Migratie 2

1 Cartoons.
Zoek cartoons over vooroordelen of over de multiculturele samenleving en bouw daarmee een betoog op dat de stelling Nederlanders zijn migranten onderuit haalt of bevestigt.
2 Stamboom maken.
Breng de achtergrond van jullie klasgenoten in kaart door van iedereen uit te zoeken waar hun ouders en grootouders vandaan komen.
3 Smeltkroes.
Maak een grafiek van de multiculturele samenleving: welke culturen zijn er allemaal in Nederland, hoeveel mensen behoren daartoe, hoe ziet het totaalplaatje eruit?
4 Prettig samenleven.
Assimilatie, integratie of multiculturele samenleving? Wat is voor jullie de ideale manier om samen te leven? Hoe zien deze verschillende opties eruit in de praktijk en welke heeft jullie voorkeur?
 




5 Geef ze een naam.
Schets van de verschillende migranten en asielzoekers die
naar Nederland komen wie het zijn en waarom ze hierheen komen.
6 Inburgeringscursus maken.
Maak zelf een inburgeringscursus voor nieuwe Nederlanders, wat moeten zij echt weten? Maak vervolgens een vergelijking met de inburgeringscursus die nieuwkomers moeten doen.
7 Doekoe.
Wat voor invloed hebben andere culturen op onze Nederlandse cultuur? Welke gebruiken zien wij hier, wat voor woorden zijn afkomstig uit andere landen, waar komt ons eten vandaan, wat voor handel drijven we met andere landen?
8 Fotoverhaal.
Breng met foto’s de migratie naar Nederland door de eeuwen heen in beeld. Wie zijn allemaal deze kant op gekomen, waarom en hoe zagen/zien zij eruit?

Zoek allerlei termen op die met migratie te maken hebben (inburgering, integratie, allochtoon, etc.) en maak daarmee een quiz voor je medestudenten. Deel ook een boekje uit met alle termen en uitleg erin.
10 Wereld van Wilders.
Hoe ziet het walhalla van Wilders eruit? Wat wil hij bereiken en waarom? Schets hier een beeld van.
11 Bekend is bemind.
Interview een bekende allochtoon over zijn/haar komst naar Nederland. Hoe zien zij Nederland? En de Nederlanders?
12 Tsunami aan vluchtelingen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1 Cartoons.
Zoek cartoons over vooroordelen of over de multiculturele samenleving en bouw daarmee een betoog op dat de stelling Nederlanders zijn migranten onderuit haalt of bevestigt.
2 Stamboom maken.
Breng de achtergrond van jullie klasgenoten in kaart door van iedereen uit te zoeken waar hun ouders en grootouders vandaan komen.
3 Smeltkroes.
Maak een grafiek van de multiculturele samenleving: welke culturen zijn er allemaal in Nederland, hoeveel mensen behoren daartoe, hoe ziet het totaalplaatje eruit?
4 Prettig samenleven.
Assimilatie, integratie of multiculturele samenleving? Wat is voor jullie de ideale manier om samen te leven? Hoe zien deze verschillende opties eruit in de praktijk en welke heeft jullie voorkeur?
 




5 Geef ze een naam.
Schets van de verschillende migranten en asielzoekers die
naar Nederland komen wie het zijn en waarom ze hierheen komen.
6 Inburgeringscursus maken.
Maak zelf een inburgeringscursus voor nieuwe Nederlanders, wat moeten zij echt weten? Maak vervolgens een vergelijking met de inburgeringscursus die nieuwkomers moeten doen.
7 Doekoe.
Wat voor invloed hebben andere culturen op onze Nederlandse cultuur? Welke gebruiken zien wij hier, wat voor woorden zijn afkomstig uit andere landen, waar komt ons eten vandaan, wat voor handel drijven we met andere landen?
8 Fotoverhaal.
Breng met foto’s de migratie naar Nederland door de eeuwen heen in beeld. Wie zijn allemaal deze kant op gekomen, waarom en hoe zagen/zien zij eruit?

Zoek allerlei termen op die met migratie te maken hebben (inburgering, integratie, allochtoon, etc.) en maak daarmee een quiz voor je medestudenten. Deel ook een boekje uit met alle termen en uitleg erin.
10 Wereld van Wilders.
Hoe ziet het walhalla van Wilders eruit? Wat wil hij bereiken en waarom? Schets hier een beeld van.
11 Bekend is bemind.
Interview een bekende allochtoon over zijn/haar komst naar Nederland. Hoe zien zij Nederland? En de Nederlanders?
12 Tsunami aan vluchtelingen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 Fotoverhaal.
Breng met foto’s de migratie naar Nederland door de eeuwen heen in beeld. Wie zijn allemaal deze kant op gekomen, waarom en hoe zagen/zien zij eruit?
9 Kaashoofdenwoordenboek.
Zoek allerlei termen op die met migratie te maken hebben (inburgering, integratie, allochtoon, etc.) en maak daarmee een quiz voor je medestudenten. Deel ook een boekje uit met alle termen en uitleg erin.
11 Bekend is bemind.
Interview een bekende allochtoon over zijn/haar komst naar Nederland. Hoe zien zij Nederland? En de Nederlanders?
12 Tsunami aan vluchtelingen.
Neem ons mee in de actuele vluchtelingenproblematiek in Europa.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat de Nederlandse overheid om met cultuur verschillen?

Vroeger; segregatie: Mensen uit verschillende culturen leven gescheiden van elkaar.

Nu; Integratie: Mensen uit verschillende culturen leven met elkaar samen en nemen kenmerken over van elkaars cultuur.

Aandacht voor integratie
De overheid wil dat migranten integreren in Nederland.
De Nederlandse taal en cultuur leren
De Nederlandse wetten en regels volgen

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die vanuit een ander land naar Nederland verhuizen.
A
emigranten
B
fazanten
C
integranten
D
immigranten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland had vroeger maar 1 cultuur

De Nederlandse cultuur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
  • Vanaf 1950 eerste grote groepen mensen van buiten Europa naar Nederland.
  • Begin multiculturele samenleving

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving


Een samenleving waarin meerdere groepen met verschillende culturen met elkaar leven

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen 
  • Immigratie in Nederland zijn komen wonen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands-Indië
  • Nederlands-Indië was honderden jaren een kolonie van Nederland geweest.
  • Na WO-II werd het onafhankelijk. Daardoor kwamen veel Indiërs naar Nederland toe
  • Vooral uit de Molukken: veel Molukkers hadden gevochten in het Nederlandse leger tegen andere Indonesiërs

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suriname
  • In 1975 werd ook Suriname onafhankelijk. Surinamers kregen de mogelijkheid om naar Nederland te komen.
  • Veel Surinamers deden dat ook. Ze hoopten hier op een betere toekomst

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antillen
  • Ook veel mensen uit de Nederlandse Antillen wonen in Nederland: zij hebben een Nederlands paspoort omdat de Antillen onderdeel zijn van het Nederlands koninkrijk 
De Nederlandse Antillen bestaan uit:
  • Aruba
  • Curacao
  • Bonaire
  • St. Maarten
  • St. Eustasius

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gastarbeiders
  • Toen in de jaren '60 de welvaart toenam was er veel werk
  • De Nederlandse regering haalde gastarbeiders naar Nederland om hier tijdelijk te komen werken
  • Eerst mensen uit Zuid-Europese landen (Spanjaarden, Italianen), daarna mensen uit Turkije en Marokko

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Jaren 1950/1960 te kort aan arbeidskrachten.
Bedrijven halen deze uit buitenland. 
Gastarbeiders gaan ongeschoold werk doen.

1950: Spanje, Italië
1960: Turkije, Marokko
1990: Oost-Europa Vragen stellen, wat vind je hiervan?
- Wat zijn redenen om je land te verlaten?
- Hoe heet het als iemand zijn land verlaat?
Gastarbeiders kwamen uit
A
Indonesië en Suriname
B
Syrië, Irak en Afghanistan
C
Canada en Australië
D
Turkije, Marokko en Spanje

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen immigratie van toen en nu in Nederland?
timer
0:45

Slide 17 - Open vraag

  • Oorlog
  • Klimaatverandering
  • Vervolging vanwege geloof, seksuele geaardheid, afkomst, mening
  • Economische redenen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat segregatie, integratie en assimilatie betekenen.

Slide 19 - Open vraag

Assimilatie: Mensen geven hun eigen culturele identiteit op en passen zich compleet aan aan de dominante cultuur.
Niet zozeer aan de orde in NL, overheid vraagt niet om de eigen afkomst te negeren en vergeten. 
Integratie 

Segregatie: Groepen leven gescheiden van elkaar.

Wijken waar naar verhouding veel NL'ers met een migratieachtergrond wonen, winkelen en naar school gaan.
Kan negatieve gevolgen hebben: kansen in het onderwijs en arbeidsmarkt neemt af.

Integratie:  Mensen uit verschillende culturen leven met elkaar samen en nemen kenmerken over van elkaars cultuur over. 
Het volledig opgaan van een kleinere cultuur in de dominante cultuur, waarbij de kleinere cultuur afstand neemt van bepaalde eigen normen en waarden.
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie
D
Integreren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorige afbeelding is een voorbeeld van
A
segregatie
B
integratie
C
tegencultuur
D
immigratie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij de meest succesvolle manier van samenleven?
Integreren-segregeren of assimileren

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders zijn migranten
Veel studenten zijn in de veronderstelling dat er twee soorten inwoners van Nederland zijn: ‘Nederlanders’ en ‘buitenlanders’. Maar wie is dan eigenlijk die Nederlander? Uit onderzoek is gebleken dat de roots van 98% van de Nederlanders over de grens liggen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het vermengen van een kleinere cultuur met de dominante cultuur, waarbij de kleinere cultuur eigen normen en waarden deels behoudt.
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie
D
Subcultuur

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies