franse revolutie
1 / 15
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke zin past het beste bij het Franse absolutisme
A
Lodewijk XIV bestuurde zijn land vanuit één punt, het paleis in de hoofdstad.
B
Lodewijk XIV had alle macht, iedereen moest hem gehoorzamen.
C
Lodewijk XIV verbood het protestantse geloof in Frankrijk.
D
Lodewijk XIV bezat het grootste en sterkste leger van Europa
Slide 2 - Quizvraag
Welke stand was het grootste?
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
D
Ze waren even groot
Slide 3 - Quizvraag
Om welk idee stond Rousseau bekend?
A
Het schrijven van de eerste Encyclopedie
B
Het sociaal contract
C
De Trias Politica
D
Zijn chocolade
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de Codé Napoleon?
A
Het Frans wetboek dat werd opgesteld door Napoleon
B
Een geheime codetaal die Napoleon sprak met zijn bondgenoten
C
De rechten van de mens die Napoleon opstelde
D
Het boek waar alle achternamen instaan
Slide 5 - Quizvraag
Geestelijkheid
Adel
Burgers
Slide 6 - Sleepvraag
Wie gaf zichzelf de bijnaam zonnenkoning?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Napoleon
Slide 7 - Quizvraag
Welke groep mensen vluchtten weg uit Frankrijk nadat Lodewijk het Edict van Nantes had afgeschaft?
A
De Boeren
B
De Katholieken
C
De Hugonoten
D
De Ministers van Lodewijk
Slide 8 - Quizvraag
Wat was het Ancien Régime?
A
De periode van de Franse Revolutie zelf
B
Het politieke systeem van Frankrijk vóór de Revolutie
C
Een burgeroorlog in Frankrijk
D
De periode na de Revolutie
Slide 9 - Quizvraag
Wat was de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger?
A
Een document dat de macht van de koning versterkte
B
Een grondwet die de Franse monarchie afschafte
C
Een verklaring die de basisprincipes van vrijheid en gelijkheid vastlegde
D
Een ontwerp voor de Franse economie
Slide 10 - Quizvraag
Op welke dag was de bestorming van de Bastille?
A
14 Juni 1788
B
13 Juli 1989
C
14 Juli 1789
D
13 Juni 1877
Slide 11 - Quizvraag
Wie kwam er aan de macht na de Franse Revolutie en stelde een nieuwe regering in?
A
Louis XVI
B
Napoleon Bonaparte
C
Robespierre
D
George Washington
Slide 12 - Quizvraag
Wat was het doel van het Continentaal stelsel?
A
Engeland economisch uitputten, zodat het makkelijk te veroveren was
B
Rusland economisch uitputten zodat het makkelijk te veroveren was
C
De eigen Franse economie stimuleren zodat er meer geld is voor oorlogvoering
D
Engeland zo veel mogelijk economisch helpen zodat ze geen hulp van Rusland nodig hebben
Slide 13 - Quizvraag
Wat bedoelde Montesquieu met de Trias Politica?
Slide 14 - Open vraag
Je ziet op de afbeelding een wetenschapper die een experiment uitvoert. Welk begrip hoort hier het beste bij ?
A
Imperialisme
B
Rationalisme
C
Absolutisme
D
Globalisme
