HAVO 3 par 4.3 hoe verkoop ik mijn idee

Paragraaf 4.3
Hoe verkoop ik mijn idee? (les 1)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.3
Hoe verkoop ik mijn idee? (les 1)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel deze les
  • wat is marketing
  • wat is een marktaandeel en hoe bereken je het
  • wat is marketingmix
  • hoe wordt een consument beïnvloed
  • wat is prijspolitiek

Slide 2 - Tekstslide

Marketing
Marketing heeft betrekking op alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om de verkoop van producten of diensten te stimuleren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is afzet en wat is omzet?

Slide 4 - Open vraag

Berekening marktaandeel

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld marktaandeel
In Den Haag heb je een aantal bakkers en die verkopen allemaal croissantjes. Samen  verkopen ze  1 miljoen croissantjes per jaar.
Bakker Segaar verkoopt in datzelfde jaar 150.000 croissantjes.

Wat is het marktaandeel van Bakker Segaar?

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld marktaandeel
Totaal aan croissantjes = 1.000.000 (1 miljoen) (= geheel
Bakker Segaar = 150.000 croissantjes (= deel)

Formule =   

(150.000 : 1000.000 ) x 100 = 15% 
Bakker Segaar verkoopt dus 15% van alle croissantjes in DH
GeheelDeel100

Slide 7 - Tekstslide

De Afzet = 12.000 stuks
De prijs van een croissant = €0,90 euro
De omzet van alle bakkers in die stad = €130.000
Wat is het Marktaandeel van de omzet van deze bakker?

Slide 8 - Open vraag

Antwoord
Omzet bakker is 12.000 x €0,90 = €10.800
Marktaandeel = €10.800:€130.000 x 100 = 8,3%

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel 
Hoe wordt een consument beïnvloed

Slide 10 - Tekstslide

Commerciële reclame
Het doel van commerciële reclame:
  1. Gericht op het verkopen van producten en diensten.
  2. Klanten lokken.

Slide 11 - Tekstslide

Ideële reclame
Ideële reclame. gericht op het doorgeven van een belangeloze boodschap

Veel ideële reclame wordt verzorgd door SIRE (Stichting Ideële REclame).

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor reclame is dit
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame

Slide 14 - Quizvraag

Lesdoel 
Wat is prijspolitiek

Slide 15 - Tekstslide

Welke lijkt goedkoper?
A
€4,00
B
€3,99

Slide 16 - Quizvraag

Psychologische prijspolitiek
Het bewust lager laten lijken van de prijs om mensen te verleiden om jouw product te kopen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Afroom prijspolitiek
bij introductie een hoge prijs -> veel winst en later wordt het product / dienst goedkoper

Slide 19 - Tekstslide

Penetratie prijspolitiek
Het extra laag maken van je prijs.
Dan maak je misschien verlies maar verover je een groot marktaandeel.
Later kan je dan je prijs verhogen.

Slide 20 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een bedrijf dat gebruik maakt van Penetratie prijspolitiek.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Prijspolitiek
  • Psychologische prijzen ->  4,00 of 3,99 
  • Afroomprijzen-> bij introductie een hoge prijs -> veel winst      en later wordt het product / dienst goedkoper
  • Penetratieprijzen -> bij introductie  een scherpe prijs -> direct groot marktaandeel 

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel 
Wat is marketingmix

Slide 24 - Tekstslide

Marketing
mix


De 6 P's

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht Marketing

- Personeel: Ze make reclame met het personeel
- Plaats: Ze maken reclame voor de plek waar het bedrijf is
-Promotie: Ze maken reclame op een goede promotie manier

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen
Maak de vragen hierna
Pak je boek er bij voor de uitleg

Slide 27 - Tekstslide

Wat is marketing?
A
Alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om niet te voldoen aan de wensen van de klanten
B
Een marktkraam opzetten
C
Alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om te voldoen aan de wensen van de klanten
D
Prijs op verschillende manieren gebruiken om je product te verkopen

Slide 28 - Quizvraag

De marketing mix bestaat uit
Leerdoel 22
A
3 P's
B
4 P's
C
5 P's
D
6 P's

Slide 29 - Quizvraag

Uit welke P's bestaat de marketingmix.
A
Product, Plaats, Prijs, Promotie, PowerPoint, Presentatie
B
Product, Plaats, Prijs, Promotie, Personeel
C
Product, Plaats, Prijs, Promotie, Personeel, Presentatie
D
Product, Plaats, Prijs, Producent, Personeel, Promotie

Slide 30 - Quizvraag

Welke P heeft niets te maken met marketing?
A
Plaats
B
Product
C
Personeel
D
Professioneel

Slide 31 - Quizvraag

Hoe bereken je het marktaandeel?
A
Afzet : totale afzet v/d markt X 100%
B
Omzet : totale omzet v/d markt X 100%
C
Beide formules zijn juist
D
Beide formules zijn onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Een marktaandeel is
A
het deel van de totale markt van alle producten die te koop zijn
B
de afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet van dat product
C
het stukje van de markt waar jij je kraam mag zetten

Slide 33 - Quizvraag

Marktaandeel bereken je door ......
A
omzet bedrijf/omzet totale markt x 100%
B
omzet totale markt/ omzet bedrijf

Slide 34 - Quizvraag

Koppel de plaatjes aan de juiste begrippen
Commerciële beïnvloeding
Sociale beïnvloeding

Slide 35 - Sleepvraag

Sociale beinvloeding
Commerciele beinvloeding
Vooral vrienden en familie
Reclame

Slide 36 - Sleepvraag

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding 

Slide 37 - Sleepvraag

Stelling I: In verband met Valentijnsdag is er een groot aanbod van rode rozen. Er geldt een speciale prijs van € 1,99 per stuk. Dit noem je psychologische prijsstelling.
Stelling II : De warme kaasbroodjes zijn in de aanbieding bij Deen. De actie is drie halen, twee betalen. Dit is een voorbeeld van prijspolitiek.

A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Een TV bij Mediamarkt kost € 999. Dit is een voorbeeld van
A
penetratieprijs
B
afroomprijs
C
psychologische prijs

Slide 39 - Quizvraag

Een voorbeeld van penetratieprijs politiek is
A
een product voor een hoge prijs op de markt brengen en later de prijs verlagen
B
een product voor een lage prijs op de markt brengen om snel een marktaandeel te veroveren
C
een product voor € 3,99 verkopen in plaats van voor € 4,-

Slide 40 - Quizvraag