditionele trainingen

1. de Maximale hartslag methode

2. Praattest

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maximale hartslag
PIET 50 JAAR

220 - 50 = 170 = Hfmax
Piet wil op 70% / 80% van zijn maximale hartslag trainen omdat hij dit goed vol kan houden
70% x 170 = 119
80% x 170 = 136
Piet gaat trainen waarbij hij zijn hartslag tussen de 119 en 136 moet houden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hartslag is niet altijd hetzelfde,
dus je inspanningszones ook niet

- maximum- en rusthartslag (leeftijd, trainingsstatus, erfelijkheid)
- trainingsintensiteit en type
- lichaamspositie
- temperatuur van de omgeving
- tijd van de dag
- dagelijkse conditie (gezondheidsstatus, stressniveau, slaap)
- Eten, drinken of roken of medicijn gebruik

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je je rusthartslag?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de maximale hartslag?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen als je de maximale hartslag hebt berekent?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

FITT Factoren
F = frequentie,   het aantal trainingen per week
I = intensiteit, de sterkte van de prikkel
T = tijd, duur van de oefening
T = type oefening,  krachtoefening of cardio-oefening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurtrainingen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vet verbranding

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uithoudingsvermogen verbeteren

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UHV + Vet verbranden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen kan ik bereiken met duurtrainingen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Intervaltrainingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid verbeteren (kort)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conditie verbeteren (lang)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan ik bereiken met intervaltrainingen? Meerder antwoorden zijn goed
A
Snelheid verbeteren
B
Conditie verbeteren
C
Vet verbranden
D
Spiermassa aankomen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke sporten/ doelen kan ik intervaltrainingen toepassen?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 verschillen tussen intervaltraining en duurtraining

Slide 24 - Open vraag

Hogere intensiteit = hogere/ lagere hartslag
korte - lange herhalingen
Lange/ kortere duur
langer herstel


KRACHT
1. Kracht- uithoudingsvermogen
2. Spieropbouw
3. Krachtopbouw 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtuithoudingsvermogen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke sporten/ doelen train je krachtuithoudingsvermogen?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Groter maken van de spier

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke sporten/ doelen train je Spieropbouw?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Krachtopbouw

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke sporten/ doelen train je krachtopbouw?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies