periode 3 ingekort

karel de grote
boekje ik wil ridder worden
de eerste kastelen
Karel de Grote
de monniken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 14 min

Onderdelen in deze les

karel de grote
boekje ik wil ridder worden
de eerste kastelen
Karel de Grote
de monniken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

742 - 814 Karel de Grote
Keizer van het Westen
Karel de Grote was in de middeleeuwen keizer van een enorm rijk. Hij veroverde een groot deel van West-Europa. Daaronder viel ook het gebied dat nu Nederland is. Hij kreeg de naam ‘de Grote’ vanwege zijn grote rijk. Maar ook omdat hij met 1,84 meter voor die tijd erg lang was.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kreeg Karel de Grote de naam 'de Grote'?
A
Vanwege zijn grote rijk en zijn lengte
B
Vanwege zijn invloed op de kunst en cultuur
C
Vanwege zijn goede banden met andere koningen
D
Vanwege zijn slimme politieke strategieën

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorlog
Nadat zijn vader en broer overleden waren, werd Karel in 768 koning van de Franken. Voortdurend was hij wel ergens in oorlog. Zo wist hij zijn gebied steeds verder uit te breiden, soms met grof geweld en moordpartijen.
Uiteindelijk had hij een groot deel van West-Europa in handen, van Portugal in het zuiden tot Denemarken in het noorden. Ook het gebied dat nu Nederland is hoorde erbij. In het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De graaf hielp Karel

Karel de Grote bedacht een slimme manier om zijn enorme rijk te besturen, volgens de gedachte: als jij mij helpt, help ik jou. Edelen hielpen Karel bij het bestuur, de rechtspraak en het vechten in de oorlog. In ruil daarvoor schonk Karel hen stukken land om zelf te besturen, .
Karel verdeelde zijn rijk in graafschappen, elk met een graaf aan het hoofd. Het werk van de graaf werd gecontroleerd door inspecteurs. Die brachten weer verslag uit aan Karel.
Karel had ook contacten met Noord-Afrika. Van een islamitische leider kreeg hij een olifant cadeau. Zo’n dier hadden de meeste mensen nog nooit gezien.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kreeg Karel cadeau van de islamitische leider?
A
Een tijger
B
Een giraffe
C
Een olifant
D
Een leeuw

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reizen van palts naar palts

Om zijn enorme rijk te besturen moest Karel veel reizen. Hij verbleef dan in prachtige paleizen, ‘paltsen’. Hij reisde van palts naar palts en regelde daar zijn zaken. De inwoners van het gebied verzorgden dan Karel en zijn hele hofhouding. Het Valkhof in Nijmegen was waarschijnlijk ook een palts van Karel de Grote.

Onderwijs en ontwikkeling
Karel hoefde zelf niet te schrijven, dat liet hij anderen doen. Wel kon hij prima lezen, sprak hij meerdere talen en was hij goed in wiskunde en sterrenkunde.
Hij liet scholen oprichten waar jongens een opleiding kregen als ambtenaar. Hij bedacht een munt die overal in het rijk geldig was. Ook kwam er een lettersoort die makkelijk te lezen en schrijven was: de karolingische minuskel.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Grote

Karel stierf in 814 in zijn palts in Aken. Hij werd bijgezet in de kapel, die later is uitgebouwd tot de Dom van Aken. Karel de Grote staat bekend als een van de grootste vorsten ooit. Hij kreeg de naam ‘de Grote’ vanwege zijn grote rijk, maar ook vanwege zijn lengte (1,84 meter). Hij was voor die tijd uitzonderlijk lang.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

monnikenwerk
± 1075
Hebban olla vogala
Nederlandse taal in ontwikkeling
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?' is één van de bekendste zinnen in de geschiedenis. Het betekent: 'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?' Het zijn twee regels uit een middeleeuws liefdesliedje. Duizend jaar oud!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raadsel

‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu. Wat unbidan we nu?’ Deze dertien woorden zijn beroemd. Ze zijn geschreven rond 1075, maar het is een raadsel wie ze heeft geschreven.
Een monnik in Engeland
De tekst is gevonden in een klooster in Engeland. Waarschijnlijk is de tekst geschreven door een monnik uit Vlaanderen (nu in België) die daar woonde en werkte. Monniken waren een groot deel van hun dag bezig met het overschrijven van Latijnse en Oud-Engelse teksten. Wie een tekst wilde kopiëren moest die overschrijven. Er waren in die tijd geen typemachines, printers, kopieerapparaten of drukkerijen. De meeste mensen konden niet schrijven, monniken wel.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat deden monniken in die tijd?
A
Overschrijven van Latijnse en Oud-Engelse teksten
B
Boeken lezen en studeren
C
Schilderen en beeldhouwen
D
Bidden en mediteren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven met een ganzenveer

Schrijven deed de monnik in het scriptorium: een zaal met schrijftafels. Om te schrijven was perkament, inkt en een ganzenveer nodig.
Af en toe moest de ganzenveer waarmee de monnik schreef aangescherpt worden. Daarna probeerde hij zijn ganzenveer even uit, op een apart vel. Als je je pen probeert, schrijf je vaak iets wat je toevallig te binnen schiet. Bij de monnik was dat een versje dat hij misschien nog uit zijn jeugd in Vlaanderen kende: ‘Hebban olla vogala…’

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat had de monnik nodig om te schrijven?
A
krijt, schoolbord en een spons
B
papier, potlood en een vulpen
C
perkament, inkt en een ganzenveer
D
verf, penselen en een palet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boeren en het Hofstelsel (1)
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Boeren 

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kasteel was niet meer dan een versterkte wachttoren. Hier woonde de leenheer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden zoals bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de leenheer. De wapenuitrusting moesten ze dan zelf betalen.
De akkers van de leenheer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
De grote boerderij (hoeve) is van de leenheer. Hier woonde de leenheer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast de boerderij woonden de horige boeren als er gevaar dreigde, zoals oorlog.
Bij het grote boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten de veilige muren
Het domein was eigendom van de heer die daar met zijn horigen woonde. Het domein was een dorp dat helemaal voor zichzelf kon zorgen, zij hadden dus niemand anders nodig.

Op het domein waren de huizen van hout gemaakt. Het enige gebouw dat van steen gebouwd was, was de kerk. Geloof was voor de mensen in de middeleeuwen namelijk erg belangrijk en ik Europa was bijna iedereen christelijk.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou het leven op een domein zijn? Wie doet er wat?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontstaan van horigheid
domein

Slide 20 - Tekstslide

De arme boeren hadden honger, geen geld en het was heel onveilig. Daarom gingen ze werken voor een landheer. Daarvoor in de plaats kregen ze dan bescherming en een stukje grond waarop ze konden werken. Een deel van oogst mochten ze zelf houden. De rest ging als betaling naar de landheer. Ook deden ze klusjes, de herendiensten. Zoals hout hakken, een sloot graven of helpen bij de jacht. Dit waren Horigen. 

Lage adel in dit plaatje is dus een Landheer. En hoorden bij de Adel. Daar later meer over. 
Een domein

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren gingen op het domein van een heer wonen. In ruil voor bescherming gaven ze de heer een stuk land. Zo werd de heer steeds rijker en machtiger. Mensen die
geen land hadden en wel bescherming van de heer wilden, moesten op het land van de heer werken. Zij waren horigen. In deze tijd draaide alles om het hof of hoeve
van de heer. Vandaar de naam hofstelsel.
D
O
M
E
I
N

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: domein, zelf aan de slag.

  1. Je gaat zelf een domein tekenen. 
  2. Je tekent het domein op een tekenblaadje met je schrijfpotlood en kleurpotloden. 
  3. Wat hoort er ook alweer op een domein?
  4. Gebruik zoveel mogelijk tekeningen en kleuren. Zorg dat de tekening mooi gevuld wordt. Gebruik ook je fantasie. Bepaal zelf waar in jou tekening plek is voor een rivier, weg, bos, akkerland, boerderij, kasteel, kerk, molen enz.
  5. Groep 6 extra opdracht: Laat duidelijk ziet dat het domein verdeeld is in het vroonhof en hoeveland en waaruit beide bestaan (je mag dit opzoeken op google). 
  6. Schrijf de namen van de onderdelen er bij. 
3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De heer en bescherming
  • De Eerste domeinen ontstaan door onveiligheid.
  • Domeinen waren plekken waar de heer ( vaak een ridder) woont en zijn horigen en vrije boeren kan beschermen
  • Denk dus bij het ontwerpen van je domein aan het tekenen van zaken om de horigen veilig te houden 
  • Denk ook aan de Heer: Hij is heel belangrijk! zou dit te zien zijn aan zijn huis en voorzieningen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een domein tekenen

Teken een domein van een kasteelheer in de middeleeuwen.
 

Doe dat zoals in het plaatje hiernaast. 
Je maakt dus een plattegrond van bovenaf gezien.

Onderdeel 1
De volgende begrippen moeten er in verplicht in jouw tekening voorkomen:
  • Kasteel of klooster
  • Kerk
  • Akkers van de heer
  • Akkers van de horige boeren
  • Akkers van de vrije boeren
  • Molen
  • Visvijver
  • Smederij
  • Brouwerij
  • Weiland voor vee
  • Bossen
Benoem in je tekening waar je de begrippen ziet. Schrijf de begrippen op die plek op in je tekening of verwerk de begrippen in je legenda.
Onderdeel 2
Gebruik zoveel mogelijk tekeningen, symbolen en kleuren. Zorg dat de tekening mooi gevuld wordt. Gebruik ook je fantasie. Bepaal zelf waar in jou tekening plek is voor een rivier, weg, bos, akkerland, boerderij, kasteel, kerk, molen enz.
Onderdeel 3
Maak ook een legenda om uit te leggen wat de kleuren en symbolen betekenen. Zie hiernaast een voorbeeld van een legenda (van een plattegrond uit onze tijd).
Leerboek blz. 92 en 93
Samenvatting blz.3

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw domein
Laat je domein aan je buurman / buurvrouw zien en geef feedback aan elkaar. 
Verbeter je domein met behulp van de feedback!

Onderdeel 1
De volgende begrippen moeten er in verplicht in jouw tekening voorkomen:
  • Kasteel of klooster
  • Kerk
  • Akkers van de heer
  • Akkers van de horige boeren
  • Akkers van de vrije boeren
  • Molen
  • Visvijver
  • Smederij
  • Brouwerij
  • Weiland voor vee
  • Bossen
Benoem in je tekening waar je de begrippen ziet. Schrijf de begrippen op die plek op in je tekening of verwerk de begrippen in je legenda.
Onderdeel 2
Gebruik zoveel mogelijk tekeningen, symbolen en kleuren. Zorg dat de tekening mooi gevuld wordt. Gebruik ook je fantasie. Bepaal zelf waar in jou tekening plek is voor een rivier, weg, bos, akkerland, boerderij, kasteel, kerk, molen enz.
Onderdeel 3
Maak ook een legenda om uit te leggen wat de kleuren en symbolen betekenen. Zie hiernaast een voorbeeld van een legenda (van een plattegrond uit onze tijd).
Leerboek blz. 92 en 93
Samenvatting blz.3
timer
7:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat individueel een domein tekenen, met-->

Hofstelsel met een domein:
- kerk
- huis van de leenman
- huis horigen
- smid
- bakker
- drieslagstelsel
- molen
- verdedigingsmuur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies