Hoofdstuk 4 paragraaf 2 Europa wordt christelijk

Europa wordt Christelijk
paragraaf 4.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Europa wordt Christelijk
paragraaf 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze les: 
- Uitleggen wat missionarissen zijn.
- Uitleggen wat heidenen zijn.
- Uitleggen waarom Willibrord naar Nederland kwam.
- Uitleggen waarom en hoe de Frankische koningen de missionarissen steunden.
- Uitleggen waarom Germaanse volken zoals de Friezen en Saksen zich verzetten tegen de verspreiding van het christendom.
- Twee manieren noemen waarop het christendom zich heeft uitgebreid over Europa.
- Uitleggen aan de hand van twee voorbeelden hoe missionarissen Germaanse feestdagen mengden met het christendom.
- Uitleggen waarom veel mensen opkeken tegen geestelijken.

- Uitleggen wat heiligen zijn.
- Uitleggen waarom de geestelijken ook belangrijk waren voor het bestuur.
- Uitleggen waarom monniken en nonnen zich afzonderden.
- Uitleggen waar deze monniken en nonnen woonden.
- Uitleggen wat bedoeld wordt met ‘monnikenwerk’.
- Uitleggen waardoor de kerk steeds rijker werd.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leg uit wat zijn missionarissen.

Slide 4 - Open vraag

Hoe werd Nederland christelijk?
  • Vanaf 690 kwamen missionarissen naar Nederland om het christendom te verspreiden.
  • Willibrord was zo'n missionaris = reizende monnik die in opdracht van de paus mensen wil bekeren tot christen.
  • De Friezen verzetten zich lang tegen het christendom.
  • Rond 800 was heel Nederland christelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leg uit waarom Karel de Grote belangrijke was voor het christendom in Europa.

Slide 7 - Open vraag

Hoe werd heel Europa christelijk?
  • Eerst werden Germaanse koningen bekeerd zodat de rest van het volk zich ook zou laten bekeren.
  • Nadat Karel de Grote de Friezen en Saksen had onderworpen, bekeerden ook zij zich tot het christendom.
  • Rond het jaar 1000 was heel Europa christelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leg uit hoe heidense en christelijke tradities gecombineerd werden.

Slide 10 - Open vraag

Vermenging van culturen
  • Europa werd tussen 500 en 1000 christelijk maar sommige Germaanse tradities bleven bestaan.
  • Om de overgang naar het christendom gemakkelijker te maken werden Germaanse feesten met christelijke feesten gecombineerd.
  • bijv. Pasen met het Germaanse lentefeest, Kerstmis met het Germaanse midwinterfeest.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom de geestelijke veel invloed hadden op de Europese samenleving.

Slide 12 - Open vraag

Invloed van de geestelijken
  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.
  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij: zij vertelden de mensen hoe ze moesten leven.
  • Geestelijken konden als enige in die tijd lezen en schrijven -> ze hadden daarom vaak hoge posities zoals adviseur van de koning.

Slide 13 - Tekstslide

Monniken en hun leefregels
  • Monniken leefden afgescheiden van de rest van de mensen.
  • Ze woonden in kloosters.
  • Leefregels: geen bezit hebben, bidden en werken.
  • Monnikenwerk: boeken overschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Huiswerk: 4.2. 
  • Maken paragraaf 4.2. 
  • Leren leerdoelen 4.2.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide