2.2. Het land van de farao

Het oude Egypte


2.2. Het land van de Farao
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het oude Egypte


2.2. Het land van de Farao

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van jagers en boeren
.. tot 3000 v.Chr.

Slide 2 - Tekstslide

Beeldkenmerk
Op de achtergrond zie een grottekening van een hertenjacht, gevonden in de kloof van Valltorta, Spanje. Op de voorgrond zie je een aardewerken pot (klokbeker) uit Noord-Europa. Deze twee afbeeldingen staan voor de leefwijze van mensen in de pre-historie: jagen-verzamelen en landbouw.
De levenswijze van jager-verzamelaars (jagen en verzamelen)
  • §1.2 De eerste mens
  • §1.3 Geen vaste woonplaats

Het ontstaan van landbouw en landbouw samenlevingen (boeren)
  • §1.4 Leven van de landbouw


Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (steden)
  • §2.1 Een samenleving met steden
  • §2.2 Het land van de Farao


Slide 3 - Tekstslide

Gezamenlijk lezen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom de farao als god werd aanbeden

Ook kun je een reden geven waarom de uitvinding van het schrift, de ambtenaren bij hun werk konden helpen

Slide 5 - Tekstslide

Nubië
Deze Nubische onderdanen brengen geschenken. In het zuiden grensde Egypte aan Nubië. Door de rijkdommen van Nubië handelde Egypte graag met dit gebied. In de tijd van Ramses II hoorde Nubië bij het Egyptische rijk.
Wilde dieren 
De Egyptenaren handelden volop met andere gebieden. Deze handelaren uit het zuiden hebben een giraffe en een leeuw mee als geschenk. Door de handel kwamen de Egyptenaren met deze dieren in aanraking. Veel Egyptenaren waren bijgelovig. Ze dachten dat het zien van zulke dieren een gunstig voorteken was.
Vreemde producten 
Door te handelden met andere landen haalden Egyptenaren onbekende producten naar hun land. Op de tafel zijn huiden van luipaarden te zien. In de kleine zakjes zit waarschijnlijk goud. Daarnaast zie je slagtanden van ivoor en waaiers van struisvogelveren.
Ambtenaren
Elke farao werd bij het bestuur van zijn rijk geholpen door ambtenaren. Zij hielden alles bij. Ze schreven niet alleen op wat voor geschenken de farao kreeg, maar ook van wie. Als koning van een ander land kon je dus maar beter zorgen dat je waardevolle geschenken gaf. 

De naam van de farao
Hier staat in hiërogliefen de naam van de farao: Ramses II. De naam staat geschreven in een ovale ring. Dit heet een cartouche. De naam van een farao werd altijd in zo’n cartouche geschreven. Zie je dus zo’n ovale ring, dan weet je dat de hiërogliefentekst over een farao gaat.
De farao 
Hier zie je de farao, terwijl hij onderdanen ontvangt. De rode cirkel boven zijn hoofd staat voor de god van de zon, Ra. Zo lieten de Egyptenaren zien dat de farao in hun ogen een god was. In zijn hand heeft de farao een staf als teken van zijn macht.

Slide 6 - Tekstslide

2A. Sleep de nummers op de juiste plaats in de tekening.
Narmer met knots en verslagen vijand
1
hoge kroon van boven-Egypte
2
De valkgod Horus houdt een gevangene vast
3
zes papyrusstengels (betekenis: 6000 uit de delta)
4
vijanden op de vlucht
5
bediende met sandalen en waterkan
6
Narmer met de kroon (met krul) van Beneden-Egypte
7
Lichamen van vijanden met losse hoofden tussen de benen
8
hoge ambtenaar en vier onderdanen met vaandels
9
twee dieren met lange nekken zijn verenigd
10
Stier ramt een stadsmuur en vertrapt zijn vijanden
11

Slide 7 - Sleepvraag

Introductieopdracht
Jullie gaan het Nederlands volkslied zingen. a capella (de ene groep begint een zin later dan de andere groep). in 3 rijen!

Regels:
- Er mag niet gepraat worden tijdens de voorbereiding.

Succes!
timer
1:30

Slide 8 - Tekstslide

Het ontstaan van staten
De irrigatielandbouw vroeg veel organisatie. Leiders van deze organisatie gebruikten de landbouwopbrengsten voor ambtenaren, priesters en soldaten inhuren.




Zo bouwen leiders kleine staten op, en kronen zichzelf soms ook tot koning of vorst.


Slide 9 - Tekstslide

4a. Hieronder staan vier onderzoeksvragen. Is de onderzoeksvraag een beschrijvende, verklarende of waarderende vraag?
Sleep de vraag naar het juiste blok.
Beschrijvende vraag
Verklarende vraag
Waarderende vraag
Hoelang is Toetanchamon farao geweest?
Waardoor stierf Toetanchamon?
Was Toetanchamon een goede farao?
Met welke spullen werd Toetanchamon begraven?

Slide 10 - Sleepvraag

Egypte één staat
  • Koning Narmer van Opper-Egypte verovert Neder-Egypte

  • Opper- en Neder-Egypte vormen vanaf dat moment één koninkrijk

Slide 11 - Tekstslide

3a. Een volk kan op verschillende manieren groter worden. Benoem er twee.

Slide 12 - Open vraag

Chepresj
Deze kroon gebruikt de farao tijdens oorlogen op slagvelden
Dubbele Kroon
Deze kroon draagt de farao bij gelegenheden voor het gehele koninkrijk, dus voor zowel het noorden als het zuiden.
Opper-Egypte
Deze kroon draagt de farao bij gelegenheden voor het koninkrijk in het zuiden, ook wel boven-Egypte
Neder-Egypte
Deze kroon draagt de farao bij gelegenheden voor het koninkrijk in het noorden, ook wel beneden-Egypte
Nemes
Dit is eigenlijnlijk geen kroon, maar een hoofddoek.
De farao kan dit in zijn vrije tijd, maar ook bij verschillende gelegenheden dragen. Soms ook in combinatie met een andere kroon.

Slide 13 - Tekstslide

De goddelijke farao
De Egyptenaren dachten dat de goden over hen regeerden.

Horus regeert over de mensen en begeleidt de doden in het dodenrijk.
In de hemel had Horus een valkenhoofd, maar op aarde nam hij de vorm van farao aan.

De farao was dus eigenlijk de god Horus.

Slide 14 - Tekstslide

In ruil voor het gebruik van de grond moesten de boeren belasting afstaan aan de farao.
Ambtenaren konden de belastingen bijhouden en wetten opschrijven dankzij het schrift

Slide 15 - Tekstslide

5a. Op welke twee manieren betaalden de boeren belasting?

Slide 16 - Open vraag

6a. Leg met een bronelement uit dat het schrift belangrijk was voor het bestuur.

Slide 17 - Open vraag

Eenheid en verdeeldheid
  • Bij een sterke farao erkenden alle onderdanen zijn heerschappij.

  • Bij een zwakke farao verdween soms de politieke eenheid. Plaatselijke bestuurders namen dan zelf de macht, en soms werden gebieden zelfs veroverd door een buitenlandse koning

Slide 18 - Tekstslide

Uitbreiding van het rijk
  • Farao Toetmozes start de expansie van Egypte

  • Hij veroverd o.a. het land van de Kanaänieten en dat van de Nubiërs

  • Egypte werd nog rijker door de schatten die ze veroverden en de krijgsgevangenen die ze meebrachten
Kanaänieten
Nubiërs
Opper-Egypte
Neder-Egypte

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
§2.1: 2, 3, 5, 6 ,7 en 8
+
§2.2: 1, 2, 3, 4 en 5

Slide 20 - Tekstslide