GAM1 unit 4 lesson 5.1

Goodmorning!!
Please, 
Put the following items on your desk: 
- Book
- notebook
- pencil case
- agenda 
- reading book 

- Reading/ write down words unit 4/  grammar worksheet 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goodmorning!!
Please, 
Put the following items on your desk: 
- Book
- notebook
- pencil case
- agenda 
- reading book 

- Reading/ write down words unit 4/  grammar worksheet 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
page 157/158/159
exercises 1,2,4,5

Study words unit 4 lesson 5
Take your English book with you!!


Steunles: DI 14.05u 
much/ many/ a lot of/ a few/ a little

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today!
Welcome 5 min
Reading/ vocab/ grammar 10 min
Check homework 5 min 
grammar 15 min 
Assignments 15 min


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

learning goals
After this lesson you: 
- know how to use the future tense to be going to/ will/ shall

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check homework
page 151
Finish:
exercises 4, 8,9,10

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tenses (tijden)
Welke tijden voor de ww kennen we al? 

Welke andere tijden zijn er nog denk je? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be going to

wanneer? 
Plan die al gemaakt waren
We are going to go to France this summer. 

voorspelling met bewijs
Look at those clouds. It is going to rain. 
 


l

Hoe? 
+ am/ are/ is + going to + ww
I am going to visit the dentist tomorrow. 

-  O + am/ are/ is + not + going to + ww
He isn't going to see his grandmother next week. 

? am/ are/ is + going to + ww
Are we going to visit the Efteling in a week? 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will

wanneer?
- je neemt een beslissing op het moment van spreken
There is no more bread. I will go and buy some. 

- bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek, voorspelling
I hope she will give me a present. 
He won't be on time, he is always late. 
We promise we will do our homework. 
I will pick you up tomorrow. 
Will you cook dinner for me tonight? 
You will win the game. 



Hoe?
 +
 will + ww
He will pick me up tomorrow. 

He won't pick me up tomorrow. 

Will he pick me up tomorrow?
Shall I pick you up tomorrow?
Shall we help you with that heavy lifting? 
Shall gebruik je bij vragen met I en WE. Meestal een suggestie of voorstel.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

to be going to/ will/ shall
Kies het juiste antwoord (A, B of C).
Look at those dark clouds! It ______ rain soon.
A) is going to
B) will
C) shall

I promise I ______ help you with your homework.
A) am going to
B) will
C) shall


Slide 10 - Tekstslide

A) is going to → Het gaat regenen, je kunt het al zien (donkere wolken).

B) will → Een belofte gebruik je met "will".
to be going to/ will/ shall 
______ we go to the park this afternoon?
A) Are we going to
B) Will
C) Shall

She ______ visit her grandmother next weekend; she already planned it.
A) is going to
B) will
C) shall

Slide 11 - Tekstslide

C) Shall → "Shall" wordt vaak gebruikt voor suggesties en aanbiedingen in vragen.

A) is going to → De actie is al gepland.
to be going to/ will/ shall
I think Manchester United ______ win the match.
A) is going to
B) will
C) shall

Slide 12 - Tekstslide

B) will → Dit is een voorspelling zonder duidelijk bewijs.
to be going to/ will/ shall
My parents ______ (buy) a new car next month.

I feel sick. I think I ______ (throw up).

He has decided that he ______ (move) to another city.

______ I open the window? It's very hot in here.

We ______ (visit) grandma on Sunday, we have already planned it.

Slide 13 - Tekstslide

are going to buy → De ouders hebben het waarschijnlijk al gepland.

will throw up → Dit is een spontane voorspelling.

is going to move → Hij heeft het al besloten.

Shall → Een beleefde vraag/suggestie.

are going to visit → Dit is een geplande actie.

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Let's get to work!
page 157/158/159

exercise 3 together

exercises 1,2,4,5




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Much, Many, A lot of?
I don't have ... money left
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much/many/a lot of
How .... milk is in the fridge?
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much, Many, A lot of?
I went shopping during the winter break and spent ...... money.
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use much/ many / a lot of?
Write down the schedule!! (as much as you know.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose: a little -a few- few- little?

I only want ... tomato sauce.
A
Few
B
A few
C
Little
D
A little

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose: a little -a few- few- little?

I have ...... money.
A
a few
B
few
C
a little
D
little

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose: a little -a few- few- little?

There is ... in that box.
A
Little cash
B
Few cash
C
A little cash
D
A few cash

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose: a little -a few- few- little?

I'm cutting ... onions.
A
A little
B
Few
C
A few
D
Little

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write down the schedule for the words (a) few / (a) little

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework

Study words page 171
Study expressions page 173


Take your English book with you!!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies