Donorwise

Welkom
Deze les:
-Wat weet je nog van hfst 8.
-Introductie donor zijn/ worden
-Bezig met praktische opdracht & afronden hfst 8
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Deze les:
-Wat weet je nog van hfst 8.
-Introductie donor zijn/ worden
-Bezig met praktische opdracht & afronden hfst 8

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 2 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine

Slide 3 - Quizvraag

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 4 - Sleepvraag

Welke 2 hormonen spelen een rol bij glycogeen omzetten naar glucose?

Slide 5 - Open vraag

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 7 - Quizvraag

Pietertje rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Pietertje een rondje rent
B
Als Pietertje thuis op de bank netflix zit te kijken.

Slide 8 - Quizvraag

Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen

Slide 9 - Quizvraag

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit wat doping is, in maximaal 2 zinnen.

Slide 11 - Open vraag

Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?
A
Anabole steroïden
B
Amfetamine
C
Bloeddoping
D
Geen van allen

Slide 12 - Quizvraag

Orgaandonatie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke organen kun je doneren?
Mijn linkerbil mogen ze hebben.
Mijn rechterbil ziet er niet uit!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

1 donor kan maximaal 5 levens redden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

1 donor kan wel 8 levens redden. Het hart, 2 longen, de lever, 2 nieren, de alvleesklier en de dunne darm kunnen getransplanteerd worden bij 8 verschillende patiënten.
1 donor kan wel 8 levens redden. Het hart, 2 longen, de lever, 2 nieren, de alvleesklier en de dunne darm kunnen getransplanteerd worden bij 8 verschillende patiënten.

Slide 18 - Tekstslide

Alle delen van je lichaam kun je doneren.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Na overlijden kun je de volgende organen en weefsels doneren: 
Organen: hart, lever, longen, nieren alvleesklier, dunne darm.

Weefsels: huid, hoornvliezen, hartkleppen, grote bloedvaten, bot- en peesweefsel.

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

De kans bestaat dat je zelf ooit een orgaan nodig hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

De kans is zelfs groter dat je zelf ooit een orgaan nodig hebt, dan dat je een orgaan kan doneren na overlijden. Je moet onder de juiste omstandigheden overlijden waardoor orgaandonatie mogelijk is, dit gebeurt niet heel vaak.

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn in Nederland genoeg organen beschikbaar om te transplanteren.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Helaas zijn er onvoldoende organen beschikbaar voor transplantatie. Hierdoor staan mensen op een wachtlijst voor een orgaan.

Slide 25 - Tekstslide

Gemiddeld staan er meer dan 1.000 mensen op de wachtlijst voor een orgaantransplantatie.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Helaas overlijden er jaarlijks mensen doordat een orgaan niet op tijd komt. In 2017 overleden 139 mensen terwijl ze op de wachtlijst stonden voor een donororgaan. 

Slide 27 - Tekstslide

De wachttijd voor een nieuwe nier is 3,5 jaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

De wachttijd verschilt van orgaan tot orgaan. De meeste mensen wachten 3,5 jaar op een nieuwe nier, 13 maanden op een hart, ruim 15 maanden op longen en een half jaar op een lever.


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Vanaf 12 jaar kun je je keuze zelf vastleggen in het Donorregister. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen nog geen keuze in het Donorregister registreren. De arts vraagt in dat geval toestemming aan de ouders.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Opdracht donorregistratie

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

De nieuwe donorwet

Verbetering?

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Ik wil alleen donor worden als mijn ouders het met die beslissing eens zijn

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Ik wil alleen donor zijn als ik zelf mag bepalen wie de ontvanger is

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Ik wil nu nog geen keuze maken over orgaandonatie, dat doe ik later wel

Slide 44 - Tekstslide