GPL - 23 januari

GPL Natuurkunde
1. Berg je telefoon op in je tas
2. Pak je spullen


  • Schrift
  • Pen/potlood
  • Rekenmachine
  • Telefoon/device
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GPL Natuurkunde
1. Berg je telefoon op in je tas
2. Pak je spullen


  • Schrift
  • Pen/potlood
  • Rekenmachine
  • Telefoon/device

Slide 1 - Tekstslide

Snelheid

Afstand
Tijd

v
s

t

Slide 2 - Sleepvraag

Bereken in kilometer per uur.
Ali fietst in 45 minuten een afstand van 13 km naar school.

Bereken zijn snelheid.
Celine wandelt in 15 minuten een afstand van 2100 m.

Bereken haar snelheid.
Bert rijdt met de auto  in 10 minuten 3750 m

Bereken zijn snelheid.
Demi rent de marathon in 4,5 uur

Bereken haar snelheid.

Slide 3 - Tekstslide

Bereken in meter per seconde.
Ali fietst in 45 minuten een afstand van 13 km naar school.

Bereken zijn snelheid.
Celine wandelt in 15 minuten een afstand van 2100 m.

Bereken haar snelheid.
Bert rijdt met de auto  in 10 minuten 3750 m

Bereken zijn snelheid.
Demi rent de marathon in 4,5 uur

Bereken haar snelheid.

Slide 4 - Tekstslide

Welk (v,t)-diagram past een fietstocht met constante snelheid?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Welk (v,t)-diagram past het best een auto die tegen een muur botst?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Welk (v,t)-diagram past het best bij een fietser die begint te fietsen vanuit stilstand?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Welk (s,t)-diagram past het beste bij iemand die eerst snel fietst, stopt voor een stoplicht, en daarna weer verder fietst?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Welk (s,t)-diagram past het beste bij een auto die snel optrekt?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Welk (s,t)-diagram past het beste bij een hardloper die eerst snel loopt, en daarna langzamer gaat lopen?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Eenparige versnelling
Constante snelheid
Eenparige vertraging

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de resulterende kracht?
Het verschil tussen de voortstuwende krachten en de tegenwerkende krachten 

Slide 12 - Tekstslide

Resulterende kracht 
Versnelling
Meer voortstuwende krachten dan tegenwerkende krachten 
Constante snelheid
Voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten gelijk
Vertraging 
Meer tegenwerkende krachten dan voorstuwende krachten

Slide 13 - Tekstslide

Op wie is de resultante kracht groter?
Een fietser die met constante snelheid naar school fietst.
Een eend die plots naar de fietser toe vliegt.

Slide 14 - Tekstslide

Op wie is de resultante kracht groter?
Een fietser die met een noodstop moet maken.
Eendjes die rustig naar de sloot toe waggelen.

Slide 15 - Tekstslide

Op wie is de resultante kracht groter?
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.

Slide 16 - Tekstslide

Op wie is de resultante kracht groter?
Een doos die stilstaat op de grond.
Een voetbal die met constante snelheid naar een doel vliegt.

Slide 17 - Tekstslide

Bereken in kilometer per uur.
Ali fietst in 45 minuten een afstand van 13 km naar school.

Bereken zijn snelheid.
Celine wandelt in 15 minuten een afstand van 2100 m.

Bereken haar snelheid.
Bert rijdt met de auto  in 10 minuten 3750 m

Bereken zijn snelheid.
Demi rent de marathon in 4,5 uur

Bereken haar snelheid.

Slide 18 - Tekstslide

Bereken in meter per seconde.
Ali fietst in 45 minuten een afstand van 13 km naar school.

Bereken zijn snelheid.
Celine wandelt in 15 minuten een afstand van 2100 m.

Bereken haar snelheid.
Bert rijdt met de auto  in 10 minuten 3750 m

Bereken zijn snelheid.
Demi rent de marathon in 4,5 uur

Bereken haar snelheid.

Slide 19 - Tekstslide