Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Vaste voorzetsels
Vaste voorzetsels
Doel: je kunt voorzetsels herkennen en gebruiken.
Je weet welk vast voorzetsel bij een werkwoord hoort.
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vaste voorzetsels
Doel: je kunt voorzetsels herkennen en gebruiken.
Je weet welk vast voorzetsel bij een werkwoord hoort.
Slide 1 - Tekstslide
Welke voorzetsels ken jij?
Slide 2 - Open vraag
Tot welke woordsoort behoort het woord tussen aanhalingstekens?
De docent legt het woordsoort voorzetsel 'uit'.
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 3 - Quizvraag
Uitleg
De docent legt het woordsoort voorzetsel 'uit'.
Het woord
uit
hoort hier bij het hele werkwoord
uitleggen
en is dus onderdeel van het
werkwoord
.
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg Voorzetsels en vaste voorzetsels bij werkwoorden (quiz)
Slide 5 - Tekstslide
Welk woord past op de puntjes?
... het feest dronk Arnulf heel veel fristi.
A
Gedurende
B
Van
C
Om
D
Tijdens
Slide 6 - Quizvraag
Voorzetsels
Voorbeelden: achter, binnen, boven, langs, naast, onder, uit.
Een voorzetsel (vz) kun je meestal voor een lidwoord zetten.
Voorbeeld: Hij staat
op
een bruine boterham.
Een voorzetsel geeft plaats, tijd, oorzaak/reden of richting aan.
TIP
: een vz kun je voor ‘de kast' of voor 'het feest' zetten.
De cadeaus liggen veilig opgeborgen
in
de kast.
Vanwege
het feest waren alle straten versierd.
De man reisde de wereld
over
.
Slide 7 - Tekstslide
Wat geeft het voorzetsel in de volgende zin aan?
Voor de ogen van de docent schreef hij het huiswerk over.
A
tijd
B
reden/oorzaak
C
richting
D
plaats
Slide 8 - Quizvraag
Vaste voorzetsels
Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel dat je niet kunt veranderen, zonder de betekenis te veranderen.
Sommige werkwoorden kunnen niet zonder voorzetsel.
Kijk maar:
Ik houd
van
chocolade.
Ik houd me
aan
de afspraak.
Ik bemoei me
met
die ruzie.
Ik erger me
aan
alles.
Ik gok
op
een voldoende.
Slide 9 - Tekstslide
Is het voorzetsel in de volgende zin wel of geen vast voorzetsel?
Ik zit op een bankje.
A
vast voorzetsel
B
geen vast voorzetsel
Slide 10 - Quizvraag
Geen vast voorzetsel!
Ik zit op een bankje.
Ik zit onder een bankje.
Ik zit naast een bankje.
Slide 11 - Tekstslide
Is het voorzetsel in de volgende zin wel of geen vast voorzetsel?
Ik heb behoefte aan meer vrije tijd.
A
Vast voorzetsel
B
geen vast voorzetsel
Slide 12 - Quizvraag
Deel van een werkwoord
Let op: soms lijkt het of je te maken hebt met een voorzetsel, maar heb je eigenlijk te maken met een scheidbaar werkwoord.
Ik deel de toetsen uit. -> uitdelen
Ik pak de rommel op. -> oppakken
Slide 13 - Tekstslide
Patrick heeft veel ervaring *met* het installeren van computers.
A
deel van een werkwoord
B
gewoon voorzetsel
C
vast voorzetsel
Slide 14 - Quizvraag
Pannenkoekenbeslag bestaat *uit* meel, melk en eieren.
A
deel van een werkwoord
B
voorzetsel
C
vast voorzetsel
Slide 15 - Quizvraag
*Na* een goed gesprek legden ze het bij.
A
deel van een werkwoord
B
gewoon voorzetsel
C
vast voorzetsel
Slide 16 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Groep 4 | taal | werkwoorden
August 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 4 | taal | werkwoorden
July 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Woorden met een vast voorzetsel
March 2022
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Numo
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenboek schrijfvaardigheid
July 2025
-
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
De grote kennisquiz
August 2024
-
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
Voorzetsels in het Nederlands
December 2024
-
38 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
TaalNT2
Groep 7-8 | werkwoordspelling | tegenwoordige tijd
November 2024
-
19 slides
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E